| |
D
Dadabhac Naoroji, behoort tot de Fabiërs, VI. 383 noot. |
Daens, Belgisch priester, VI. 459 noot. |
Daguerre, mede-redacteur van ‘L'Avenir’, III. 288. |
Dahnhardt, Marie, getrouwd met Max Stirner, IV. 350, V. 352 noot. |
Dain, Fourierist, Op het congres van het Historisch Instituut, III. 139, 140 noot. |
Dale, D., katoenspinner, Robert Owens schoonvader, II. 235 en noot, 236, 237 en noot. 311. |
Dalge, ter dood veroordeeld 1848. Gedelegeerd van Leipzig naar Berlijn, V. 249 |
Dalou, socialistisch Fransch beeldhouwer, III. 228, VI. 360 noot, 362 en noot, 363 noot. |
Dalton, J., Kwaker, vriend van Robert Owen, II. 234. |
Daly, C, Fransch architect, volgeling van Fourier, II. 224, III. 153 en noot. Sterft, 154 noot. Levert de teekeningen voor Louis Blancs blokhuizen, 398. |
Dammer, Dr. Otto, gedelegeerd van Leipzig naar Berlijn, V, 250, 260. Vice-president van het Allg. Arbeiters Verein, 265. Werki in Saksen voor Lassalles Verein, 296 noot. |
Dana, C.A. Amerikaansch journalist, bezoekt Brook-Farm-Community, III. 176. Zijn manifest, 179. Wordt rondreizend spreker, 180. Zijn brief aan Karl Marx, 343. |
Danckaerts, Jasper, tracht eene Labadistische kolonie in Pennsylvanië te vestigen, I. 154. |
Danckelmann, E. Freiherr von, Pruisisch minister, 1643-1722, I. 151. |
Danguy, mederedacteur van ‘La Revue Nationale’, III. 329. Lid der verdeelingscommissie. 331. |
Daniels, aangeklaagd en in arrest wegens samenzwering tegen den Pruisischen Staat, V. 339. |
Dante, Italiaansch dichter, 1265-1321, I. 71, V. 175, 380. |
Danton, George, advocaat, leider der Fransche revolutie, 1759-94, I. 206. Te Parijs, 320. Lid van de club der Cordeliers, 337. Minister van Justitie, 340. Laat de September-moorden toe, 340. De Sans-Culottes over hem, 342. Onder de guillotine, 355, VI. 120. Tegenover Proudhon, III. 565 noot. Nagebootst door Ledru Rollin, VI. 83. |
Darboy, aartsbisschop van Parijs, VI. 94. |
Darimon, A., Fransch journalist, geb. 1819, III. 527 noot. Leerling van Proudhon, 551 en noot, 561, 613. Zijn correspondentie met dezen, 612 noot. |
Darmès, tracht Louis Philippe te vermoorden, III. 226. |
Dartford, in Kent, uitgangspunt van het volksoproer onder Wat Tyler, I. 77. |
Darthé, student te Parijs. Maakt kennis met Babeuf, I. 367. Verstaat zich met hem over diens socialistische hervormingsplannen, 367. Levensloop, 367. Karakter, 367. Bewonderaar van Robespierre, 367 Verleent een schuilplaats aan Babeuf, 370. Woont de vergaderingen bij ten huize van Amar, 370. In de Parijsche politieke comité's van 1795, 372. In de club van het Panthéon, 373. Lid van Babeufs geheim Directoire, 373. Het aan hem toegeschreven socialistisch gedicht, 376. Vergadert bij Massart, 382 Gevangen genomen, 382. Ter dood veroordeeld, 391. Poging tot zelfmoord, 391. Op het schavot, 391. |
Darwin, C.R., en het Darwinismus 1809-82, II. 358, VI. 179. |
Darzens, VI. 360 noot. |
