Lauwer-stryt(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] In het Stamboeck van de Konstminnende Poëters Iuffr. Cornelia van der Veer. DE Dichtkunst die in Sion blonk, Doe Pharo in de zee verdronk, Blinkt nu in onse tijden Niet op Parnas, of Helikon, Of aan de Beek, of Henghste bron, Dat ken geen toetsteen lijden; Maar aan de zilten Amstel-stroom, Het Y en haar geweyde zoom, Ten offer van de Godtheydt, Die Jakob uyt de dienstbaarheydt Door zee en wildernissen leydt, (Tot spot der Griekse zotheydt) Die Nederlandt het Spaanse jok En wrede dwinglandy ontrok; En stelden in haar vryheydt; Daar zy haar Tortel-duyve streeldt, En haar de rijkste gaven deeldt, Met d'aldergrootste blyheydt. Hier praald' de Dichtkunst boven al, Hier staat haar gulde standaardt pal Voor 't aangezigt der wereldt, Daar zy haar hoge zaal betreedt, In 't Hemels blaauw gesternde kleedt, Met eel gesteent beperelt, En toont van waarze is gedaaldt, En wie haar maat, en toen bepaaldt; [pagina 53] [p. 53] En Goddelijke driften: In 't Hooft waar datze is geplaatst, En door de stem haar rede kaatst, Om waan van weet te schiften; Wiens schrandre herssens voor de Heer Vol luyster, in de hoogste eer Als 't brandendt toors-licht lichten; Niet enckelijk in 't werk des Mans, De Vrouwen komen meê ten dans Met puyk van rare dichten, O VEER! Hoe veer loopt uwe veer In dese baan de konst tot eer! De eer tot u en gy tot Gode: Die haar in uw' gezet gemoedt En teeld' en baardt, en queekt, en voedt, Als of hy zandt een bode, Die door haar bootschap herten trekt, En zielen raakt, en boezems wekt, En duffe zinnen wakkerdt; Ten opsicht van het hoogste wit, Dat niet in stof en aarde zit, Hoe kant geploegd' geakkert. Geen Saffo leeft in uwen Geest, Gy schoeydt vry op een beter leest; Gy huwdt de konst aan wijsheydt: De wijsheydt aan de vreese Godts; Gegrondtvest op der rotsen rots, Waar in dat d'opper prijs leydt, Waar voort in konst doorlugte Maagt! Blijft van de waarheyt onderschraagt, Poogd' na de wetenschappen Van Christus uwen Bruydegom; [pagina 54] [p. 54] Zoo zult gy't waanrijk Heydendom, Voorby ten Hemel stappen. Het eelst van d'aldereelste wijn Vertoondt in 't helder Christalijn Op 't best haar deugd en eelheydt: De konst heeft tienmaal meerder glans, In 't breyn der Vrouwen, als in Mans, Na waarden en na veelheydt. Noch vaster: Jacob Steendam. In Amsterdam den 4. van Grasmaant. 1663. Vorige Volgende