moederlijken schoot en gunt u een geruster verblijf. - Vergeefsch, lieve Vader! was voor weinig weken al uw zoeken, - uw zwerven, ginds en herwaards, om een afgelegen woning. - Deze was u bestemt, en zij is beter; zij is vreedzamer dan de beste, die gij op aarde vinden kost. Hier zijt gij veilig voor al de noodlottige gebeurtenissen, die de levenden treffen. Laat vrij vreesselijke omwentelingen op de wereld gebeuren; laat oorlogen en verwoestingen haar vernielen - laat de aarde boven uw hoofd onschuldig bloed indrinken - Het kwaad zal u niet naken: Gij merkt het niet, en niets kan u storen in uwe zekere ruste.
Mogelijk zullen zij, die uw ongeluk zogten, nog eens huivrend uwen zerk betreden, en de vrienden die u beminden - de edelen die uwe verdiensten kenden, - de verdrukten die gij recht deed - de verlatenen die gij hielp, en de ongelukkigen, die gij, in het ongeluk, ervaren, troost gaaft; dezen zullen mogelijk met tranen van liefde en dank, uwe assche zegenend nog eens zeggen: ‘Hij heeft welgedaan.’ -
Hier zal de nijd u niet meer misgunnen - het vooroordeel niet meer verdenken - de laster zal zwijgen want gij wordt vergeten: en een ander zal uwe plaats vervullen. Vergeten?