Daudet, A., Fransch schrijver, geb. 1840, III. 613. |
Dave, Victor, Belgisch anarchist, VI. 159 noot, 404. |
Davenant, C., Eng. staathuishoudkundige, XVIIIe eeuw, I. 451. |
| |
| |
David, Félicien, Fransch componist, 1810-73. Leidt de muziek in Ménilmontant, III. 94. Zijn marsch en gezang voor de arbeiders, 96. Geeft concerten in Enfantins kolonie, 107. |
David Jorisz, Wederdooper, I. 120. |
Davis, Andrew Jackson, maakt in Amerika bekend de geschriften van Swedenborg, III. 180. |
Dawson, W.H., Eng. schrijver over het Duitsch socialisme en Lassalle, V. 307 noot, VI. 156 noot. |
Debbs, Amerikaansch socialist, VI. 422 noot. |
Debon, gelijktijdig met Babeuf in de gevangenis te Arras, 1795, I. 368. Zijn invloed in de vergaderingen bij Amar, 370. Over Parijs, 372, 377. Lid van Babeufs geheim Directoire, 373. |
Decazes, E. hertog de, Fransch staatsman, 1780-1860. Zijn wet op de verkiezingen, II. 67. Val als minister, III. 16 Louis Blanc aan hem voorgesteld, 381, 397. |
Decker, M., I. 451. |
Declaratie van 1682 (‘Quatuor propositiones cleri Gallicani’), III. 285, 286, 288. |
Decreet, tot verbod van arbeid door kinderen beneden 10 jaar, uitgevaardigd in 1813 door Napoleon, II. 395. |
Decreet der Fransche revolutie van 1848, bepalende den arbeidsduur enz., III. 364, 397 noot. |
Decurtins, Zwitsersch socialist, VI. 404. |
Defuisseaux, A., Belgisch socialist, VI. 404. |
‘Degrés des industriels’, der Saint-Simonisten, III. 73 noot. |
Dehay, leider der communistische kolonie bij Clovendale, III. 278. |
Dejacques, Joseph, revolutionnaire Proudhonist, III. 613 en noot. Tracht het Proudhonisme te vervormen, V. 441 noot. |
Dejeante, Fransch kamerlid. Allemanist, VI. 331 en noot, 417, 421 noot, 424 noot. |
Dekabristen, de, deelnemers aan den opstand te Petersburg, December 1825, VI. 4 noot, 16, 33, 35. |
Deken, Henri de. Treedt op tegen den rijkdom der Kerk, I. 69. |
Dekker, E. Douwes(Multatuli) Nederlandsch schrijver, IV. 152, VI. 439. |
Deknatel, J., predikant, 1698-1759, I. 418. |
De la Barre, Chevalier, Fransch officier, I. 283. |
Delagueule, zijn plan voor verplichten arbeid, I. 358 noot. |
Delescluze, L.C., 1809-71, Zijn blad ‘La Révolution Démocratique et Sociale’, III 446 noot. Lid der Commune te Parijs, VI. 93, 95. Brief van Colin, III. 457 noot. Zijn dood, VI. 94. |
Delhasse, Félix, Proudhon's Belgische vriend, III. 612 noot. |
Delille, J., Fransch dichter, 1738-1813, I. 353, |
Delle, Reverend J. van, schrijft over het Mormonisme, VI. 181 noot. |
Delon, VI. 360 noot. |
Dembourg, Madame, VI. 354. |
Democratische Partij, de, V. 28, 333-336, VI. 8. |
‘Democratisch Verein’, der Rijnprovincie, Zijn anti-belasting-beweging, IV. 405. |
Democratische Volksclub, te Dusseldorf, V. 205. |
Denck, Joh., Wederdooper in Tirol, I. 102, 104. |
Denis, Hector, Belgisch socialist, V. 3 noot. VI. 404. |
Dequenne, directeur der werkplaatsen te Guise, III, 211. |
Dereure, Simon, V. 452 noot. |
