De werken. Deel 22. Brieven aan Cd. Busken Huet 1869
(1902)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend
[pagina 227]
| |
XXVII
| |
[pagina 228]
| |
Heugt U het gezigt nog van onder de groote linde voor de boerenherberg op het kasteel van Bosch van Drakenstein? Het was een oostersche dag, geen wolkje aan den hemel, zon door de linden, zon door de eiken, zon door de beuken, verscheiden in het oneindige, maar toch overal zon. Wij gebruikten ons twaalf uurtje te Baarn - een somber romannetje aan het tafeltje ter onzer slinke, de dochter van den Notaris B., die geëngageerd is geweest met X. Eerst toen zij overal visites hadden afgelegd, begreep de weeuwenaar, dat het toch eigenlijk te dwaas was, een meisje te huwen, maar een jaar ouder dan zijn oudste dochter. En hij ging naar Brussel en schreef van daar of zij hem niet liever bedanken zou. Cats zou er van gezegd hebben: Vooraf gedaen, daarna bedacht,
maar Cats en X. hadden beide een dril om de ooren verdiend. Het bleeke kind maakte een pijnlijken indruk, maar ondanks dien, had men eerbied voor haar. Het rijtuig reed door naar Soestdijk, wij wandelden het bosch in. We kwamen niet vele, maar toch enkele Nederlanders tegen, - hoe Gij drietjes met ons gingt! Wanneer zal dit meer dan in fantasie, wanneer in werkelijkheid het geval zijn? Voor eerst nog niet, vrees ik - de lucht hier is nog lang niet klaar. Verbeeld U, in de maand, die Quack te Berg en Daal doorbragt, heeft Opzoomer mir nichts, dir nichts, de Java-Bode, die op het Leesmuseum te Utrecht was, - afgeschaft. Niemand las dat blad dan Prof. Quack. En die zal zorgen, Mr. Opzoomer, dat het U ten spijt er weêr komt. Het bosch was verrukkelijk! Alreeds had de herfst overlinden en beuken zijn adem doen gaan, rood en bruin stak heerlijk af tegen het donkere sparregroen. De berceaux waren hier en daar vast wat ijl geworden, maar om de vijvers heen heerschte het breede geboomte nog onbeperkt. | |
[pagina 229]
| |
Wij gingen een oogenblik bij Van Leersum, de naam leeft nog, al is de man begraven. wij gingen een oogenblik zitten, bij den driesprong der wegen naar Baarn, naar Rijsenburg en naar Soest. Het was zeer warm, maar eensklaps zaten wij in een wolk van stof, eensklaps stak een storm op, en, eer wij in het rijtuig zaten was het schitterend azuur in een graauwen dampkring verdwenen, geen zonnestraal meer, tot wij bij Quack aan tafel gingen en de disch en het gesprek niet langer naar buiten deed uitzien. | |
1 Sept.Gister avond kwam de Gids voor deze maand - een goed nummer, geloof ik, al is het geen luchtig, maar Ge begrijpt, dat ik noch Wolters',Ga naar voetnoot1 noch Van Deventer'sGa naar voetnoot2 opstel reeds gelezen heb, - dat van Quack begon ik dadelijk en legde het nommer niet weer neer, voor ik het gansche stuk had gelezen. Ligt het aan de meerdere bevattelijkheid der behandelde zaken, dat dit stukGa naar voetnoot3 me toeschijnt het eerste ver te overtreffen? Toch niet, dunkt mij, er zijn dieper vragen over de ziel in, dan het vorige over den geest te berde bragt, maar er is meer heerschappij over de stof en inniger medelijden met den man, die allengs ongelukkiger wordt. Hoe interessant is de schets van den Professor, XI. Hoe herleeft Da Costa in XIII. Welk een tegenstelling in het binnen en buiten der serenade XIV. Hebben wij in Nederduitsch proza een wedergade van dergelijke dichterlijke en diepe beschouwingen? Het fragment XVIII schijnt mij een meesterstuk. Ik worde bijna tot de blaauwe roos derromantiek bekeerd. Quack, die vrijwillig afstand deed van een grooter inkomen, om meer voor de studie te leven, is zulk een verleidelijk | |
