De socialisten: Personen en stelsels. Deel 6: In de tweede helft der XIXde eeuw, tweede gedeelte
(1875-1897)–H.P.G. Quack– AuteursrechtvrijH.P.G. Quack, De socialisten: Personen en stelsels. Deel 6: In de tweede helft der XIXde eeuw, tweede gedeelte. P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1912 (3de druk)
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3371 C 21
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de derde herziene druk van De socialisten: personen en stelsels. Deel 6: In de tweede helft der XIXde eeuw, tweede gedeelte van H.P.G. Quack uit 1912. Het totale werk omvat 6 delen.
redactionele ingrepen
p. 403: kop ‘V.’ → ‘IV.’
p. 563: in de laatste regel van deze pagina valt een nootnummer weg. De redactie heeft [x] geplaatst.
De ‘Verbetering’ van pagina 583 is in de lopende tekst doorgevoerd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 472, 582 en 584) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE SOCIALISTEN
[pagina II]
Van Mr. H.P.G. Quack zijn nog verschenen:
Het Staatswezen in de Veertiende Eeuw. Dissertatie. 1859.
Martinus des Amorie van der Hoeven. 1869.
Vier Bundels Verzamelde Opstellen:
Studiën op Sociaal Gebied. 1877.
Staat en maatschappij - Bouw en samenstel der maatschappij - Victor Aimé Huber - Maurice en de arbeiders - De Bosch Kemper - Traditie en ideaal in het volksleven - In de Leidsche Senaatskamer - Caroline - Mirabeau's leerjaren
Studiën en Schetsen. 1886.
Sociale politiek - Een sociale gedachte - Prins Kropotkin - Sociale rechtvaardigheid - Herinneringen der familie de la Ferronays - Maurice en Eugénie de Guérin - Fanny Lewald's jeugd - Professor Vreede - Mevrouw Bosboom-Toussaint - Conrad Busken Huet - Fransche dichters in 1875 - Fransche liedjes - Fransche landschapschilders - Fransche beeldhouwers.
Beelden en Groepen. 1892.
Inleiding tot gemeenschapszin - Port Royal - Plockhoy's sociale plannen - Het St. George's gild van John Ruskin - De Zwijndrechtsche broederschap - Gerrit de Clercq - Joh. C. Zimmerman - J.A. Alberdingk Thijm - Mr. H. Jacobi - De macht der taal.
Uit den Kring der Gemeenschap. 1899.
Over het begrip der gemeenschap - De ideeën van den heer Jean Izoulet - Adolf Kolping - De graaf de Mun - Mr. J.T. Buys - A.C. Wertheim - Uit de eerste dagen der Zwijndrechtsche broederschap - Rondom Prometheus.
[pagina III]
DE SOCIALISTEN
PERSONEN EN STELSELS
door
Mr. H.P.G. QUACK
ZESDE DEEL
derde herziene druk
IN DE TWEEDE HELFT DER XIXde EEUW
tweede gedeelte
register over de zes deelen
AMSTERDAM - P.N. VAN KAMPEN & ZOON - 1912
[pagina IV]
n.v. drukkerij v/h koch & knuttel - gouda
[pagina V]
INHOUD VAN HET ZESDE DEEL
Bladz. | |
Hoofdstuk VI Michael Bakounin | 1 |
Inleiding. Pag. 1. - I. Zijn jeugd en studie in Berlijn. Zijn artikelen over ‘Die Reaction in Deutschland’. Zijn leven in Parijs. Pag. 4. - II. Zijn medewerking aan de revolutie-beweging van 1848. Zijn Pan-Slavisch streven. Het Congres te Praag. Zijn strijd in Dresden. Gevangenschap. Pag. 17. - III. In Siberië. Zijn vlucht uit Siberië. Pag. 25. IV. In Londen. Samenwerking met Herzen en Ogarjoff. Twee brochures. Zijn houding bij den Poolschen opstand van 1862 en 1863. Pag. 30. - V. In Italië. Te Florence en te Napels. Het idee der anarchie. Op het congres der Vredesen Vrijheids-liga. Pag. 41. - VI. De stichting en uitwerking der ‘Alliantie’. Zijn poging om door de ‘Alliantie’ meester te worden van de ‘Internationale’. Zijn brieven over ‘Patriotisme’. Pag. 48. - VII. Het idee der Commune. De mislukte uitroeping der Commune te Lyon. De Parijsche Commune. Zijn ‘Lettres à un Français’. Pag. 71. - VIII. Zijn verschillende geschriften van 1871 en later. ‘Dieu et l'Etat’. Pag. 98. - IX. Voortgang van het Anarchisme in Italië, Spanje en Rusland. Netchajeff. Pag. 123. - X. Marx en Bakounin. Het Haagsche Congres der ‘Internationale’ van 1872. Samenvatting van Bakounin's leer. Pag. 143. - XI. Zijn laatste levens-jaren en dood. Pag. 155. | |