Deroulède, P., Fransch dichter, geb. 1848, VI. 260 noot. |
Desages, Luc. III. 355, 357 noot |
Desborough, Cromwell's zwager, I. 143. |
‘Descamisados’, (mannen zonder hemd) Spaansche anarchisten, VI. 131 noot. |
Descartes, R. philosoof, 1596-1650, I. 203 II. 29, 32 III. 464, 564, 573. |
Deschamps, Dom, Benedictijner monnik, sterft 1774, I. 300 v. |
Deschamps, steunt Buchez' productie-associaties, III. 328. |
Deschanel, P., Fransch kamerlid, VI. 326, 336 noot. |
Desfarges, behoort in de Fransche Kamer tot de onafhankelijke socialisten, VI. 335. |
Desjardins, G., Adept der geheime Fransche genootschappen, III. 495. |
Desmoulins, August, III. 355, 357 noot. |
Desmoulins, Camille, Advocaat te Parijs, geboren 1760. Zijn speeches I. 318 Zijn brochures, 319, 320 en noot. Prijst de arbeiders 320. Zijn socialisme, 324. Zijn drijfkracht, 326. Zijn smaadschriften tegen Brissot 327 v. Lid van de club der Cordeliers. 337. Zijn rede over gelijkheid, 339 v. Secretaris-Generaal, 340. Uitgemaakt voor frasenmaker, 342. Zijn oordeel over het orgaan der Hébertisten, 347. Verwijt aan Momoro, 348. Geguillotineerd, 355. Zijn vrouw dweept met Maréchal's verzen, 369. |
Dessoliaire, Fransch kleermaker. In briefwisseling met Lamennais, III. 308 noot. |
D'Ester, K.L.J., geneesheer te Keulen, democratische volksleider, IV. 402 noot. VI. 20. |
Destrem, Hippolyte, redacteur van Fourie-ristische bladen, III. 212 noot. |
Destutt de Tracy, A.L.C. graaf, Fransch schrijver, 1754-1850. II. 147 en noot. |
‘Deutsche Allgemeine Zeitung’, V. 259. |
‘Deutsche Bund der Geächteten’, geheim genootschap te Parijs, hoofdzakelijk van Duitsche handwerkslieden. IV. 300. |
‘Deutsche Volksverein’, Oorsprong, IV. 299. Streven, 299. Circulaires 299. Jaarfeest, 299. Geeft een blaadje uit, 299 Wordt heftiger, 300. Ontbonden door de Fransche politie, 300. |
Devay, behoort tot de eerste Fourieristen, III. 127. |
Deville, G., Fransch kamerlid, volgeling van Jules Guesde. VI. 327, 417. |
Dézamy, Théodore, journalist te Parijs, III. 240, IV. IV. 337. Geboorteplaats, III. 240, Waar hij arm sterft, 240. Karakter, 241. Zijn stelsel van Communisme, 241. Verwerpt vaderlandsliefde, 241. Zijne weerlegging van Lamennais, 241. Overzicht van zijn: ‘Code de la Communauté’, 241-246. Overeenkomst met Morelly's ‘Code de la Nature’, 241 en waarin is overgenomen van Fourier, 242. Over Cabet, 246, 247. Overige geschriften, 246. Op het eerste ‘Banquet Communiste’, 247. Onderscheid tusschen hem en Cabet, 247 Zijn opmerking over diens ‘Voyage en Icarie’, 250 noot. Bestreden door Cabet, 263. Over Jean Reynauds, 373 noot. |
Diard, kamerdienaar van graaf de Saint-Simon, 1790-97, II. 28, 32, 35. |
Dickens, Charles, de Engelsche romanschrijver, 1812-70, IV. 25, VI. 390. |
Diderot, Denis, Fransch Encyclopedist, 1713-84, I. 257, III. 358. Gehouden voor den schrijver van Morelly's Code de la Nature, I. 258, 391. Gast der Vicomtesse de Castellane, 266.
