| |
| |
| |
| |
| |
| |
Register op de zes deelen van de socialisten
De Romeinsche cijfers wijzen het deel, de Arabische cijfers de bladzijden aan.
_______________
Wij zijn dit uitvoerig register verschuldigd aan den arbeid van den Heer J. de Hoop Scheffer, wien wij daarvoor onzen warmen dank brengen.
| |
| |
| |
| |
A.
Abbema, II. 19 noot. |
Abdin, weduwe, I. 390. |
Aberdeen, G.H.G. lord, Eng. staatsman, 1784-1860, II. 305. |
Abortus - I. 27. |
Accesierecht, het, III. 516. |
Accijnzen, zie Belasting. |
Ackermann, Fransch litterator, III. 510, 514. |
Ackermann, leidt de kolonie Zoar der Separisten, VI. 168. |
Ackermann, L.V., geb. Choquet, geb. 1813, Fransch dichteres, III. 543 noot. |
Ackroyd, S., steunt John Trevor's genootschap ‘de Arbeidskerk’, VI. 389. |
‘Acte insurrecteur’, IV, I. 378, 380. |
Adam, lid der Fransche commune van 1871, VI. 91. |
Adami, Tobias, I, 205. |
Adamieten, dweepzieke secte onder de Taborieten, I, 80. |
Adelaide, Eng. prinses, IV. 245. |
Adler, Georg, Verwijzing naar zijn ‘Geschichte soc.-pol. Arbeiterbewegung’, III. 124, IV. 297, 399, V. 18 en zie voorts IV. 2 noot, V. 190 noot. |
Adler, Dr. V., Oostenrijksch socialist, VI. 410, 420. |
‘Adscripticius’, Rom. arbeidsslaaf, V. 137. |
Aersens, C., heer van Sommelsdijk, I. 150. |
Affre, D.A., aartsbisschop van Parijs, 1793-1848, V. 11, VI. 457. |
‘Agence générale pour la défense de la liberté religieuse’, opgericht door Lamennais, III, 288, 289, 292. |
Agoult, M.C.S. de Flavigny, gravin d', Fransch schrijfster onder den naam: Daniel Stern, III. 368, 490, 491, V. 229. |
Agrarische programma, het, ingediend op het socialistisch congres te Breslau, VI. 273-276. |
Agrarische quaestie, VI. 418. |
Agrarische wetten, I. 270, 272, 325, 375, 432, II. 3, III. 217, 262, 263, 564, IV 61 noot. |
Agrippa, Romeinsch veldheer, V. 142. |
Aguado, A.M., markies de la Maximas del Guadalquivir, Spaansch bankier te Parijs, 1784-1842, III. 351 en noot. |
Aiguillon, A.V.D.R. hertog d', Fransch minister, 1720-1800, I. 283 en noot, II. 17. |
Akkeren, Abraham van, I. 173. |
Akkerwet, van Tiberius Gracchus, I. 38, 42. |
Albert, Duitsch econoom, IV. 286. |
Albert, Fransch arbeider, Lid van het Voorloopig Bewind, III. 394 en noot, 555, IV. 411. Onder-Voorzitter der gouvernementscommissie voor de arbeiders, III. 396. Niet gekozen in de Uitvoerende Commissie, 412. Leidt met Barbés de manifestatie voor Polen naar het stadhuis te Parijs, 413. Sterft, IV. 411 noot. |
Albi, Fransche stad waarnaar genoemd de Albigenzen, I. 69. |
Albigenzen, de, nemen over de denkwijze van Peter de Brueys en Henri de Deken, I, 69. |
Albrecht, bijgenaamd de profeet, communist. In Zwitserland, IV. 317, 324. August Becker sluit zich bij hem aan, 323v. Sterft, 324. |
Alcan, Félix, de Parijsche uitgever van socialistische geschriften, II. 90 noot. |
Alcott, Brownson, sociale hervormer in Noord-Amerika, III. 176. |
Aldam, Derbyshire landbouwer, II, 345, 347. |
Alembert, J. le Rond d', Fransch wijsgeer 1717-83, I. 259 noot, 279, 295 noot, II. 15, 28, 30, 201, III. 340, 393. |
Alexander Severus, Romeinsch keizer, V. 148. |
Alexander I, keizer van Rusland, 1774-1825. II. 47 en noot, 267, VI. 224. |
Alexander II, keizer van Rusland, 1818-81, VI. 27, 30, 34, 46, 132, 134, 143, 219, 222, 230, 232, 233 en noot, 238, 242, 244, 245, 246, 247, 414. |
Alexander IV, paus, I. 71. |
Alexis Michaelowitch, czar van Rusland, 1629-76, VI. 134. |
Alfred, de Groote, koning van Engeland, IV. 36. |
Alfred, schrijver van ‘History of the factory movement from 1802-47’, IV. 224 noot. |
Alhaiza, redacteur van ‘La Rénovation’, III, 212 noot. |
Alibaud, L., doet een aanslag op het leven van Louis Philippe, 1810-36, II. 221. |
Alice, prinses, gehuwd met Lodewijk van Hessen, geb. 1843, IV. 295. |
Alisse, Jules, Saint-Simonist, medewerker aan ‘L'Organisateur’, III. 46, 47. |
Allard, Fransch Soc., Kamer Afgevaardigde, VI. 424 noot. |
Allègre, Saint-Simonist, III. 110. |
Allemane, J., Fransch socialist, leider der Allemanisten, VI. 320, 326, 330, 331. Medewerker aan Brousse's Prolétaire, 330. Zijn oordeel over dezen, 330. Neemt deel aan de Parijsche commune van 1871, 330. Tot deportatie veroordeeld, 330. Terug, wordt typograaf, 330. Invloed op zijn kameraden, 331. Accent,
|
| |
| |
330 noot. Kamerlid, 331 noot. Voorkomen, 331. Zijn taktiek en actie, 332. IJvert voor het lot der vrouwelijke arbeiders, 332. Woont bij het congres te Londen in 1896, 417, waar hij de anarchisten helpt, 419. |
