Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)
(1999)–Erycius Puteanus– Auteursrechtelijk beschermd2. Zijn werkHet oeuvre van Puteanus wordt gekenmerkt door een grote veelzijdigheid. Hij heeft vrijwel geen enkel omvangrijk werk geschreven, vaak tot ongenoegen van zijn uitgevers, die meer heil zagen in uitgebreider werk. Met de regelmaat van een klok publiceert Puteanus korte geschriften in het Latijn over uiteenlopende onderwerpen. De Bibliotheca Belgica vermeldt meer dan honderd publicaties. Als hoogleraar in de geschiedenis en als koninklijk geschiedschrijver publiceert Puteanus een aantal historische werken, zoals Historiae Medicaeae Epidigma (‘Gedenkschrift van de geschiedenis van een de Medici’) (Como 1604-1605), Historiae Cisalpinae (‘De geschiedenis van Cisalpijns Gallië’) (Leuven 1614) en Historiae Insubricae (Leuven 1614) (‘De geschiedenis van de Insubriërs’Ga naar voetnoot4). Een boeiend ooggetuigenverslag is De Obsidione Lovaniensis (‘Over de belegering van Leuven’) (Leuven 1636), over de belegering van Leuven door de Fransen en de Nederlanders in juni 1635Ga naar voetnoot5. Een aantal geschriften over filologische onderwerpen houden verband met zijn leeropdracht Latijn en welsprekendheid: De Rhetoribus et Scholis Palatinus Mediolanum Dissertatio Historica (‘Historische verhandeling over de redenaars van de Palatijnse School te Milaan’) (Milaan 1603), De Erycio | |
[pagina 6]
| |
Nomine Syntagma (‘Over de samenstelling van de naam Erycius’) (Hannover 1606). In Laconismi Encomium (‘Verhandeling over de laconische stijl’) (Leuven 1609) werpt Puteanus zich op als voorstander van de zogenaamde laconische stijlopvatting (cf. infra). Als filoloog publiceert Puteanus ook een Latijnse vertaling van een aan Aristoteles toegeschreven werk over ethica, dat in feite niets anders is dan een eclectische compilatie (Aristoteles De Virtutibus et Vitiis Liber) (‘Aristoteles' boek over deugden en ondeugden’) (Leuven 1611). Ander werk van Puteanus is zuiver literair. Zijn menippeïscheGa naar voetnoot6 satire Comus, sive Phagesiposia Cimmeria, Somnium (‘Comus, of het eet- en drinkgelag bij de Cimmeriërs. Een droomverhaal’) (Leuven 1608), over gulzigheid en drankzucht, wordt meerdere keren herdrukt en in het Nederlands vertaald door Jan De Schepper (Eryci Puteani Comus, dat is Bras-Godt, ofte slempfeest der Cimmerianen (...). (Leuven 1611). In 1613 volgt een Franse vertaling van dit werk (Comus, ou Banqvet Dissolv Des Cimmeriens) (Parijs 1613). Comus wordt in 1938 opnieuw vertaald door C. Sobry (Comus of de Kimmerische zwelgpartij). Puteanus geeft ook een aantal van zijn redevoeringen uit, zoals zijn inaugurale rede te Leuven, Iuventutis Belgicae Laudatio (‘Lofrede op de Nederlandse jeugd’) (Leuven 1607), met een warm pleidooi ten gunste van het Nederlands. Het bekende Ovi Encomium (Leuven 1617) is een lofzang op het ei, bedoeld als een oefening in de welsprekendheid die hij als voorbeeld voor zijn leerlingen in de Palaestra schreef. Ook enkele Latijnse dichtbundels maken deel uit van Puteanus' zuiver literair werk: Bruma: Chimonopaegnion. De Laudibus Hiemis (‘Winterkoude: Over de lof van de winter’) (Leuven 1615), Musarum ferculum (‘De maaltijd van de muzen’) (Leuven 1622) en Epigrammatum fasciculus (‘Een bundeltje epigrammen’) (Leuven 1624). Van algemeen-filosofische aard zijn werken als Caecitatis Consolatio (‘Troost der blindheid’) (Leuven 1615) en Vnus et Omnis. (‘Een en alles’) (Leuven 1633), een filosofische, historische en religieuze verhandeling over de eenheid. Twee opmerkelijke politieke geschriften van Puteanus zijn De Induciis Belgicis Dissertatio Politica (‘Politieke verhandeling over de wapenstilstand bij de Belgen’) en Belli et Pacis Statera (‘De weegschaal van oorlog en vrede’) (Leuven 1633). In De Induciis, uitgegeven in 1617 maar waarschijnlijk geschreven kort na het afsluiten van het Twaalfjarig Bestand in 1609, bezingt hij het voorlopige einde van de vijandelijkheden tussen Noord en Zuid. Dezelfde voorliefde voor de vrede kenmerkt Belli et Pacis Statera, waarin Puteanus de Spaanse koning adviseert van alle aanspraken op de Noordelijke Nederlanden af te zien en een duurzame vrede te sluiten (cf. infra). Van Puteanus' veelzijdigheid getuigen verder een aantal verhandelingen over allerlei onderwerpen, door A. Roersch de ‘minora’ genoemdGa naar voetnoot7. Het zijn werkjes over onderwerpen van filosofische, filologische en historische aard, kleine traktaten, lessen, programma's enz. Over muziek, meer bepaald over de toonladder in zeven noten, handelt Modulata Pallas, sive septem discrimina | |
[pagina 7]
| |
vocum (‘De zoetgevooisde Minerva of over de zeven onderscheiden zangstemmen’) (Milaan 1599). Democritus Sive de Risu Dissertatio (‘Democritus of Verhandeling over de lach’) (Leuven 1612) werd in het Nederlands vertaald. Een merkwaardig werkje is Pietatis Thaumata (‘Wonderen van godsvrucht’) (Antwerpen 1617), waarin Puteanus 1022 varianten van Bernardus Bauhusius' vers Tot tibi sunt dotes, Virgo, quot sidera caelo (‘Gij hebt zoveel gaven, H. Maagd, als er sterren aan de hemel staan’) geeftGa naar voetnoot8. Purpura Austriaca Hierobasilica (‘Het purper van de hoogeerwaarde Oostenrijkse vorst’) (Antwerpen 1635) handelt over de rol, de attributen en de betekenis van de kleur purper in de Oudheid en de Nieuwe Tijd. Auspiciae Bibliothecae Publicae Lovaniensis (‘De grondlegging van de openbare bibliotheek te Leuven’) (Leuven 1639) is een interessante verhandeling naar aanleiding van de stichting van de openbare bibliotheek te Leuven. Na 1620 interesseert Puteanus zich meer en meer voor cosmografie en chronologie. In Circulus Urbanianus (‘De meridiaan van het Rome van Urbanus VIII’) (Leuven 1632) doet hij de lezer een middel aan de hand om overal ter wereld het exacte begin van de dag te bepalen (met behulp van een lijn die de twee polen verbindt en dwars door Rome loopt). Olympiades (Leuven 1626) is een werk over chronologie, evenals De Bissexto (‘Over het schrikkeljaar’) (Leuven 1637), dat over de schrikkeljaren handelt. |
|