Nakachidzé, prins Victor, nihilist, Levensloop, VI. 246 noot. |
Napoleon I, 1769-1821, II. 27, 29, 32, 35, 40, 41, 42 48, 49, 58, 73, 78, 100, 114, 121, 126 noot, 129 en noot, 140, 204, 364, 386, 395, III. 17, 134, 159 en noot, 195, 282, 381, 388, 444, 455, 497, 583, IV. 27, 59, 290, V. 192, 218, 346, VI. 40, 101, 120, 168, 200. |
Napoleon II, zie hertog van Reichstadt. |
Napoleon III, 1808-73, I. 42, II. 13, 16, 22, 47 noot, III. 44, 45, 52 noot, 58, 101, 153, 187, 275, 308, 331, 351 noot, 377, 414, 416, 443, 465, 471, 488, 494, 499 noot, 522, 544, 573, 593 en noot, 594, 596, 601, 602, 603, 604, 611, IV. 260, 383, V. 165, 175, 176, 217, 218, 246, 338, 345, 348, 349, 353 en noot, 455, VI. 30, 42, 47, 74, 75, 82, 83, 89, 99, 104, 111, 117, 230, 321, 324. Zijn Saint-Simonistische illusies, III. 110, 111, 112, 497. Zijn ‘Extinction du paupérisme’, 497-499. Vergeleken met Louis Blanc, 112 en noot. Zijn brieven aan George Sand, 112 noot. D'Haussonville over hem, 112 noot. Bevordert handel, enz. IV. 218. |
Narodnaja Volja, zie ‘Volkswil’, mannen van den. |
Narodniki, de, federalistisch gezinde socialisten in Rusland, VI. 243. |
Nashoba, genootschap in Tennessee gevestigd door F. Wrigt, II. 304. VI. 162. |
Nasmyth, James, Zijn zienswijze, I. 7 v. Zijn rapport over de werking van den ‘stoomhamer’, V. 416 noot. |
Nassau, Maurits van, circa 1740, I. 155. |
Nasse, E., staathuishoudkundige, prof. te Bonn, geb. 1829, I. 449. |
‘National Community Friendly Society’, gesticht door Robert Owen, II. 329. |
‘National Union’, Conferentie te Londen, 1831, IV. 224 noot. |
‘National Zeitung’, het blad van dr. Zabel, V. 350, 353. |
Natuurrecht, het, berustende op de aangeboren rechten van den mensch, II. 371 v. V. 100. VI. 154 |
Natzmer, D.G. von, Pruisisch veldmaarschalk, 1654-1739, I. 406. |
Navigátie-acte, uitgevaardigd 9 Oct. 1651, I. 456. |
Naylor, James, Kwaker, geeft zich uit voor den Messias, 1660, I. 145 noot, 156, 397. |
Nazareaat, het, I. 51. |
Nebucadnezar, koning, IV. 50. |
Necker, Jacques, Fransch minister van financiën, 1742-1804. III. 365. Bestrijdt Turgots plan, I. 295. Zijn denkbeelden, 313, 456. In Linguets Mémoires, I. 298 noot. Over de staathuishoudkunde, III. 322. Louis Blanc over hem, 393. |
Neebe, anarchist te Chicago, VI. 207. |
Neef, Josef, voegt zich bij de kolonisten te New-Harmony, II. 296. |
Nees von Esenbeck, C.G, Duitsch kruidkundige, 1776-1858. Zijn socialisme, IV. 402. Dringt aan op een arbeiders-ministerie, 402. Afgevaardigde ter Pruisische ‘National’ vergadering, 402. Zijn brochure, 402 noot. |
Negri, Ada, ltaliaansche socialistische dichteres, VI. 404. |
Nekrassof, N.A., Russisch dichter, 1821-77, VI. 221 en noot, 229. |
Neocriticisme, het, wijsgeerig stelsel, III. 341 noot. |
Neo-Malthusianisme, (zie ook Twee-Kinderstelsel), III. 548. IV. 112. V. 55. |
Neo-Platonici, eene Grieksche sekte, eischt gemeenschap van leven, I 28. |
Nero, Romeinsch keizer, I. 34, 284, 299. |
Netchajeff, Russisch anarchist, student te St. Petersburg, VI. 132. Invloed op zijn medestudenten, 132, die hij op de hoogte brengt der Internationale, 132. Naar Genève, 133. Zijn omgang aldaar, 133. In kennis met Bakounin, 133, die in hem een geschikt werktuig ziet voor zijn Alliantie om Marx de leiding der Internationale te betwisten, 133. Brengt met dezen in gereedheid allerlei opstellen voor de propaganda in Rusland, 51 noot, 54, 72 noot, 73 noot, 133-138. Bakounin's certificaat waarmee hij naar Rusland gaat, 133. Ogarjoff's gedicht; ‘de Student’, aan hem opgedragen, 137. Vormt onder de studenten een soort geheim genootschap, 137, waarmee Marx de Internationale verbiedt zich in te laten, V. 459. Gewantrouwd door Ivanoff, VI. 137. De politie ontdekt de samenzwering, 138, 233. Zijn proces, 51, 138. Vlucht naar Zwitserland, 138. Bakounin's blijdschap over zijn redding, 138. Indruk op Natalie Herzen, 139. Bakounin's brief over hem aan Ogarjoff, 139. Zijn beheer van het revolutiefonds, 140. Bakounin vertrouwt hem nog steeds, 63, 140, en verdedigt hem in een brief aan Ogarjoff, 140. Bakounin vindt zich in hem bedrogen en herroept zijn introductie-brief voor hem aan Talendier, 140 v. Gevolgen van zijn proces, 143. Uitgeleverd door de Zwitsersche regeering aan Rusland, 143. In de gevangenis, 143. Bakounin's eindoordeel over hem, 157. |