Allemanisten, volgelingen van Jean Allemane. VI 320. Scheiden zich af van Paul Brousse, 325. Naam hunner partij, 331. Organisatie, 331. Hun Blad, 331. Leider, 331. Afgevaardigden in Kamer en gemeenteraden, 331 en noot. Houden jaarlijks een congres, 331. Doelwit en opvatting, 332. Eischen, 332. Invloed, 320, 332. Optreden op het congres te Brussel in 1891, 412. Steunen Jaurès op het congres te Parijs in 1900, 421. |
Allen, John, propagandist voor het Fourierisme in Amerika, III. 180. |
Allen, W., Amerikaansch schrijver 1784-1868. Neemt deel aan Robert Owens financieel plan, II. 250. Oneens met Owen, 257, 266. |
Alliantie, Heilige, gesloten 26 Sept. 1815, II. 47, 100 en noot, 103 noot, 109, 111, 267, 268, 322, III. 2, 340. |
‘Alliance communiste’, een fractie gevormd onder Groussier en Dejeante, VI. 421 en noot. |
‘Alliance de la Démocratie Socialíste’ gesticht door Bakounin, V. 455, VI. 48, 49, 65, 71, 129. Aanleiding en doel, 48 en noot, 49, 72. Inrichting, 49, 52-55. Geheim programma, 50-52. Publiek programma, 51. Tracht de Internationale te overrompelen, V. 453, 455, 456, 459-461. VI. 57-61, 64, 65, 70, 131, 133. Vóór de Internationale gevestigd in Italië, 125. Ontwikkelt zich dáár krachtig, 126. Richt een adres tot de arbeiders in Spanje, 130, en vestigt zich aldaar, 130, 131. Uit de Internationale gezet, V. 462, 463. VI. 154. Beweert voortaan de ware Internationale te zijn, 156. Haar verdere congressen, 156. |
Alphen, Hz. H. van, pred. te Amsterdam, 1736, I. 418, 419. |
Alric, Fransch beeldhouwer en Saint-Simonist, III, 107, 108. |
Althorp, Lord, Eng. staatsman. Zijn fabriekswet van 1833, III 12, IV. 224, 258, 363. |
Altona, wijkplaats der Labadisten, I. 151. |
Alton-Shée, graaf d'. Zijn oordeel over Charles Teste, III, 219. Behoort tot de gevoels-socialisten, 474. Bewondering voor Barbès 474, en noot. Richt op het weekblad ‘Le Démocrate’, 474 en noot. |
Altruïsme, III. 378 v., 479. |
Amar, lid der Nationale Conventie van 1792 en van het Comité de Sûreté Générale, I. 364. Zijn aanhang, 370. Gevolgen van zijn acte van accusatie tegen de Girondijnen, 371. Zijn rede tegen de politieke gelijkstelling van man en vrouw, 371. Berouwt zijn actie legen Robespierre en wil de constitutie van 1793 invoeren, 371 v. Voor dit doel vergadert een comité in zijn huis, 371. Zijn beschuldiging tegen de leden der Conventie, 371 noot. Wil de middelen der Conventie bezigen tegen de oude en nieuwe ongelijkheid, 371. Liet zich overtuigen, 371. Zijn oordeel over de constitutie van 1793, 371 v. Zijn wenschen, 372, 377. Zijn pogingen, 377. |
Ambachts-onderwijs, IV. 150, 155, 186. |
Amerigo Vespucci, Ital. ontdekkingsreiziger, 1451-1512, I. 177, 180. |
Amicis, Edmondo de, Italiaansch socialistisch romanschrijver, 1846-1908, VI. 404. |
Ammon, procureur-generaal in Pruisen, V. 207. |
Amouroux Parijsch Communist, VI. 91. |
Ampère, J.J.A., Fransch schrijver en hoogleeraar, 1800-64, III. 59. |
Anabaptisten, zie Wederdoopers. |
Anarchie (toestand van ordeloosheid). Saint-Simons beschouwing, II. 42, 51, 98. Robert Owens waarschuwing, 343. Anarchie en egoisme, III. 29, 30. Bestreden door de wet, I. 185. Camille Desmoulins verwachtingen, 339. Robespierres vrees, 355. In den arbeid, II. 24, III. 29, 395. In de industrie, II. 176. Aanleiding ertoe, 91, 450. In den handel, 137. Tengevolge van goedkoope producten, III. 384. In verband met het probleem der maatschappij, 388. Louis Blancs middel ertegen, 398, 416. In het economische, 427 IV, 95, 190. |
Anarchisme, Anarchisten. (richting en stelsel) - Catalina's oogmerk, I. 44. De Jacquerie, 74v. Deschamps' philosophisch religieus socialisme, 301. In 1790 onderdrukt in de Fransche steden, 325. Brissot's pamflet, 334 noot. De redevoeringen der leden van de Conventie van 1793, 361 noot. Wetenschappelijk anarchisme in Engeland, 426. Godwin voorlooper van Proudhon, Hodgskin en Bakounin, 429, 436, IV. 62, 83, 430. Hun oordeel over de Physiocraten, I. 449 noot; over Louis Blanc, III. 416 noot. Josiah Warren een wegbereider, II 296, VI. 163-165. Owens waarschuwing, II. 343. Over Considérants stellingen, III. 148 noot, 195, 312, IV. 430. Proudhons optreden, III. 504. Verklaring van den naam, 521 v. Weitling wil het als overgangstoestand aanwenden, IV. 315, 325. Wilhelm Marrs theorie, 326. Het anarchisme der Jong-Hegelianen, 343. Max Stirners wetenschappelijke ontvouwing, 343, 431. De strijd met het