Florence
(1942)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend
[pagina 163]
| |
VIIGa naar voetnoot+aant.1.[regelnummer]
Geene ijd'le vrees dat zijn geestdriftig gloeijenGa naar voetnoot1-12.Ga naar voetnoot1.
Hem de ooren sluit' voor 't roepen van den pligt!
Liet 's jonglings blik door 't schoon der kunst zich boeijen,
4.[regelnummer]
Der kennis schat is 't wit des rijpen mans,Ga naar voetnoot4.
En moog voor hem de roos der min niet bloeijen,
Het volk bedeelt zijn schedel de' eikenkrans:Ga naar voetnoot6.
7.[regelnummer]
Waar ook 't bestuur hem met zijn last bekleede,Ga naar voetnoot7, 8.
't Ontleent zijn deugd bij vreemden nieuwen glans, -Ga naar voetnoot8.
Hij waardig, schoon hij buigen moet tot bede -
10.[regelnummer]
Hij hoofsch en heusch, ook waar hij eischen mag, -
Bij eiken twist de voorspraak van den vrede, -
In iedren nood de pijler van 't gezag.Ga naar voetnoot12.
13.[regelnummer]
Helaas! hoe diep is 't heldenpaar gezonken,Ga naar voetnoot13-30.Ga naar voetnoot13.
Welks namen om hun wedstrijd in den slag
De wolken door der faam in de ooren klonken:Ga naar voetnoot15.
16.[regelnummer]
Of zoo veel deugd door zoo veel lofs verbreidGa naar voetnoot16-18.
In nieuwen gloed mogt nieuwe jeugd ontvonken
Voor zulker trouw beloofde onsterflijkheid!Ga naar voetnoot18.
| |
[pagina 164]
| |
19.[regelnummer]
De star der eer is beider pad ontweken;Ga naar voetnoot19.
Om strijd door zucht naar heerschappij verleid
Schaamt geen der twee zich meer een twist te ontsteken
22.[regelnummer]
Die bij hun bent dra alle blussching tartGa naar voetnoot22, 23.Ga naar voetnoot22.
En heel de stad van schrik mag doen verbleeken:
‘Voor Vieri!’ of ‘voor Corso!’ wit of zwart!Ga naar voetnoot24.
25.[regelnummer]
‘Voor Vieri!’ die door 't vorstelijk vermogen,Ga naar voetnoot25-27.
De vrucht der vlijt die dag aan dag volhardt,Ga naar voetnoot26.
‘Een paddestoel’ gelijkt in 's adels oogen, -Ga naar voetnoot27.
28.[regelnummer]
‘Voor Corso!’ die der fiere burgerijGa naar voetnoot28.Ga naar voetnoot28.
Op nieuw den nek in 't juk wil zien gebogen,Ga naar voetnoot29.
Hij haar ‘baroen’ en slechts de zijnen vrij!Ga naar voetnoot30.
| |
[pagina 165]
| |
31.[regelnummer]
Daar roept de lent de jonkheid tot haar spelen;Ga naar voetnoot31-48.Ga naar voetnoot31.
Daar nooden, vreemd aan ied're staatspartij
Op 't ruim der markt, de zangerige veêlenGa naar voetnoot33.
34.[regelnummer]
Tot dansen uit, - daar zwiert de bonte drom,
En weet een schalk zijn schoone een kus te ontstelen
Het lieve kind geeft hem dien gul weer om.
37.[regelnummer]
Hoe 't ‘brava!’ klinkt uit gindschen groep van WittenGa naar voetnoot37.
Die zich, te paard, ten halven cirkel kromm'
Voor de' ingang van die hoofdstraat, - maar zij zitten
40.[regelnummer]
In 't blinkend zaal niet rustig! Zie, een paar
Stuift, of de krijg hun rossen mogt verhitten,
De reiën in dier werelooze schaar.
43.[regelnummer]
‘Genaê!’ - “Verraad!”-‘de Zwarten!’ honderd kreten
Gaan gillende op. In hoede van 't altaar
Der kerke ontvlugt wat vreemd bleef aan de veeten;Ga naar voetnoot44, 45.
46.[regelnummer]
‘Verweeren we ons!’ krijscht de overvallen stoet
En tweedragt heeft haar boei van één geretenGa naar voetnoot47, 48.
