De werken. Deel 10. Poëzy 1827-1874
(1890)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendE.J. Potgieter, De werken. Deel 10. Poëzy 1827-1874 (ed. Johan Carl Zimmerman). H.D. Tjeenk Willink, Haarlem 1890 (3de druk)
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de derde druk van Poëzy 1827-1874 van E.J. Potgieter, in een editie van Johan Carl Zimmerman uit 1890. Het betreft deel 10 in de serie De werken van E.J. Potgieter. De complete serie bestaat uit 23 delen. De eerste druk van deze uitgave verscheen in 1881. Poëzy 1827-1874 verscheen voor het eerst in 1875.
redactionele ingrepen
p.1: op basis van de inhoudsopgave is tussen vierkante haken een kop toegevoegd.
p. 236: van voetnoot 2 ontbreekt in het origineel een nootverwijzing. De noot is hier onderaan de pagina geplaatst.
p. 258, 259: een slecht leesbaar teken in het origineel is hier weergegeven tussen vierkante haken.
p. 294: van voetnoot 1 ontbreekt in het origineel een nootverwijzing. De noot is hier onderaan de pagina geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VI, 50 en 428) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
POTGIETER'S WERKEN.
[pagina III]
DE WERKEN
VAN
E.J. POTGIETER
PROZA, POËZY, KRITIEK
verzameld onder toezicht van Joh. C. Zimmerman.
Deel X
HAARLEM
H.D. TJEENK WILLINK
[pagina V]
E.J. POTGIETER
POËZY
1827-1874.
Vijfde Druk
TWEEDE DEEL
HAARLEM
H.D. TJEENK WILLINK
1890
[pagina VII]
INHOUD.
II
GEMOEDSGETUIGENISSEN.
Emma. Eene heugenis uit België | Blz. 3 |
Bede | Blz. 6 |
De twintigjarige | Blz. 8 |
De wilgenblaêren (Mad. Amable Tastu) | Blz. 12 |
Klagt en troost | Blz. 15 |
De gelofte der Jonkvrouw | Blz. 20 |
Laplandsch liedje (F.M. Franzén) | Blz. 24 |
De jonge priester | Blz. 26 |
Het arme meisje (F.M. Franzén) | Blz. 35 |
De zangeres | Blz. 38 |
Fanny (André Chénier) | Blz. 45 |
Jongelingschap | Blz. 46 |
Verbeiding (Victor Hugo) | Blz. 47 |
DE NALATENSCHAP VAN DEN LANDJONKER.
I. | Ommekeer | Blz. 51 |
II. | Of Rhijnsche roemer of Fransche fluit | Blz. 56 |
III. | Watersnood | Blz. 59 |
[pagina VIII]
IV. | Bloei | Blz. 64 |
V. | Onder de linde. I. | Blz. 66 |
VI. | Geerte's uitvaart | Blz. 76 |
VII. | Stoornis | Blz. 101 |
VIII. | Verrassing | Blz. 105 |
IX. | Stil spel. | Blz. 116 |
X. | Gemijmer | Blz. 126 |
XI. | Onder de linde II. | Blz. 130 |
XII. | Meester Jochem | Blz. 136 |
XIII. | Veldbloemen | Blz. 145 |
XIV. | Graauwtje | Blz. 155 |
XV. | Gedroomd paardrijden | Blz. 170 |
Couplet 1-20. Robinhood en Mimosa. | ||
Couplet 21-42. Monsieur de Pluvinel. | ||
Couplet 43-56. Hendrik de IVde's intogt in Parijs. | ||
Couplet 57-72. P. Csz. Hooft en onze taal. | ||
Couplet 73-98. 't Bosch van Fontainebleau. | ||
Couplet 99-141. Lodewijk de XIVde en Maria Mancini. | ||
Couplet 142-165. Frankrijk's gulden eeuw in letteren en kunsten. | ||
Couplet 166-176. De Vereenigde Provinciën in 1672. | ||
Couplet 177-184. De heide en het hert. | ||
Couplet 185-229. Willem de IIIde en J.W. Bentinck. | ||
Couplet 230-241. Constantin Huygens en zijne werken. | ||
Couplet 242-253. Louise de Coligni, Amalië von Solms - Braunfels en Mary of England. | ||
Couplet 254-258. De beide weduwen en het knaapje. | ||
Couplet 259-308. Een bal op het Oude Hof. | ||
Couplet 309-328. J. van den Vondel als lierdichter. | ||
Couplet 329-336. De Oranje-zaal. | ||
Couplet 337-344. Droomen, naar Lord Byron. | ||
Couplet 345-368. Willem de IIIde en Johan de Witt. | ||
Couplet 369-384. Robinhood en Mimosa. | ||
Toelichting | Blz. 375 |