autoritair socialisme, 9, 412, 430, V. 9, 12, 324, 440, 452-456, 462, 489, VI. 20, 39, 41 noot, 47, 54, 57-62, 64, 69, 131, 133, 143, 151, 152, 153, 154, 155, 160, 264, 371 noot, 425-429, 447, 448. Vervormt zich tot anarchisme van de daad met Bakounin, V. 9, VI. 235, 264. Diens stelsel, V. 9, VI. 1-3, 7-14, 41, 45-48, 50-58, 61, 66-69 72, 74-84, 85-87, 95, 99-123, 144-155. De Parijsche Commune van 1871 het symbool der anarchie, 94, 95. In Zwitserland, 123-125. In Italië, 125-130, 157, 404. In Spanje, 124, 129-131, 157. De zaak van Netchajeff, 132-143. In Noord-Amerika, 163, 165, 206. Communistisch en individualistisch anarchisme, IV. 57, VI. 165, 290-297, 292-297, 339, 373 noot. Henry George over het anarchisme, 199. Thoreau neigt tot anarchisme, 203. Johann Mosts propaganda, 206. Veroordeeld door Bellamy, 209. Metchnikoff helt er toe over, 246. Peter Kropotkin de opvolger van Bakounin, 246-248. In Duitschland; 290-297. In Londen, 292 noot. Meeting te Chicago, 292 en noot. Mackays stelsel, 293v. In strijd met het Blanquisme, 322. Debat over de Fransche wet tegen de anarchisten, 326. E. Reclus' zienswijze, 340-343. Verspreid door Jean Graves geschriften, 344. S. Faures anarchistische manifestatie, 346. Het proces te Lyon 1883, 346. Anarchistische aanslagen, 347-349, 414, 428 noot. Anarchistisch lied, 348. Hun theorie over werkstaking en de Federalisten, 356. In Engeland, 365, 371, 373 en noot. Opvatting van Blatchford, 376; van William Morris, 392. Hun optreden op de internationale congressen, 410. Het ideaal der anarchistische communisten, 411. Geweerd op het internationale congres te Brussel, 412, 413. Vertegenwoordigd op het congres te Zürich, 414; uit de vergadering gezet, 414. Hun tegen- |
| |
| |
congres 414, 416. Niet meer gerekend te behooren tot het socialisme, 416. Hun verzet daartegen op het congres fe Londen in 1896, 417 waar zij opnieuw worden uitgesloten, 418 v. Hun voorgenomen congres te Parijs in 1900 verhinderd door de regeering, 424. Hun leer, 428, 447 v. Hun congres te Amst. 1907, 426. |
Anarchistische Bladen en Tijdschriften: - Le Représentant du peuple, III. 556, 561. Le Peuple, 556. La Voix, du peuple, 556, 568, 570. Justizia e Libertà, VI. 45. La Solidarité, 123. La Révolution Sociale, 123. Bulletin de la Fédération Jurassienne, 123. De roode duivel, 148. La Barönata, 157 noot. Freiheit, 207. Le Revollé, 247 en noot. La Révolte, 247, 340, 350 en noot. Les Temps nouveaux, I. 334, 361, 430, 449, II. 5, III. 148, 200, 416, 444 noot, 570, 613, 614, VI. 207, 247, 340, 342, 350, 425 noot. Le Libertaire, 346, 348 noot, 350. Le Père Peinard, 350. L'Endehors, 350 en noot. Les Feuilles de Zo d'Axa, 350. The Free Life, 373 noot. Liberty, 373 noot. The Anarchist, communist and revolutionary, 373 noot. |
Anarchistische kolonies. Modern Times, III. 521 noot, VI. 162, 164. - Utopia, 163, 164. La Ruche, 345 noot. Clousden Hill, 373 noot. |
Andler, Charles, schrijver van ‘Le manifeste communiste’ (zie III. 431, IV. 301, 410) vertaald Lassalles ‘System der erworbenen Rechte’, V. 224 noot. |
André, Fransch minister van oorlog, 1902, III. 379 noot. |
André. Jules. Saint-Simonist, III. 110. |
Andreä, Johann Valentin, Wurtembergsch theoloog, I. 214. |
Andrieux, Louis, Fransch staatsman, geb 1810, VI. 87, 100. |
Ange L', behoort tot de groep Fransche socialisten van 1793, I. 347, II. 117. |
Angiolillo, Italiaansch anarchist, VI. 428 noot. |
Anglade, boerenfamilie uit Auvergne, levend in geordende gemeenschap, I. 306. |
Anna, van Saksen, echtgenoote van prins Willem I, I. 127. |
Anneke, Duitsch artillerie-luitenant, wegens communistische gezindheid uit het leger gezet, IV. 401 noot |
Annenkoff, P.W. Bakounins brief aan hem, VI. 154 noot. |
Annuïteiten, wijze van schulddelging, III. 453. |
Anseele. Eduard, Belgisch socialist, VI. 404 407, 410, 411, 420, 422 noot, 424. |
Anti-militarisme, zie Militarisme. |
Antipater, van Sidon, Grieksch dichter, I. 16 en noot. |
Anti-renters, VI. 200 noot, |
Anti-Semitisme, zie Jodenhaat. |
Antonelle, markies d', leider der ‘Egaux’, I. 369, 370, 372, 373, 379, III. 223. |
Apocalypse, de, III. 297. |
Apollonius van Tyana, wijsgeer van de nieuw Pythagorische school, I. 51. |
Apostelbroeders, Patarenen, orde gesticht door Segarelli, I. 71, 72 noot, 80 noot. |
Arago, D.F. Fransch wis- en natuurkundige, 1786-1853, II. 353, III. 146 en noot, 394, 396, VI. 89. |
Arago, Etienne, maire van Parijs, VI. 89. |
