De werken. Deel 11. Verspreide en nagelaten poëzy. Deel 1(1896)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 260] [p. 260] Claes Hendrikszen. Naar Burns. Toen gij uw best deedt om mijn hart, Claes Hendrikszen, mijn schat! Toen was uw haar als git zoo zwart, Uw voorhoofd spiegelglad; Gerimpeld is dat voorhoofd nu, Zoo wit als sneeuw dat haar, En toch de Hemel zegene u, Claes Hendriksz, beste vaêr! Wij klommen zaâm den heuvel op, Claes Hendrikszen, mijn schat! En hebben op zijn groenen top Veel vreugde en heils gehad; Wij stromp'len nu vast naar beneên, Maar helpen d' een den aêr, En slapen ginder niet alleen, Claes Hendriksz, beste vaêr! 1836. Vorige Volgende