Florence
(1942)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend
[pagina 241]
| |
XIVGa naar voetnoot+aant.1.[regelnummer]
Francesco van Assisi mogt zijn blikken,Ga naar voetnoot1-24.
Uit Siena naar Portiuncula gewend,Ga naar voetnoot2.
In 't uiterst uur aan Gods genaê verkwikken;
4.[regelnummer]
Het veêge lijf opbeurend van de baar,Ga naar voetnoot4.
Bedwong zijn wenk 't hartstogtelijke snikken,
Der om hem heen gegroepte jongrenschaar;
7.[regelnummer]
Ter zegening hief hij de ontvleeschde handen,
Doornageld of hij meê gekruisigd waar,Ga naar voetnoot8.
Naar 't oord waar hij zijn liefde voelde ontbranden:Ga naar voetnoot9.
10.[regelnummer]
Het klooster dat hij de orde had gesticht,Ga naar voetnoot10.
Die stulp en kluis, tot in de verste landen,Ga naar voetnoot11.
Weêrstralen deed van evangelie-licht!
13.[regelnummer]
‘Vaartwel!’ riep hij die hem zoo dierbre bogen,Ga naar voetnoot13.
Er rolde een traan langs 't uitgeteerd gezigt,
En zachtkens klonk 't: ‘In stede van vermogenGa naar voetnoot15-18.
| |
[pagina 242]
| |
16.[regelnummer]
Vermake ik u de zorge voor mijn ga',Ga naar voetnoot16.
Hebbe elk haar lief als de appel van zijn oogen,
In de armoê late ik Christi weêuw u na!’Ga naar voetnoot18.
19.[regelnummer]
Toen liet het hoofd op 't schamel kleed hij zinken,
Dier deemoed nog te kostelijk een wa'Ga naar voetnoot20.
Al zag 't geloof zijn heiige wonden blinken;
22.[regelnummer]
Was 't wonder dat in d'avondzonneschijn
De leeuwrik rees, en 't lied zoo blij mogt klinken,Ga naar voetnoot23,24.
Of 't ochtend den verscheidende moest zijn?
*
25.[regelnummer]
En bleek een weelde als deze ook U beschoren,Ga naar voetnoot25-48.Ga naar voetnoot25.
Gij, waar ge zwierft, in 't harte Florentijn?Ga naar voetnoot26.
Wiens blikken soms de zoete hoop deed gloren,Ga naar voetnoot27.
28.[regelnummer]
Dat wreedheid eens wegsmeltende in berouw,
De legersteê waar 't knaapje op werd geboren,
Ten stervensspond den grijsaard gunnen zou!
31.[regelnummer]
‘Zoo ooit 't gedicht, waar aarde en hemel beide,Ga naar voetnoot31-39.
De hand toe bood, voor mijn miskende trouw
Een zegebaan ter wederkomst bereidde;
| |
[pagina 243]
| |
34.[regelnummer]
Zoo uit die kooi, waarin als lam ik sliep,Ga naar voetnoot34.
Geen wolfsgehuil als toen mij wakker schreide,
Geen haat'rental me op nieuw te wapen riep:Ga naar voetnoot36.
37.[regelnummer]
Hoe zou 'k in schaâuw van Sint Joännes transen,
De vont nabij, die zuivrend mij herschiep,Ga naar voetnoot38.
't Verzilverd hoofd met lauwer loof me omkransen!’
40.[regelnummer]
Dus zongt ge, als bleef u uit eens ballings mist,Ga naar voetnoot40.
In blaauwe lucht, van veer die koepel glansen,
Tot ge in den vreemde uw dood aanstaande wist!Ga naar voetnoot42.
43.[regelnummer]
Verzoend met God gaf u de kerk haar zegen,Ga naar voetnoot43.
Al bloosdet ge om wat bitters ge in den twist,
Wat wreeds gij in 't verwenschen hadt gelegen, -Ga naar voetnoot45.
46.[regelnummer]
Een drift uw zaak, de heiige zaak onwaard, -
En zaagt om u slechts blikken u genegen,
Bedroefd, verrukt door zulk een hemelvaart!
49.[regelnummer]
Ravenna, trotsch zijn byzantijnsche muren,Ga naar voetnoot49.Ga naar voetnoot49.
Om 't licht dat van u uitging, aangestaard,Ga naar voetnoot50.
Benijd te zien door d'eêlsten van zijn buren,Ga naar voetnoot51.
| |
[pagina 244]
| |
52.[regelnummer]
Ravenna bragt u in een vriendendromGa naar voetnoot52.
Een hulde toe, welks heugenis zal duren,
Al stortte in puin dier hofzaal, welfsel om;
55.[regelnummer]
En toch, wat jeugd daar van bewondring gloeide,
En toch, wat smart daar beefde in ouderdom,
Schoon Guido zich de traan die hem ontvloeide,
58.[regelnummer]
Niet schaamde toen de heerschersknie hij boog,
't Was of die dank van vorst noch volk u boeide;
Vernaamt ge al vast een welkom van omhoog?Ga naar voetnoot60.
61.[regelnummer]
Een broedrenpaar trad met hun zuster nader,Ga naar voetnoot61.
Wier lief gelaat het doodsbleek overtoog,
En hieven aan uw hoofdeneind te gader, -
64.[regelnummer]
Zij 't eerst der drie, - de handen naar u heen,
En snikten 't uit: ‘uw jongsten zegen, vader!’Ga naar voetnoot65.