Aranda, P.P. Abaraca de Bolea, graaf van, 1718-99, I. 396. |
Arbeld, geregeld door vraag en aanbod, I. 5, II. 9, IV. 5, 122, V. 237, 253; 286, 390, 396. 417, VI. 441. Eenige productie-factor, IV, 3, 5, 10, 13, 42, 46, 63, 65, 69, 72, 80, 81, 98, 135, 219. Zijn rechten, IV. 2, 45, 63, 65, 134. Verhouding tot grondrente, IV. 4, 47, 49. Bezwaard door het vroeger voortgebrachte, IV. 5, 10, 17, 55, 114. Ricardo's leer, IV. 4, 10, 63. Verplichtend, IV. 14, 15, 18, 72, 75, 135. Gevolgen van langdurig en afmattend werk, IV. 7, 152, 155, 215. Geconcentreerde arbeid, IV. 10, 100. Verdeeling, IV. 13, 42, 72, 75, 76, 77, 193. Nadeelen der wereld-industrie, IV. 14, 16, 17, 19, 160, 161. Gereserveerde surplus-arbeid. IV. 98, 29, 31, 32, 35, 48. Verhouding tot onderhoud, IV. 29, 42, 43. Belasting op arbeid, IV. 41. Handen- en geestesarbeid, IV. 67, 74, 75, 98. Koopwaar, I 5-7, II 9, 393, IV. 5, 81, 219, 376, 384. 414, V. 112, 132, 151, 286, 391, VI. 223, 441. Tegenover kapitaal, I. 6, 9, II. 6, 70, IV. 7, 14, 31, 51, 55, 65, 69, 76, 89, 102, 104, 114, 136, 137, 138, 139, 143, 157, 160, 161, 173, 175, 204, 415, V. 3, 11, 70, 131, 280, 316, 378, 390, 404, 487, VI. 268, 269, 352, 464. Invloed der machines, I. 9, II. 259, 271. IV. 223, 414 v. V. 45. 385-389, 394, VI. 268, 396, 436, 445. Veracht door de Grieken, I. 5-17. Onbekend bij de Therapeuten, 52. Verplichtend, 62, 152, 159, 186 v., 203, 221, 309, 357, 358 en noot, 374, 384, 413, II. 26, 32, 369, III. 9, 113, 219, 424, 513 noot IV. 311, V. 122, 181, 239, 375, VI. 388, 395, 432, 434. In eere bij de Kerk, I. 62, en onder de Kwakers, 297. Gereglementeerd door de Wederdoopers te Munster, 112. John Bellers organisatieplan, 399. Als waardemeter, I. 399, II. 271, 275, 309, 315, 394, 399, III. 10, IV. 4, 10, 81, 100, 148, 188, V. 76, 82, 83, 111, 129, 282-284, 362, 373, VI. 314. Bron van kapitaal en waarde, I. 431, 448, 451, IV. 15, 17, 28, 41, 52, 61, 138, 139, 147, 161, 173. 219, 271, 300, 375, 386, 417, V. 69, 73, 108, 134, 281, 314, 358, 392, 395, 400, 475. VI. 314. Bezwaren en middelen tegen uniformiteit. I. 434, 455, II. 174, III. 243, IV. 311. Collectieve arbeid, I. 220, 267, 384, 399, 449, III. 223, 252, 353, 402, 424, IV. 320, V. 125, 328, 383, 389, 401, 423, 434, VI. 55, 105, 121, 393. Na afschaffing der gilden, II. 6, VI. 439. Robert Peel Sr's wet van 1802 en 1819, II. 253, 255. Huisarbeid, 260. Verkwisting 308, 334. Pierre Leroux definitie, III. 358. Onder leiding van Staat of gemeenschap II 377, III. 113 380, 384-387, 399, 425, IV. 430, V. 30, 32. Nacht-arbeid, II. 394, V. 19, VI. 93, 270, 327 noot. In de gevangenis, III. 392, 405, V. 56, 476. Vrijheid van den arbeid, III. 577, IV. 312, V. 31, 56, 57, 188, 320, 328, 401, 476, VI. 438, 462. Karl Marlo's definitie, V. 36. Afhankelijk van het kapitaal, IV. 3, 5, 14, 102, 104, 136, 198, V. 132, 145, 151, 286, 342, 377, 392, 394, 395, 487, VI. 268, 464. Geoefende en ongeoefende arbeid, IV. 65, 69, V. 263, VI. 406. Karl Marx' zienswijze, V. 342, 355-360, 362, 373 v., 377-403 Huisarbeid, 388 Regeling in de Amerikaansche communauteit Utopia, VI. 164; in de Oneida-communauteit, 178. Henry Georges zienswijze, 186-188, 193. Wil Bakounin communistisch inrichten, 235. Tolstoï's uiting over arbeid, 262. Beschermd door de Engelsche trade-unions, 366. Handarbeid, 393, 394, 397, 399. Internationale wetgeving op den arbeid, 409, 410. |
Arbeid, Kamers van, VI, 275. |
Arbeid, Ministerie van den, III. 184, 395 en noot, 412, IV. 402, VI. 357 noot. |
Arbeid, recht op, I. 202, 317, 320, 356, 357, II. 73, 102, 133, 156, 163, 372, 381, 389, 392, 393, III, 1, 131, 143, 144, 147, 156, 166, 311, 395,
|
| |
| |
399, 414, 439, 443, 566, 586, IV. 272, 411, V. 21, 32, 51, 52, 55-62, 181, 337 noot, VI. 285, 356, 464, 466. |
Arbeid, Ridders van den, (Knights of Labor), VI. 205. Streven, 205. Programma, 205. Richting, 205v. Overvleugeld, 205 noot. |
Arbeiderscongres, zie Congressen. |
Arbeiderslied, van George Herwegh, V. 271, 272 en noot. |
Arbeíders-Marseillaise, van Jacob Audorf, V. 272 en noot. |
Arbeidersprogramma, vervat in Lassalles redevoering te Berlijn in April 1862, V. 233, 236, 240, 243, 258, 270, 272. |
Arbeidersrechtbank, I. 66. |