Nétré, Louis, III. 355. |
Nettlau, Max, anarchist, VI. 4 noot, 51. noot, 72 noot, 73 noot, 133 noot, 425. |
Neuhof, Theodor, baron von, koning van Corsica, 1681-1756. I. 271. |
‘New Fellowship’, Engelsch genootschap of broederschap VI. 387-389. |
New Harmony, communistische kolonie, IV. 129. |
New-Lanark, Robert Owen's inrichtingen aldaar, II. 153, 236-258, 266-271, 276, 291, 294, 354, 394, IV. 178. |
Newton, I., wis- en sterrenkundige, 1643-1727, I. 199, II 29, 158 en noot, III. 564. |
‘New York Criminal Zeitung’, waarin Willich zich tegenover Marx verdedigt, V. 341 noot. |
‘New York Tribune’, bevat artikelen van Karl Marx, V. 348. |
Nicolaas I, keizer van Rusland, 1796-1855, II. 256 v., VI. 5, 16, 27, 30, 34, 220. |
Nicolaas II, keizer van Rusland sinds 1894, VI. 241 noot, 348 noot. |
Nicolaï, C.F., Duitsch boekhandelaar en schrijver, 1733-1811, II. 375. |
Niebühr, B.G., geschiedschrijver, 1776-1831, II. 48. V. 230. |
Nietzsche, Fr., Duitsch wijsgeer, 1844-1900, III. 77 noot. IV. 349. |
Nieuwenhuis, F. Domela, leider der ‘libertaire’ socialisten, I. 80 noot, V. 489 noot, VI. 293 noot, 287 noot, 345, 410, 411, 412, 416, 417, 418, 419, 425. |
Nieuw-Pythagoreeërs, eene Grieksche secte, eischt gemeenschap van leven, I. 28. |
Nihilisme, Nihilisten, I. 68. IV. 431. VI. 51, 134 noot, 191, 219, 228, 229-245, 348. |
Nihilistische bladen. - Narodnaja Volga, VI. 243. |
Nijverheid, I. 4, 12, 15, 33, 87, 88 v., 456, II, 5, 9, 53, 54, 86, 101, 164, III. 15, 30, 37, 120, 319, 359, 365, 434, 439, 442, 588, IV. 2, 3, 15, 22, 51, 54, 75, 88, 154, 218, V. 30, 31, 237, 254, 321, 396, 433, VI. 110, 282, 462. |
| |
Nijverheidsbank, III. 120. |
Nikitine, Madme (pseud: B. Gendre), VI. 234 noot. |
Nikonoff, vermoord door de nihilisten, VI. 242. |
Nitschmann, Anna, I. 422. |
Nitschmann, D. bisschop te Herrnhut, I. 409, 418, 421. |
Noailles, A.M. hertog de, I. 205. |
Noailles, L.A. de, aartsbisschop van Parijs, 1651-1722, I. 406. |
Noailles, P. de, Fransch maarschalk, 1715-94, II. 17. |
Nobiling, C.E., Duitsch anarchist, V. 481. VI. 290 en noot. |
Nodier, C.E., Fransch schrijver, 1780-1844, II. 211. |
Noël, Jules, schrijver van ‘Un philosophe Belge’, (Colins), V. 452 noot. |
Noirot, Fourierist, III. 163 noot, 212 noot. |
Nordhoff, Ch., geb. 1830, Duitsch-Amerik. schrijver over ‘Communistic Societies’ I. 404 noot, III. 175 noot, VI. 165 noot. |
Normanby, C.H.P. markies van, Eng. gezant te Parijs, 1797-1863, II. 330. III. 415. |
North, Sir Dudley, Engelsch economist I. 451. |
Northampton-associatie, III. 175. |
Not, Fransch architect, maakt teekeningen voor Louis Blancs blokhuizen, III. 398. |
Nothingarianisme, associatie voor een beter en reiner maatschappij, III. 175. |
Nothjung, aangeklaagd wegens samenzwering tegen den Pruisischen Staat, V. 339. |
‘Nouvelle Bigarrure’, anti soc. Fransch tijdschrift, I. 247. |
Novalis, zie Hardenberg, F. von. |
Noyes, J.H., sticht de Oneida-communauteit, VI. 176, 177. Schrijft de ‘History of American Socialism’, 177. Geboorteplaats, 177. Familie, 177. Opvoeding, 177. Zijn leer, 177. Zijn bijnaam, 177, waarnaar zijn volgelingen zich noemen, 177. Zijn huwelijksleer, 179, 180. Sticht eene tweede gemeente te Wallingford, 179. In conflict met de regeering, 179. Vertrekt naar Canada, 179, waar hij sterft, 179. |
Numantia, hoofdstad van Hispania Tarra-conensis, I. 33. |
Nus, Eugène, Fransch dichter, Fourierist, sterft 1894, III. 163 noot, 184 noot. |
|
|