En 't plein der Trinità drinkt burgerbloed!....Ga naar voetnoot48.
| |
[pagina 166]
| |
49.[regelnummer]
Beklagenswaard wie in zoo bange dagen,Ga naar voetnoot49-60.
Geregtigheid! uw weegschaal houden moet
Tot de evenaar gelijken last ziet dragen;Ga naar voetnoot51.
52.[regelnummer]
Geen deernis toch die ge in zijn boezem duldt,Ga naar voetnoot52.
Geen vriendschap, die vergoelijking durft wagen,
Het wederwigt verlangt ge in straf en schuld!Ga naar voetnoot54.
55.[regelnummer]
Hoe welbetrouwd is zij aan Dante's ving'renGa naar voetnoot55-60.Ga naar voetnoot55.
Die streng den last van 't hagchlijk ambt vervult,
Als hij niet slechts de woeste stededwing'renGa naar voetnoot57-58.
58.[regelnummer]
In Corso en zijn zaamgezwoornen doemt,
Maar de' eigen ban op Guido's hoofd laat sling'ren,Ga naar voetnoot59.
Schoon Witte als hij, van kindsbeen vriend genoemd!
61.[regelnummer]
Gij, heugenis der blijde jong'lingsjaren,Ga naar voetnoot61-78.Ga naar voetnoot61-69.
Toen 't juichend volk oorspronklijk dichtgebloemt'Ga naar voetnoot62-63.
Ontluiken zag in beider frissche blaêren, -
| |
[pagina 167]
| |
64.[regelnummer]
Zij scheppers van ‘den zoeten nieuwen stijl’
Om wien de faam hen broeders zal verklaren,
Naar welken hoek der wereld dat zij ijl'! -
67.[regelnummer]
Gij dreigt hem 't hart, het teeder hart te breken
Als Guido's blik zoo stil een lange wijl,
Zoo droef hem van 't verleden schijnt te spreken!....
70.[regelnummer]
Vergeefs bragt hij dat offer aan zijn pligt;Ga naar voetnoot70-73.Ga naar voetnoot70.
Hij is vergeefs van geen partij geblekenGa naar voetnoot71.
Als Corso's geest niet uit Florence zwicht!Ga naar voetnoot72.
73.[regelnummer]
De balling zet zijn aanslag voort uit Rome,Ga naar voetnoot73.
In boô bij boô die hij naar de Alpen rigt:
‘Wat mart Valois? hij die ter hulp ons kome!’Ga naar voetnoot75.
76.[regelnummer]
Dat vrij de schare in BonifaciusGa naar voetnoot76.
Van teedre zorg eens trouwen vaders droome,
Wiens herdersstaf den oorlogsfakkel blusch';
79.[regelnummer]
Schoon Dante zich der kerk verknocht moog' voelen,Ga naar voetnoot79-96.
Verblindt hem geen driedubble kroone dus,Ga naar voetnoot80.
Ook onder haar ziet hij de staatszucht woelen!Ga naar voetnoot81.
| |
[pagina 168]
| |
82.[regelnummer]
Hij waarschuwt vast wie nog met vreê zich vleit:Ga naar voetnoot82.
Als niet Valois hier Corso's wrok zal koelen,Ga naar voetnoot83, 84, 85.
Voor 's Pausen stoel Florences regt bepleit'
85.[regelnummer]
‘Een afgezant!’ Al aarzelt men, toch drijft erGa naar voetnoot85, 86.
De mare toe, die 's vreemdlings komst verbreidt.
‘Wien kiest gij? Wien?’ Des ballings sluwheid stijft erGa naar voetnoot87.
88.[regelnummer]
Den eisch van 't heir dat vlamt op rijken buit;
Mij kiest ge? mij? Maar als ik ga wie blijft er,Ga naar voetnoot89, 90.
‘En blijve ik, wie zal gaan?’ dus barst hij uit;
91.[regelnummer]
Hun zwijgen staaft zijn vonnis over allen!Ga naar voetnoot91.
Wie vraagt of tot het zwaarste hij besluit?Ga naar voetnoot92.
Hij gaat, - doch 't is, bij 't omzien naar de wallen,Ga naar voetnoot93.
94.[regelnummer]
Als hoorde hij nog nooit zijn afscheidsgroet
Zoo somber door de schoone streek weerschallen:
Verzuchting die geen weêrziens hope voedt!
|
|