Arbeidersstand, I. 6, 299, II. 9. In Engeland, 278. Lamartines rede, III. 481. Ontstaan, IV. 35. Invloed der machines, 3, 31, 51, 95, 152, 155, 158, 159, 160. Middel van bestaan, 5. Organisatie, 8, 124-131, 147, 159, 161. Aantal, 18, 19, 68, 147, 152, 153, 157, 204, 214. Budget, 37, 152, 171. Aandeel in de uitgaven van den Staat, 46, 49, 139, 158. Reden van ontevredenheid, 100, 139, 187. De arbeider-kapitalist, 95, 104, 114, 120, 124, 126., Positie in de maatschappij, 47, 100, 110, 128, 153, 158, 161, 164, 169, 186. Middelen tot verbetering van toestand, 140-143, 153, 155, 156, 158, 163, V. 163, VI. 148. Gevolgen van sparen, IV. 146. Levensduur 153. Toepassing van arbeidsverdeeling, V. 101. Beginsel, 239. |
Arbeiders-statuut, Wet, regelende een maximum van arbeidsloon, I. 76. Ook toegepast op den Londenschen werkman, 76. Kweekt ontevredenheid, 76. |
Arbeiders-tuinen, zie Tuinstad. |
Arbeiderswoningen, I. 3, 8, II. 239, 261, 334, 337v., 358, 389, 396, III. 1, 202v., 246, 398, IV. 13, 110, 126, 153, 247, IV. 398, V. 172. |
Arbeidsbeurs, II. 316, 319, 322, 324, 335, III. 398, 430, 442, IV. 188. V. 52, 324, VI. 353 en noot, 451. |
Arbeidsbeurzen, Federatie der, in Frankrijk, VI. 353. |
Arbeidsbond, de Zwitsersche, reorganisatie van den bond ‘Jonge-Duitschland’, door W. Marr, IV. 325. Indeeling, 327. |
Arbeids-compagniën, zie Associatie. |
Arbeidscontract, I. 5, II. 367, 394, 400, III. 32, 342, 374, V. 108, 193, 385, VI. 376, 430, 442, 447, 449, 450, 451. |
Arbeidsdag, I. 66, 159, 170, 186, 188, 193, 211, 221, 226 noot, 280, 316, 384, II. 6, 10, 149, 174, 207 v., 237, 240, 253, 254, 263, 317, 318, 335, 341, 342, 357, 389, 394, III. 137, 209, 243, 252, 364, 397, 429, IV. 23, 30, 31, 32, 34, 36, 127, 140, 147, 208, 212, 224 en noot, 268 noot 311, 401, 414, V. 19, 55, 59, 70, 166-173, 187, 356, 381, VI. 103, 205, 270, 339 noot, 356, 383, 407, 420. |
Arbeidsdag, Van acht uren, V. 166, VI. 368, 407 noot, 410, 413, 414, 421. |
Arbeidskerk, de, Engelsch genootschap gesticht door John Trevor, VI. 387, 388, 389 en noot. |
Arbeidskeus, III. 428, IV. 13. |
Arbeidskracht, zie Arbeid. |
Arbeidsloon. - Arbeidsloon en arbeidsvrucht, I. 2, 4. III. 434, 451, IV. 18. 220, V. 131, 136, 146, 159, 166, 167, 168, 170, 172, 260, 281, VI. 187, 188, 195. Invloed der broodprijzen, I. 6. Loonen in Engeland, 8. Door de Esseeërs gestort in een algemeene kas, 47, 48. Een maximum vastgesteld door het Engelsche parlement, 76. Regeling in het Boerenmanifest van 1525, 95. Vastgesteld voor leerlingen bij de Eng. wet van 1562, 202 v. Bepaald door onderhoudskosten van den arbeider, I. 293, 294, III. 10, 383, 451, IV. 39, 63, 68, 74, 79, 83, 99, 158, 285, 385, 414, 416, 418, V. 32, 47, 72, 73, 75, 81, 108, 110, 113, 131, 146, 166, 243, 279, 286, VI. 186, 439, 441, 453. Gedrukt door aanbod, I. 294, III. 10, IV. 5. Gevolgen van vrije loonsbepalingen, I. 294, II, 6, III. 319, V. 57, 108, 112, 131, 146, 166, 286. In de Parijsche openlijke werkplaatsen in 1789, I. 320; in het Moravische broederhuis, 413. Invloed van hooge loonen op de productie van een land, 455, V. 87. Onzekerheid van loon, II. 10, 317, III. 581, IV. 414. Charles Fouriers loonstandaard, II. 208. Robert Owens arbeidsnoten, 317 v. De eischen der Fourieristen, III. 184. Gelijkheid van loon, 184, 266 v., 385, 404, 405, 406, 411, 428, 436 noot, 517. IV. 37, 122, 136, 188, VI. 383. In Godins Familistère, III. 201. Bepaald door concurrentie, 323, IV. 104, 124, 127, 154, 158, V. 75, VI. 299. Invloed van vrijstelling van staatslasten, III. 349. Scheiding tusschen loon en kapitaalwinst, 352, IV. 26, 51, 65. De zoogenaamde ijzeren loonwet, 349 noot, 365, V. 254, 427. Donatello's regeling IV. 11. Invloed afschaffing graanrechten in Engeland, IV. 124. Gemiddeld weekloon in Engeland, IV. 152. Regeling in John Gray's ruilplan, IV. 182, 185, 186. Aanleiding tot kinderarbeid, III. 383. Geëvenredigd naar het product, III. 427, 589, IV. 100, 147, V. 392, VI. 189. Werking van het fabrieksstelsel, IV. 223, 225, 363, 387, 414, 416, 417. Het loonstelsel, III. 451, IV. 271, 418, V. 2, 4, 5, 159, 161, 167, 254, 319, 472, 476, VI. 200, 383, 446, 453. Afhankelijk van kapitaalwinst, III. 518, V. 50. Invloed van streven naar goedkoope productie, IV. 248. Het product van den arbeid als loon gesteld tegenover den arbeid, IV. 361, V. 70 en noot, 74, 75, 279, 280, 322, 390. Handhaving van loon door middel vau coalitie, I. 326, IV. 18, 105, 125, 381. Karl Marx' definitie, IV. 384. Kapitaal en loonarbeid, IV. 386, 417, 418, V. 107, 119 noot, 429. Het loon der Silezische wevers in 1792, IV. 399. Handarbeid soms goedkooper dan machinale, V. 42. Rodbertus wijst op de noodzakelijkheid van loonsverhooging, 99, 159. Gevolgen van handelscrisis, IV. 143, V. 102, 104, 172. Verhouding tot grondrente, IV. 4, 44, 46, 48, 94, V. 123, 429, VI. 187, 188 Tijdens de gilden, V. 145. Hoe ontstaan, 145. Stukloon, 167, 391. In verband tot kapitaalvorming, 168, VI. 186, 187. Geldloon, loondagen en loongoederen, V. 172, 185. Lassalles uiting over de loonwet, 263. Tijdloon, 391. Loonstelsel, 472. Gelijkstelling van loon voor mannen en vrouwen, VI. 205. Verhooging van loon als doel van werkstaking, 353. Vaststelling van een minimum, 356, 420, 421, 451, 453. Invloed der Engelsche trade-unions, 367. |