[pagina 230]
| |
voorbeeld. Gij kunt begrijpen, hoe de studenten met den professor dweepen, die voor hen werkt en met hen leeft. Wat ben ik benieuwd naar den indruk, dien deze stukken op U zullen maken. Mij dunkt, zij moeten U uit de lagere wereld der journalistiek weder in de reinere Uwer Toespraken overbrengen! Voor Indië zijn geen van beide geschreven, maar daarom juist blijf ik Uw vertrek naar Java betreuren. Gij hebt U vergeefs door Koorders in het bad dier maatschappij laten dompelen, - Gij heft er U weder uit op en schudt de laauwheid van U. Wat hebt Gij toch voor een vreemdsoortig publiek, dat Ge gelooft de verzen van Musset te moeten vertalen, en er die dan ter kastijding van Uw eigen proza toch onder laat drukken? ‘Vooroordeel, een vooroordeel’ enz., médecin, et ce qui s'en suit. Ge zijt blijkbaar van huis geweest, bij de ontvangst der Ingezonden stukken, anders hadt Gij den ambtenaar, die 12 maanden op wachtgeld is, niet toegestaan, van fashionable pauvrety te praten, en passez moi la rhubarbe, je vous passerai le séné niet in poivre doen verkeeren. Hoe Keuchenius het hem in kon peperen, zoo hij het wilde. Een jonge Advocaat W., is het driemanschap Baarda, Charbon en Beets komen versterken! Tot nog toe echter gaat de Haarl. Courant er niet door vooruit. Ik krijg hoe langer hoe hooger begrip van een volmaakt journalist, c'est comme les melons. Ik heb goed gekscheren, zult Ge zeggen, maar inderdaad, het gaat er mee als met theoretici en de practici, in de Kladderadatsch. ‘Die es wissen, können es nicht, und die es thun wissen es nicht.’ Quack zou f 3000 kunnen verdienen, als hij jaarlijks zeventig opstellen wilde leveren voor de Nieuwe Rotterdammer, - maar zeventig opstellen, van een professor, die geen dictaten wil leveren. | |
[pagina 231]
| |
Later.Het opstel van Wolters over Huig de Groot getuigt van veelzijdige studie des onderwerps. Eindelijk hoop ik U dezer dagen het verlangde latijnsche boekGa naar voetnoot1 van de Groot te zenden. Schrijf mij eens of eenige der Gemeinverständliche wissenschaftliche Vorträge, van Virchow en von Holtzendorff naar ingesloten programma voor U eenig belang hebben. Zoo ja, dan gelief mij de nommers die U aanlokken, op te geven. Ik heb er eenige, die mij interesseeren, laten komen en las vele met genoegen. De Duitschers hebben van die dingen meer slag dan wij. De scheepsmakelaar Boelen alhier geeft zich veel moeite voor een stoomvaart naar Java, - het is hem gelukt, er Prins Hendrik voor te interesseeren, - maar zullen de Kamers eenige tonnen subsidie toestaan? J'en doute beaucoup, vooral nu de koffij een streep haalt door het budget. Met Boelen maken Jan Boissevain en J.G. Bunge de commissie uit. Al heeft de laatste China, Java en de Engelsche Oost bereisd, de energie zal van Boelen moeten komen! Een brug over den Oceaan, het project Vlissingen-Norfolk eischt ook millioenen. Allez voir, s'ils viennent, Jean! Ik vernam heden van Hubrecht dat Uw Neef Joost niet langer de Haagsche correspondentie voor de Java-Bode schrijft. Ik kan dit besluit slechts toejuichen, want al is hij geen gloeijend liberaal le ton jure met Uwe beschouwingen. Ik ben benieuwd wie ik in zijne plaats zal zien opdagen. Sophie lijdt aan een kramphoest, maar voegt er hare groeten niet minder hartelijk om bij de mijne. Het ga U drietjes goed als ons beiden. C'est du Montaigne tout pur. |