De werken. Deel 10. Poëzy 1827-1874
(1890)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
II
| |
[pagina 2]
| |
Scheen dus beurt'lings mijn gemoed
Beek of vloed:
Eerst zoo wel het schaaûwgewiegel
Als den zonneglans tot spiegel; -
Later, toen der driften stoet
't Zette in gloed,
Trots 't verstand 't gevoel bestrijdend,
Telkens de oevers overschrijdend; -
Er, door eind'lijk kalmer bloed,
Voor behoed,
Is mij nog, - in luwt' der duinen,
Waar de stroom met schaarscher kruinen
Op zijn golfjes zeewaarts spoedt, -
't Flikk'ren zoet!
|
|