Arbeidsnoten, II. 315-322, IV. 188-190, 193, 195-197, V. 129, 170. |
Arbeldsproduct, (zie ook Meerwaarde). - Verdeeling, I. 4, 269, II. 402. III. 33, 133, 143, 261, 307, 318, 327, 351, 353, 359, 372, 391, 395, 404, 423, 434, 439 noot, 451 v., 498, 519, 524, 542, 546, IV. 4, 5, 10, 11, 15, 18, 19, 22, 25, 26, 29, 30, 35, 44, 46, 47, 48, 52, 53, 54, 55, 56, 61, 63, 65, 66, 68, 69 v., 71, 72, 74, 76, 78, 79, 80, 81, 85, 86 v. 89, 92, 98-103, 104, 107-109, 113, 114, 117, 120, 121, 124, 127, 136-139, 141-143, 146, 154, 157, 158, 159, 162, 185, 203, 204, 206, 216, 251, 312, 339, 361, 375, 376, 378, 401, 419, V. 3, 4, 20, 36, 45, 48, 78, 81, 82, 100.
|
| |
| |
112, 113, 118; 123, 127, 133, 136, 146, 166, 169, 180, 253, 271, 288, 313, 314, 317, 342, 392, 427 v., 477. VI. 55 299, 304, 311, 383, 388, 442. - Recht op het volle product, I. 431, II. 396 v. III. 1, 8, 40, 297, 310, 395, 441, 471, IV. 10, 18, 20, 22, 43, 50, 53, 56, 61, 69, 81, 86, 87, 92, 95, 99, 101, 104, 114, 117, 120, 121, 122, 126-128, 135, 142, 152, 161, 173-177, 222, 224 noot, 288, V. 51, 69, 112, VI. 103 195, 297, 306. |
Arbeidsraden, V. 193, 339 noot, 436. |
Arbeidsscholen, zie Vakopleiding. |
Arbeidsverdeeling, I. 3, 19, 26, 48, 212, 434 noot. 449, 457 noot, II. 8, 9, 269, 282, 338, 379, 398, III. 217, 243, 428, 533, 540, 588, 589, IV. 311, 380, 414, V. 31, 42, 43, 49, 74, 81, 83, 100, 105, 107, 117, 125, 126, 130, 134, 135, 237, 284, 287, 290, 383, 419. |
Arbeidswerktuigen, I. 248, 317, 448, II. 163, III. 30, 32, 33, 34, 38, 56, 143, 144, 308, 318, 309, 351, 358, 385, 391, 406, 417, 420, 423, 426, 427, 428, 431, 435, 437, 441 en noot, 442, 451, 518, 520, 578, 605, IV. 3, 14, 65, 79, 99, 130, 143, 147, 384, V. 2, 37, 69, 73, 135, 408, 419, 435, 446, 454, 476, 477, VI. 50, 268, 269, 275, 276, 307, 427. |
Arbeidswet, de 11 uren, doorgezet door den Franschen minister Millerand, VI. 339 noot. |
‘Arbeiter-Bildungs-Verein’, te Brussel, IV. 384, 407. |
‘Arbeiterbundstag’, te Neurenberg, Sept. 1868, V. 471. |
‘Arbeitersbildungsverein’, Londensch-Duitsch, V. 339. |
‘Arbeiterverein’, Deutscher, te Leipzig, opgericht 1848, IV. 402, V. 18, 162 v. |
‘Arbeiterverein’, Allgemeiner deutscher, gesticht door Lassalle in 1863, V. 162, 163, 248-251, 259, 260, 261, 264-266, 291, 294, 295, 296 en noot, 451, 465. |
Arbitrage, bij geschil tusschen arbeiders en werkgevers, VI. 269, 352, 430, 451. |
Arch, Joseph, socialistisch Engelsch parlementslid, VI. 373. |
Ardoin, Parijsch financier, II. 85. |
Arendt, Dr., V. 222. |
Arène, Paul, Fransch auteur, VI. 360 noot. |
Argenson, C.M.R. de Voyer, markies d' 1796-1862 III. 474. Lid van ‘La Société des droits de l'homme’, 217, 219. Poging om hem van zijn lidmaatschap der Kamer vervallen te verklaren, 217. Familie. 218. De Broglie over hem, 218 en noot. Huisvest Buonarotti, 218 noot. Zijn kasteel 219 noot. Bevriend met Charles Teste, met wien hij een brochure uitgeeft, 219, 249. Voor de rechtbank gedaagd, 219. Treedt toe tot het eerste genootschap der Carbonaris in Frankrijk, 315 |
Argenson, R.L. markies d', geb. 1694, I. 258. |
Argonauten, de, IV. 26. |
Argyle, G.J.D.C. hertog van, geb. 1823, IV. 257, schrijver van ‘Crofts and harms in the Hebrides’, VI. 380. |
Argyriadès, Grieksch advocaat te Parijs, onafhankelijk socialist, sterft 1891, redacteur van ‘Almanach de la question sociale’. V. 3. |
‘Aristarque’, L', Fransch democratisch tijdschrift, II. 70. |
Aristoteles, de groote wijsgeer. Over slavernij, I. 16, II. 40, 162, III. 531. De mensch van natuur stadsburger, I. 17. Aantal burgers in Plato's republiek, 20. Bestrijdt Plato's communisme, 25, 26. Pleit voor persoonlijken eigendom en familieband, 25. Over overbevolking, 27. Zijn methode, II. 98. Bouwt alles op ongelijkheid, III. 342. |
Arkwright, R., uitvinder van den spinmolen, 1732-92, I. 453, II. 8, 233, 235, 236, 260, 268, 271, V. 237, 385, VI. 440. |
