Uit de nalatenschap van een dromer
(2003)–E.J. Potgieter– Auteursrechtelijk beschermdDieuwertjeaant.melodie: Klaare, wat heeft er uw hartjen verlept HooftDieuwertje, heugt je nog de avond voor Paas?
Eer ik je vragen ging, stapte ik mijn plaats,
mijn woning, mijn schuren, mijn stal nog eens om,
vast peinzend: tot alles is zij wellekom.
Wit van de hagel, maar warm trots de kou,
haalde ik de klink op: je zat bij de schouw;
ik lichtte mijn mantel; jij wierp op het vier
een mutserd, en 'k dacht: zij ziet gaarne mij hier.
Echter was 't later als jeukte mijn scheen,
schoof ik je dichter, je schoof verder heen,
en toen 'k, bij de kast, om het jawoord je vroeg,
was 't vreemd, dat de fluit niet aan diggelen sloeg.
Vrezen en beven: het had schier geen end;
't huis van je moeder was jij zo gewend,
al droeg ik ten leste in mijn armen je er uit,
ons dorpje zag nimmer een droeviger bruid.
| |
[pagina 54]
| |
Dieuwertje, heugt je nog de avond voor Paas?
Onder dat wiegekleed giert onze Claes.
Ai, kus hem, en zeg zo het nog stond te doen:
of jij nu wel aarzelen zou zoals toen!
|
|