Hoofdstuk VII. Grepen uit Noord-Amerikaansch socialisme | 160 |
I. De Communauteiten: de Shakers enz. Josiah Warren en John Humphrey Noyes. De Mormonen. Pag. 161. - II. Henry George en zijn leer der land-nationalisatie. Pag. 184. - III. De strijd tegen het kapitalisme. Thoreau en zijn Walden. De ridders van den arbeid. De anarchisten van Chicago. Bellamy en zijn roman, Pag. 201. | |
Hoofdstuk VIII. Slavisch socialisme. Silhouetten uit Rusland. | 219 |
I. Tchernicheffski: zijn optreden, zijn roman en zijn verbanning in Siberië. Pag. 220. - II. Het Nihilisme en Terrorisme onder czar Alexander II. Stepniak en prins Kropotkin. Pag. 229. - III. Graaf Leo Tolstoï: zijn leven en geschriften. Pag. 248. |
[pagina VI]
Hoofdstuk IX. Verspreiding van het socialistisch idee in Germaansch-Romaansch Europa | 263 |
I. In Duitschland. De Sociaal-democratie. Het programma van Erfurt. Het Staats-socialisme. Propaganda onder de boeren. Anarchisten. Mackay's roman. Otto Effertz. Flürscheim's plan tot land-nationalisatie. Hertzka's ‘Freiland’. Pag. 264. - II. In Frankrijk. De Blanquisten, Guesdisten, Broussisten en Allemanisten. De onafhankelijke socialisten (Jaurès). De Anarchisten van het woord (Elisée Reclus) en van de daad (Ravachol). De arbeiders-syndicaten. Het Terrianisme. Letterkundigen en kunstenaars (Jules Vallès). Pag. 320. - III. In Engeland. De ‘Trades-unions’, oude en nieuwe. Hyndman en de ‘Justice’. De onafhankelijke arbeids-partij. Robert Blatchford en zijn ‘Merrie England’. Alfred Russell Wallace en de land-nationaliseerders. De Fabiërs. Ruskin. William Morris en zijn roman. Pag. 365. - IV. De internationale Congressen. Uitsluiting der Anarchisten. Pag. 403. - V. De drie stroomingen: het Marxistisch Collectivisme, het Anarchisme en het Syndicalisme. Pag. 426. | |
Slot-Hoofdstuk. Op den drempel der twintigste eeuw | 431 |
Besluit van het gansche werk. Nadere ontwikkeling van het begrip der Gemeenschap. | |
Register op de zes deelen van ‘De Socialisten’ | 471 |
[pagina 583]
Verbetering.
Deel I. | - | Op blz. 124, regel 6 v.o, staat: wilder, dit moet zijn: wider. Op blz. 203, regel 14 v.o., staat: Galabrië, dit moet zijn: Calabrië. Op blz. 283, noot 3, staat: Lamson, dit moet zijn: Lanson. Op blz. 457, regel 10 v.o., staat: uit deze: dit moet zijn: deze uit. |
Deel II. | - | Op blz. 114, regel 1 v.b., staat: 1722, dit moet zijn: 1772. Op blz. 204, regel 14 v.b., staat: hatelijk, dit moet zijn: hartelijk. Op blz. 205, regel 12 v.b., staat: geschaft, dit moet zijn: afgeschaft. Op blz. 374, regel 20 v.b., staat: zelven, dit moet zijn: zelve. |
Deel III. | - | Op blz. 33, regel 5 v.b., staat: aflaters, dit moet zijn: erflaters. Op blz. 199. noot 2, staat: Bürhli, dit moet zijn: Bürkli. Op blz. 295, regel 9 v.o., staat: den naam van Hel, dit moet zijn: een naam in de Hel. Op blz. 299, regel 21 v.b., staat: Renau, dit moet zijn: Renan. Op blz. 323, regel 9 v.b., staat: dwaling, dit moet zijn: daling. Op blz. 381, regel 11 v.b., staat: 21 October 1813, dit moet zijn: 29 October 1811. Op blz. 381, regel 22 v.b., staat: 1883, dit moet zijn: 1882. Op blz. 416, regel 5 v.o., staat: April 1876, dit moet zijn: Januari 1882. Op blz. 416 regel 3 v.o., staat: Zelf stierf hij in Oct. 1882, dit moet zijn: Zelf stierf hij arm te Cannes 6 Dec. 1882. |
Deel IV. | - | Op blz. 57 noot regel 2 v.o., staat: musicus en opera-dichter, dit moet zijn: romanschrijver en operetten-dichter. Op blz. 64, regel 4 v.o. staat: Drie, dit moet zijn: Die. Op blz. 343, regel 8 v.o., staat: der onmogelijkheid, dit moet zijn: de onmogelijkheid. |
Deel V. | - | Op blz. 16, regel 15 v.o, staat: beteekenis, dit moet zijn: bekentenis. Op blz. 26, regel 20 v.o., staat: wanneer, dit moet zijn: waarnaar. Op blz. 438 noot regel 2 v.o., staat: 532, dit moet zijn: 432. |
Deel VI. | - | Op blz. 335 regel 12 v.o., staat: weldra was de degenzwaai, dit moet zijn: weldra de degen-zwaai. |