Arlès-Dufour, geestverwant van Enfantin, in 1836, III. 108 en noot. |
Armand, (de la Meuse), Zijn rede, April 1793, in de Nationale Conventie, I, 360. |
Armenwet, van koningin Elisabeth, 1601, II. 391, 392, IV. 253, V. 398. |
Armenwet, Engelsche, van Augustus 1834, III. 415, IV. 224. |
Armenzorg, Philantropie, I. 15, 46 noot, 57, 67, 148, 278, 353, 397, 400, 430, II. 72, 79, 104, 146, 182, 190, 281, 361, 373, 391, 398, III. 23, 76, 236, 323, 360, 400, 452, 469, IV. 19, 21, 36, 61, 82, 105, 174, 204, 213, 218, 314, V. 25, 39, 53, 434, VI. 258, 259. 384, 452. |
Armoede, I. 291 II, 249. |
Arnaud, boerenfamilie uit Auvergne, levend in geordende gemeenschap, I. 316. |
Arndt, Dr., V. 303, 304, 306 |
Arnim, E. von (Bettina), 1785-1859, schrijfster van ‘Diesz Buch gehört dem König’, IV, 342, 398 en noot. Opgezocht door Bakounin. VI. 20. |
Arnim, H.A. vrijheer von, Duitsch minister, 1798-1861, IV. 370. |
Arnold van Brescia, verzet zich in de 12de eeuw tegen den rijkdom der Kerk, I. 68. |
Arnold, Eng. militair, 1649, I. 138. |
Arnould, A., lid der Commune te Parijs, VI. 91. |
Arson, d', V. 301. |
Artikelen, vijftien, bekend onder den naam: ‘Analyse de la doctrine de Babeuf’, I. 374. |
Arusmont, P. d', voegt zich bij de kolonisten te New-Harmony, II. 296, 304. |
Ascherham, verzorger eener mystieke gemeente te Austerlitz, I. 104. |
Ashley, later graaf Shaftesbury, Eng. parlementslid, neemt de arbeiders in bescherming, IV. 225, 239 noot, 259, 266. Geeft den stoot tot een enquête naar hun toestand, 246. |
Asquith, Eng. minister, 1912, VI. 453 noot. |
Assisi, stad in Italië, I. 70. |
Associatie, Vakvereeniging, Coöperatie. - Onderzoek naar de Engelsche trade-unions, I. 8. De vakvereenigingen vervangen eenigszins de gilden, 66. Plockhoy's associatie-plan, 157-159. Het recht van vereeniging niet meer geeerbiedigd door het Directoire, 373; opgeheven door de Fransche revolutie tegelijk met de gilden, II. 7, VI. 350; tracht Lamenais te handhaven, III. 288; waarborgt Pierre Leroux in zijn ontwerp-constitutie, III. 366. In Engeland, IV. 64, 65, 86, 95. John Bellers' college, I. 400. Associatie verboden aan armen en arbeiders, 429, II. 400. Godwins opvatting, I. 434 v. Adam Smith over arbeidersvereenigingen, 458, 459. Rapport van Nassau Senior tegen de trade-unions, III. 11 noot. Charles Fouriers phalanxen, II. 123-138, 167, 183-201, III. 117 v., 122, 135, 169-182, 197-199. Associatie-dorpen in Engeland, II. 145 noot. Fouriers associatietheorie, 151-160, 228, III. 114, 134, 163, 168, 192. Robert Owens propaganda voor het coöperatiestelsel. II. 306, 312, 323, 328, 357, V. 434. Optreden der Engelsche trade-unions in 1834, II. 323. Owens opvatting, 323 en noot. Onderscheid tusschen associatie en communauteit, III. 119, 134. Fouriers comptoir communal actionnaire, 119. Invloed op de maatschappij, 174, 202, 438. Godins Familistère, 203-211. Als middel tot emancipatie van den arbeidersstand, 217. Afgekeurd door Auguste Blanqui
|
| |
| |
229. Buchez' productie-associaties, 318, 327-332, 386. Pierre Leroux' opvatting erover, 339. Redmiddel, volgens Louis Blanc, om de nooden der maatschappij te verhelpen, 391, 409, 411. In strijd met de absolute vrijheid, 392. Uitwerking op arbeidsloon, 395, 399, 434, 435. Aanbevolen door C. Pequeur, 419, 421, 427, De Colins verzet zich tegen associatie der kapitalen, 453. Joseph Rey's oordeel, 478. Arbeids-assoctaties voorgesteld door Louis Napoleon, 498. Proudhons waardeering en bestrijding, 521, 534, 553, 554, 576-579, 608. De oudeleer van het Christendom, IV. 7en noot, 211, 214. Toestand vóór het bestaan van arbeiders-vereenigingen, 8. Poging tot wederinstelling der Engelsche coalitie-wetten, 64. Vereenigingen met loonsverhooging tot doel, tegengewerkt en strafbaar gesteld in Engeland, 86. Arbeidsverdeeling gelijk coöperatie, 95. Basis der maatschappij, 95. Thomas Hodgskins opvatting, 95 v. Verband tusschen ruil en coöperatie, 100. Nut en gevaren, 106, 142. 