|
| |
| |
Zijn gewaagde stellingen, 280 en noot. Zijn strijd met d'Alembert, II. 30. Invloed zijner werken op Charles Fourier. 120. Overeenkomst tusschen Cantagrel's, Le Fou du Palais-Royal’ en zijn ‘Neveu de Rameau’, III. 152. Zijn Encyclopedie, 340. |
Didier, slotenmaker te Paris. In de politieke comités van 1795, I. 372. In Babeuf's geheim Directoire, 374. Vergadert bij Massart, 382. Gevangengenomen, 382. |
Didier, Charles, III 300. |
Didier, René, III, 495. |
Didot, boekdrukker te Parijs. III. 334 en noot, 350. |
Diefstal, Brissot's definitie, I. 331 v. |
Dietsch, Andreas, aanhanger van Weitling, IV 322. |
Dietz, Oswald, bewaarder van het archief der Duitsche Communisten te Londen. V. 340, 341. |
Dietzel, K.A., Duitsch Staathuishoudkundige, geb. 1829, V. 91 noot. |
Dietzgen, Josef, leerlooier, socialistisch schrijver. Over Marx, Das Kapilal, V. 402 noot, 470. Hooggeschat door Karl Marx, 470 noot. |
Dillon, pastoor, lid der Assemblée voor Thouars bij Poitiers 1789, I. 319 noot, 321. Over de goederen der Kerk, 321 noot. |
Dingelstedt, F., Duitsch dichter, 1814-81, IV. 393 en noot. |
Dio, Cassius, Grieksch geschiedschrijver, V. 142. |
Diocletianus, Romeinsch keizer, V. 150. |
Directoire, geheim, van Bateuf, I. 373. Instructie voor de agenten, 373 v. Programma, 374. Verspreidt geschriften, 375. Liederen, 376, Acte Insurrecteur, 378 v. Militair Comité 380. Verraad, 381, 388. Economisch decreet, 383 v., Politie-decreet, 386 v. |
Dirks, Willem, I 107. |
Disraeli, B., Britsch staatsman, 1804-81, I. 42, IV. 236, 258. |
Dissenters, de, protestanten afwijkende van de Eng. Staatskerk, II. 325. |
Ditmarsische boeren, staan op onder Edemans Jürgen, in 1144, I 73 |
Dittelbach, P., pred te Neudorp, I. 151. |
Divara, tweede vrouw van Jan Mathijsen, I. 114. |
Dober, L., zendeling der Herrnhutters, 1731, I. 417. |
Doeden, Jan, I. 173. |
Doherty, Hugh, Eng. letterkundige. Zijn essays vertaald opgenomen in Fouriers ‘La Phalange’, III. 165 Maakt Fouriers stelsel in Engeland bekend. 173, VI. 162. Op het congres der Owenisten, III. 173 noot. Richt te Londen een Fourieristisch blad op, 173. Over de methode van Fourier en die van Swedenborg, 180. |
Dohm, E. von, Redacteur van ‘Kladderadatsch’, 1819-83, IV. 345. |
Dohna, Maurits Willem, graaf van, I. 419. |
Dolcino, uit Vercelli, vestigt zich met zijn volgelingen in de vallei Val Sesia, I 72, leven in gemeenschap van goederen, 72; hun levenswijze, 72; bestreden door het leger van den bisschop, 72; vluchten naar den berg Zerbal, alwaar zij den hongerdood sterven, 72. |
Döleke, H, reconstrueert in 1838 het ‘Jonge Duitschland’ in Zwitserland, IV. 325. Leidt de sectie van den Zwitserschen arbeidsbond gesticht door Wilhelm Marr, 327. In hechtenis, 327. Uit Zwitserland gezet, 327. Vertrekt naar Frankrijk, 327. Komt terecht in Algiers, 327. |