Daar trilden u van deerenis de leên!Ga naar voetnoot66.
67.[regelnummer]
Aan Gemma dacht ge en 't kroost door haar geschonken,Ga naar voetnoot67.
De bruid, die schoon uw ring benijdbaar scheen,Ga naar voetnoot68.
Voor 't leven er aan 't leed door werd geklonken;
| |
[pagina 245]
| |
70.[regelnummer]
De vrouwe, wie, verweduwd door uw ban,Ga naar voetnoot70.
Bij 't weezental de moed niet was ontzonken,Ga naar voetnoot71.
Die iedren zoon mogt vormen tot een man!
73.[regelnummer]
Gij hadt haar trouw niet in uw dicht gehuldigd;
Uw zangster zweeg in 't Paradijs er van;Ga naar voetnoot74.
Wat plaats der eere een gade schijnt verschuldigd,Ga naar voetnoot75,76.
76.[regelnummer]
Die offer van haar moederliefde stierf,
En 't loon voor zorg, zoo zwaar vermenigvuldigd,
Op aarde niet, die 't slechts omhoog verwierf!
79.[regelnummer]
Gij hadt - maar schoon we ons onbevredigd toonen,Ga naar voetnoot79.
Dat ze allen lof om d'eerste liefde dierf,Ga naar voetnoot80.
Laaghartig wie des haar gedachtnis hoonen,Ga naar voetnoot81.
82.[regelnummer]
Ligtvaardig wie 't als koelheid u verwijt,Ga naar voetnoot82.
Verscheiden als voor dichterlijke kroonen,
't Gebloemte wast naar de' aard van volk en tijd:
85.[regelnummer]
Het uwe bloeide in sfeer van idealen,Ga naar voetnoot85.
Het onze kweekt uit werklijkheid de vlijt,Ga naar voetnoot86.
En bleeker zien we allengs zijn kleuren stralen....Ga naar voetnoot87.
| |
[pagina 246]
| |
88.[regelnummer]
Aan Gemma dacht ge, en zegendet uw kroost,
De hand blijft langst op 't hoofd der dochter dralenGa naar voetnoot89.
Die, Beatrice, om haren naam niet bloost!Ga naar voetnoot90.
91.[regelnummer]
Volzoete klank! waarbij 't u is te moede,Ga naar voetnoot91.
Of reeds uw ga daarboven werd vertroost,Ga naar voetnoot92.
Of gij haar zaagt in uwer Heil'ge hoede!Ga naar voetnoot93.
94.[regelnummer]
Helaas! waarom trekt weder de aarde u aan,
Volkomen nog van dichterlijken bloede,Ga naar voetnoot95.
Elke' indruk prijs als de' eerste lenteblaên!Ga naar voetnoot96.
97.[regelnummer]
‘Gedenk, mijn kind! gedenk me in den gebede,’
Zoo kust gij haar, en, stervende onvoldaan,Ga naar voetnoot98.
Deelt de afscheidskreet uw zielsgeheim ons mede:
100.[regelnummer]
‘'t Stiefmoederlijk Florence stiet mij uit!’Ga naar voetnoot100.
*
‘'t Stiefmoederlijk!’ - Zie, Dante! zie de stede,Ga naar voetnoot101.
Waar zij zoo blijd 't aeloud te huis ontsluit,Ga naar voetnoot102.
103.[regelnummer]
Waar zij zoo fier verrast door nieuwe wijken,Ga naar voetnoot103-126.
Alom gelijkt ze een zedig-zoete bruid,
Gelukkigst met haar bruigoms gaaf te prijken!Ga naar voetnoot105.
| |
[pagina 247]
| |
106.[regelnummer]
Een zweem van vocht omhuift dat oogenpaar,Ga naar voetnoot106.
't Geen aller blik een tweelingsstar zou blijken,
Als 't scheemren van dien dank niet schooner waar',Ga naar voetnoot108.
109.[regelnummer]
Het ‘welkom!’ wil zij brengen diep bewogen,
Maar 't opzien wordt den langen wimpers zwaar,
't Zijn tranen, - wie dan gij die ze af moogt droogen? -Ga naar voetnoot111.
112.[regelnummer]
‘'t Stiefmoederlijk!’ - Hoor, Dante! hoor dien zang,
De reeglen dichts, waar die trofeên op bogen,Ga naar voetnoot113.
De stilte fluks gebiedende in 't gedrang,
115.[regelnummer]
Melodisch van der schare lippen vloeijen;
Hij was hun troost zeshonderd jaren lang,Ga naar voetnoot116.Ga naar voetnoot116, 117.
Hun hope, ondanks 't maar wisselen van boeijen:
118.[regelnummer]
Een schat der jeugd van elk geslacht vermaakt,Ga naar voetnoot118.
Of onder de asch de vonk mogt blijven gloeijenGa naar voetnoot119.
Van 't edelst vuur dat menschenharten blaakt, -Ga naar voetnoot120.
121.[regelnummer]
Een wondrer kracht dan school in 't diêr gebeenteGa naar voetnoot121.
Door geene krankte ooit vruchtloos aangeraakt,
Geknield voor San Francesco's grafgesteente, -Ga naar voetnoot123.
| |
[pagina 248]
| |
124.[regelnummer]
Eene op dit feest vervulde profecy:Ga naar voetnoot124.
‘De vrijheid daagt uit de éénheid der gemeente!’ -Ga naar voetnoot125.
En wie toch zong die blijmaar, wie dan gij?
|
|