203. Owens genootschappen, 109-112, 117, 126, 188, 203. Het coöperatie-stelsel verdedigd door William Thompson, 111-115, 117-119, 120-123, 125-132. Invloed van verdeeling van arbeidsproduct, 120, 121, 122, 127, 175. Maakt alle soorten van verzekeringen overbodig, 125. De Engelsche ‘trade-unions’, 125 v., 140, 144, 153. Communauteiten (doel, inrichting, invloed), 126-132, 177-188. Oordeel der economisten, 127, 174. Arbeidscompagnieën (inrichting, benoodigd kapitaal, invloed) 145-148, 159-165, 206. Vakvereeniging en patroon, 219. Toename van trade-unions in Engeland na 1848, 266. Besluiten der Charlisten van April 1851, 269 v., 272. Ludwig Galls voorstellen, 288. Marx' beschouwing over associatie, 331. Oogmerk der Engelsche vakvereenigingen, V. 2 Karl Marlo over het corporatieve werken der arbeiders, 5, 22, 44, 49. Rodbertus over ‘Gewerbvereine’, 193. Associatie der arbeiders opgenomen in het programma van het congres te Leipzig, 249. Schulze-Delitzschs coöperatieve genootschappen bestreden door Bismarck, 246, door Lassalle, die aan productie-associaties met staatshulp de voorkeur geeft, 254-257, 263, 288, 291. Karl Marx verlangt aansluiting der proletariërs van alle landen, 313, 321, 323, 431-438, VI. 405, 406, 428, 429. Macht en verhouding der Engelsche trade-unions tot het socialisme, V. 452, 463, VI. 365-370, 389, 406. Over coöperatie op de congressen der Internationale, V. 455, VI. 70. De Duitsche vakvereenigingen werfbureaux voor het socialisme, V. 470. Henry Georges beschouwing over coöperatie onder werklieden, VI. 189 v. Het Erfurtsche programma en het recht van vereeniging, 270. Organisatie van vakvereenigingen besproken op het socialistisch congres te Keulen, 276. Bernstein wijst op het nut der vakvereenigingen, 284. Invloed van de Fransche wet van 1874 op de professioneele syndicaten, 350-356. Ledental en karakter der Engelsche trade-unions, 366, 368-370, 408. Het vonnis van Augs. 1901 van het Huis der Lords, 369. Het New-Unionism, 368. Doel der internationale congressen, 406, 410, 413, 415, 416. De neo-coöperatieve beweging, 425. |
Associatie-dorp, in Engeland, ontworpen door C. Molinex, II. 145 noot. |
‘Association for the promotion of social science’, 1857, II. 356 |
‘Association of all classes of all nations’, gesticht door Robert Owen, II 328 v., 344. |
Asti, Italiaansche diocese, I. 68. |
Astoin, sjouwerman te Marseille, afgevaardigde ter Nationate Vergadering, IV. 411. |
Astrakoff, Serge, Russisch student, vriend van Ogarjoff, VI. 137. |
‘Ateliers nationaux,’ zie Werkplaats. |
‘Ateliers publics’, I. 305, 320, 326. |
‘Ateliers’, sociale, zie Werkplaats. |
‘Atheïsme, IV. 59. |
Attaliden, de, I. 36. |
Attwood, Thomas, Eng. industrieel leidt de bijeenkomst te Birmingham, II. 322, 324. Behoort tot de Chartisten, IV. 206, 226. Bij de volkspetitie naar het parlement, 236. Bepleit het volks-charter in het parlement, 236. |
Aucante, Emile, III. 355. |
Aucuy, Marc, schrijft over ‘Les systèmes socialistes d'échange’, III. 432. |
Audebrand, Phil. schrijft ‘Nos revolutionnaires’, III. 413. |
Audoin, schoonzoon van den Parijschen maire Pâche, I. 348. |
Audorf, Jacob, dichter van de ‘Arbeiter-Marseillaise’, V. 272 noot, 296 noot. |
Auer, Ignaz, Duitsch afgevaardigde, sociaal-democraat, geb. 1846, werkt mede aan het Gothasche programma, V. 475 noot. Geraadpleegd door Liebknecht en Bebel, VI. 265. Neigt naar rechtsch, 265 noot. Geboorte en sterfdatum, 265 noot. IJvert voor het Erfurtsche programma, 267. Heeft neiging Bernsteins streven te steunen. 287. Op het congres te Parijs in 1900, 420. Vertegenwoordiger in het bureau van het Int. secretariaat 422 noot. |
Auerswald, Alfred von, Duitsch minister, 1797-1870, V. 91, 92, 231, 232, 246. |
Auger, H., protesteert tegen Bazard en Enfantin's brief van 1 Oct. 1830, III. 56 noot. |
Augier, Emile, Over het kapitaal, V. 400. |
‘Augsburger Allgemeine Zeitung’, V. 66, 348. |
Augsburgsche confessie, I. 127. |
August II, koning van Polen, 1670-1733, I. 417. |
August III, koning van Polen, 1696-1763, I. 265, 417, 420. |
Augustenburg, F., hertog van, sterft 1880, V. 295. |
Augustus, Romeinsch keizer, V. 140, 142, 143. |
Ault-Duménil, d', mede-redacteur van ‘L'Avenir’, III. 288. |
Austin, Charles, IV. 206. Zijn redevoering tegen Owen, 1825, II. 279. |
Aveling, Dr. E.B. Eng, schrijver en socialist. Verhouding tot Eleanor Marx, V. 347 noot. Verzet zich tegen Hyndmanns autoritair streven, VI. 370 en noot. Woont bij het tegencongres opgeroepen door de Guesdisten en Blanquisten; 410. |
‘Avenir’, L', dagblad opgericht door Lamennais ter handhaving der vrijheid van de Kerk, enz. III. 287, 288, 292. |
Avril, protesteert in de ‘Globe’ tegen Bazard en Enfantins brief van 1 Oct. 1830, III. 56 noot. |
Axa, Zo d', (Galland), Fransch anarchist, VI. 350 en noot. |
Aylva, baron van, sterft 1733. I. 155. |
Azy, Benoit, d', III. 280. |
Azyr, Vicq d', II. 38. |
|
|