Dombrowski, J., Poolsch luitenant, neemt deel aan de Commune te Parijs in 1871, VI. 93. |
Domitianus, (Titus Flavius), Romeinsch keizer, 51-96, III. 487 noot |
Donatello, (Donato di Niccolo di Betto Bardi) Beeldhouwer, 1383-1466. Zijn verdeeling van de opbrengst der reproductie, IV. 11. Afbeelding van zijn St. George, VI. 470. |
Donatierecht, het, III. 516. |
Doni, Francesco, humoristisch Italiaansch schrijver, sterft 1574. Beschrijft eene communistische stad, I. 202, 203. |
Dönniges, von, Beiersch diplomaat, 1814-72. V. 299, 301, 302, 303, 304, 305. |
Dönniges, Hélène von, V. 298-307. |
Doode hand, goederen in, I. 62, 83, VI. 274. |
Doodstraf, bestrijding en toepassing der, I. 40, 48, 104, 181, 183, 191, 224, 268, 273, 332, 386, III. 158, 554, IV. 21, 279, VI. 50, 86, 270. |
Dorat, C.J., Fransch dichter, 1734-80, I. 282. |
Dorat Cubières, I 349 en noot. |
Dorían, Pierre, Fourierist, III. 162 v. |
Dormon, mijnarbeider, socialist, VI. 410 noot. |
Dostojeffski, F., Russisch schrijver, 1822-64, VI. 220 noot, 221 noot, 227 noot. |
Douane-recht, het, III. 544. |
Douane-stelsel, in Duitschland, ontworpen in 1522, I. 88 en noot. |
Doukhobortzi's, de, eene Russische secte, VI. 261 en noot. |
Douville de Maillefeu, Fransch rechter, I. 283, 286. |
Dove, Patrick Edw., 1850, VI. 379 noot. |
Dragomanow, M., Russisch schrijver en volksmenner, geb. 1841 Geeft Bakounins brieven met voorrede uit, VI. 6 noot, 15 noot, 17 noot, 18 noot, 22 noot, 25 noot, 27 noot, 29 noot, 32 noot, 34 noot, 37 noot, 43 noot, 46 noot, 51 noot, 60 noot, 70 noot, 72 noot, 84 noot, 88 noot, 95 noot, 133 noot, 136 noot, 139 noot, 142 noot, 154 noot. |
Drank, misbruik, van sterken, aanleiding tot, IV. 13, 152, V. 58, VI. 185. |
Drankbestrijding, I. 224, II. 239, 248, VI. 185, 260, 318 |
‘Dreiklassenwahlgesetz’, Pruisische kieswet van 1849, V. 234. |
Drenteln, Russisch generaal, VI. 242. |
Dresden, oproer te, in 1849, VI. 22-25, 40. |
Deux-Brézé, markies de, VI. 362. |
Dreyfus, kapitein, VI. 337, 338, 345, 425. |
Dreyfus, Ferdinand, II. 60 noot. |
Drievoudig verbond, het, tusschen Duitschland. Oostenrijk en Italië, VI. 267. |
Drinkwater, Manchester katoenspinner, II. 234. |
Dronke, E., Duitsch socialist, IV. 345. Dicht sociale verzen, 393. Redacteur van de ‘Neue Rheinische Zeitung’, 403. |
Drouet, Jean Baptiste, 1763-1824, postmeester. Lid van de club van het Panthéon, I. 372. Getrouw aan Babeuf, 380. Vergadering te zijnen huize, 380. Gevangen genomen, 382. In staat van beschuldiging, 390. |
Droz, F.X.J., Fransch staathuishoudkundige, 1773-1850, III. 513. |
Drucker, Mej., VI. 412. |
Drucker, H.L., prof., Kamerlid, VI. 452 noot, |
Drukpers, vrijheid van, I. 366, III. 157, 223, 255, 292 en noot, 349, 366, 390, 429, 450, 467, IV. 274, 291, 297, 314, VI. 383. |
Drukpersdelict, V. 467. |
