Uit de nalatenschap van een dromer
(2003)–E.J. Potgieter– Auteursrechtelijk beschermdAfscheid van Zwedenaant.Mijn boot ligt schomm'lende op de ree;
maar eer de zee
van u mij scheide,
o land,
waarin des winters hand
zijn glinsterende tente spant,
en toch de geest van 't Oost mij beidde;
die, schoon hij in uw barre lucht
noch palmwijn biedt noch dadelvrucht,
| |
[pagina 65]
| |
aartsvaderlijk mijn schreên behoedde
en door der vriendschap zoet genucht
't gemis van 't lief tehuis vergoedde:
O Svea-land! O gastvrij oord!
Uw lof galme in mijn afscheid voort,
eer nog uw gordel bruine rotsen
in 't deinzend blauw mijn blik ontschiet
en wufte golven om mij klotsen,
versmaad des vreemd'lings offer niet!
Vaarwel! Vaarwel! Mijn ziel vergeet
in lief noch leed
u, verre vrinden!
Mij heugt
een blijde droom der jeugd,
uw heuse zin, uw gulle vreugd,
elk uur dat ons bijeen mocht vinden,
op grijs gebergte, in lomm'rig dal,
aan feest'lijk maal, bij hoorngeschal,
natuur en weelde t' zaam genoten!
Of, liefste erinnering van al,
de harten voor elkaar ontsloten!
't Zij spieg'lend meer of statig woud
getuige was van zoete kout,
getuige was van zoeter fluist'ren,
als 't rijk gestarnte van uw trans
een teed'rer bede mocht beluist'ren
dan loofgespeel of golfgedans!
Wees nog gekust, wees nog gegroet!
Laat uw gemoed
mijn beeld bewaren!
Op zee
ter vaderlandse ree
| |
[pagina 66]
| |
drage ik de hoop des weerziens mee:
Onz' vriendschap trots' de vlucht der jaren!
Verras mij! Rust op reis naar 't Zuid
een wijle in onze vlakten uit,
mijn welkom zal aan de Amstelboorden
u strelen in het zoet geluid
der zangerigste taal van 't noorden!
Kom tot mij, wie als balling zwerv'
uit Svea's lucht, van Svea's erf:
ik zal hem vragen noch verwijten
wat drift hij boet', wat kruis hij draag',
maar van uw jongste beê mij kwijten,
hem troosten als uw vriend, uw maag!
|
|