Lauwer-stryt(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan de zoetvloeyende Poëet, Johannes Smit, Op zijn Urimedon en Pasitea, of geluckigh bedroch. DEn Amstel hoeft nu voor Athene niet te wijken, Noch voor 't oudt Romen zelfs haar standaart neer te strijken, Terwijlz' haar gulde kruyn tot aan de sterren stoot, En 't licht der poëzy hoe langs hoe meer vergroot, Wiens eelheyt nimmer lijdt dat dappre geesten sterven, Maar wil voor 't sterflijk haar d'onsterf'lijkheyt [pagina 56] [p. 56] Op vlerken van haar lof. Waar van de schandre Smit Een niet de minsten is, die op het zuyver wit Gelijk een ambeeldt smeedt een tal van stale vaarzen; En treedt op 't Schoutoneel met Sophoklese laarzen: Betonend' hoe 't geval den Prins Urimedon En Pasithea tergt; eer dat de heldre zon Van hun geluk door mist en nevel komt te dringen, En zy by Hymens tors een zoet triomf-liet zingen. Zoo dekt den Hemel vaak als met een duystre nacht d'Uytkomst van 't slinkx geval, want wie had ooyt gedagt Dat Prins Urimedon zou 's Koninghs schoonzoon werden? Wie pal staat als een rots en ramp-spoedt uyt kan herden, Zal endlijk zien een bron van zegen open gaan. Uw kruyn ô schrandre Smit! vereyst de lauwre-blaan Die vader Phebus zelf tot Delfos komt te queken: Uw Dichtkunst die vol mergh en honingh komt te steken, Port my wel aan om u op vlerken wit van lof Te voeren Hemel hoogh, maar laas! t'ontbreekt aan stof [pagina 57] [p. 57] En die 't aan stof ontbreekt hoe zal hy vaarzen smeden? My dunkt ik zie al rêe de jeught na 't Schouburg treden Daar elk met handtgeklap uw dappre Dichtkunst preyst Waar door dat Momus zelf met schande rugwaart deyst, En ziet hoe dat de bron u gunstich werdt ontslooten, Die Pegas met fijn Hoef quam eerstmaal open stooten, Tot heyl der poëzy. Welaan dan, brave geest, Vaar in de Dichtkunst voort, en schoey op zulk een leest Meer vaarzen tot uw eer, terwijl het Y haar wallen En palen verder zet. Zoo zal u elk toe brallen, Leef lang aan d'Amstelstroom, doorlugte en schrandre Smidt, En smeed' hoe langhs hoe meer uw vaarsen Ick tracht VEERder Cornelia van der Veer. Vorige Volgende