Drukpers-edict van Juni 1863, uitgevaardigd door Bismarck, V. 266. |
‘Drukpers-Verein’, het, te Parijs, IV. 299. |
Drummond, Eng. gezantschapssecr., V. 414. |
| |
| |
Drumont, anti-semitisch schrijver, III. 155. |
Dryden, John, Eng. dichter, 1631-1700, I. 451 noot. |
Dubarry, M.J. gravin, maîtresse van Lodewijk XV, 1746-93, III. 580. |
Dubochet, Fransch economist, keert zich af van het Saint-Simonisme, III. 19. |
Dubois, verdacht bij Robespierre, I. 346. |
Dubois, Félix, schrijft ‘Le péril anarchiste’, VI. 344 noot. |
Dubois, P.F., Fransch schrijver, sticht in 1824 met Leroux den ‘Globe’, 1795-1874, III. 58 en noot. Gérant van ‘Le Globe’, 60. Zijn verklaring in de Kamer, 61 noot. |
Dubois de la Villerabel, A., III. 280. |
Dubois, Abt, I. 260. |
Dubreuil, Fransch geneesheer, vriend van Pechmeia, I. 280 noot. |
Ducamp, Maxime, Fransch schrijver, geb. 1822, Saint-Simonist, III. 84 noot. Over Fieschi's aanslag op Louis Philippe, 224 noot. |
Ducatel, leidt de troepen binnen Parijs, Mei 1871, VI. 93. |
Duchâtel, C.M.T. graaf, Fransch staatsman en schrijver, 1803-67. Levert artikelen voor ‘Le Globe’, III 59. Bestreden, 167 noot. |
Duchène, G., Fransch schrijver, medewerker aan Proudhons industrieele, financieele handboeken, III, 595 noot. |
Duclerc, C.T.E., mederedacteur van ‘Le Bon Sens’, III. 382 President-minister, 382. Bestrijdt de doctrinaire ministers, 382. |
Duel, het, I. 141, 211, V. 209. |
Dufour, te Parijs, I. 382. |
Dufour, Fransch socialist, Kamerlid, VI. 424 noot. |
Dugied, Saint-Simonist, III. 17. Lid van ‘Le petit Mercredi’, 47. Keert zich tegen Buchez, 46 noot. Naar Brussel, 63 noot. Leidt de volksvoordrachten, 63. Scheidt zich af, 70. Neemt deel aan de revolutie te Napels, 315. |
Duguay-Trouin, R., Fransch zeeheld, 1673-1736, III. 280. |
Duguit, Léon, verwijzing naar zijn ‘Le droit social’ enz., VI. 430 noot. |
Dühring, E.K., Duitsch staathuishoudkundig schrijver, geb. 1833. Negeert Rodbertus, V. 193. Neigt tot socialisme, 481. Aangevallen door Engels in de ‘Vorwärts’, 481. Invloed dier artikelen op E. Bernsteins gevoelens voor hem, 482, VI. 277. Marx over hem, V. 484 noot. |
Duizend-jarig rijk, het Chiliasme, I. 58, 71, 102, 103, 105, 106, 113, 139, 146, 151, 176, 401, 403, 428, II. 239, 344. |
Dulac, medestander van Bakounin, VI. 96. |
Dulong, Fransch afgevaardigde, III. 249. |
Dumay, lid van den Parijschen gemeenteraad, geestverwant van Paul Brousse, VI. 330 noot. |
Dumolard, Saint-Simonist, sterft in Egypte, III. 108. |
Dumont, P.E.L., 1759-1829, aanhanger der wijsbegeerte van Bentham, III. 17. |
Duncker, F., democratische uitgever te Berlijn, V. 209, 226. |
Duncombe, T., radicaal, Eng. parlementslid, 1791-1861, IV. 226. Brengt in de petitie voor het Volks-Charter, 248, en verdedigt de werklieden, 243. In den financieelen raad voor O'Connors landplan, 251. |
Dunoyer, Charles, Fransch economist. Zijn éénzijdigheid, I. 2. Saint-Simon verwijst naar hem, II. 88. |
Dupin, A.L.A., zie George Sand. |
Dupin, A.M.J.J., Fransch staatsman, 1783-1865. Vestigt de aandacht op de bezitting der Jaults, I. 449 noot. Zijn leus, III. 5. Zijn oordeel over de Saint-Simonisten, 56. Voorzitter van de ‘Assemblée Législative’, 188. Voor de declaratie van 1682, 288. In de Nationale Vergadering van 31 Juli 1848, 565. |
Duplay, Simon, Huisvest Robespierre, verstaat zich met Babeuf, I. 368. Zijn democratische artikelen, 375. |
Duplesis, Lucile, gehuwd met Camille Desmoulins, I. 328 noot, 369. |
Dupont, Zijn voorstel over de ‘trade-unions’ aangenomen door de ‘Internationale’, V. 442. |
Dupont, J.C. de l'Eure, Fransch staatsman, 1767-1855, III 394. |
Dupont, Pierre, Fransch volksdichter. Afkomst, III 485 noot. Zijn liederen, 485. |
Dupont, P.S., Physiocraat, 1739-1817, VI 198. |
Dupont-White, C.B., Fransch staathuishoudkundige, 1807-78. Over Pierre Leroux, III 370 noot. Lid der gouvernementscommissie voor de arbeiders, 396. Over Louis Blancs stelsel, 405. |
Dupoty, lid der Fransche gouvernementscommissie voor de arbeiders, III. 396. |
Duprat, P., Fransch schrijver, geb. 1812, Mede-oprichter van ‘Le Peuple Constituant’, III 309. Medewerker aan de ‘Réforme’, 391. |
Dupuytren, G., Fransch geneesheer, 1778-1865, II. 21, III. 369. |
Durand, Alice Marie Céleste, Fransch romanschrijfster onder den naam Henry Gréville, III. 184 noot. |
Dusentschuer, Wederdooper, I. 115. |
Dussoubs, Marcellin, III 355. |
Dutens, J.M., Fransch staathuishoudkundige, 1795-1848, II 145 noot. |
Duval, Ch., In de Nationale Conventie van 1792, I. 361. |
Duvergier, J.B., behoort tot den kring van Saint-Simon, II. 98. |
Duvergier de Hauranne, P., Fransch schrijver en staatsman, 1798-1881, Werkt mede aan ‘Le Globe’, III. 59. |
Duveyrier, C., Fransch schrijver en advocaat, 1803-66, Saint-Simonist, III 44 Sainte-Beuve over hem, 44. Zijn geschriften, 44 en noot. Sterft, 44 v. Werkt mee aan ‘L'Organisateur’, 46. Zijn partijgenooten vergaderen bij hem aan huis, 46. Lid van ‘Le petit Mercredi’, 47. Tegen Buchez, 46 noot. Naar Brussel om propaganda voor het Saint-Simonisme te maken, 63 noot. Enfantins brief aan hem, 49 v., 76. Terug van eene zending naar Engeland, 82. Voor den rechter gedaagd, 83, 99. Enfantin getrouw, 85. S'eunt Michel Chevaliers industrieele politiek, 87 noot, 88. Over de bestrijding der cholera, 89. Zijn boek: ‘La Ville nouvelle’, 100. Vertrekt van Ménilmontant, 103 Zijn ‘Lettres politiques’, 109. Wordt onder Napoleon III een man van hooge beteekenis, 110 v. Lid van de Gouvernementscommisie voor de arbeiders, 396. |
Duveyrier, Henry, Fransch schrijver en reiziger in Afrika, geb. 1840, III. 44 noot. |
Dwang-arbeid, III. 158. |
Dwight, Sluit zich aan bij de leden der Brook-Farm-Community, III. 176. |
|
|