Voor eenzaamen
(1790)–Elisabeth Maria Post– Auteursrechtvrijbron
Elisabeth Maria Post, Voor eenzaamen. Johannes Allart, Amsterdam 1790 (2de druk)
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 533 G 43, scans van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de tweede druk van Voor eenzaamen van Elisabeth Maria Post uit 1790. De illustraties zijn van de hand van Jacobus Buys.
redactionele ingrepen
p. t.o. 10, t.o. 78, t.o. 216, t.o. 300: in het origineel staat het nummer van de plaat boven de afbeelding. Om technische redenen is in deze digitale versie het nummer onder de afbeelding geplaatst.
fol. *6r: Zang ster → Zangster: ‘Aan een Kleine Zangster’.
fol. *6v: Sterf kamer → Sterfkamer: ‘In de Sterfkamer’.
p. 33: dr → de: ‘Aan de Sefir.’.
p. 77: boch → bosch: ‘De flaauwe schemering bedekte bosch en veld’.
p. 79: gezellge → gezellige: ‘geen ernst, maar een gezellige vreugd’.
p. 114: het foutieve paginanummer 14 is gewijzigd in 114.
p. 114: dikwills → dikwijls: ‘daar ik zoo dikwijls de wereld en hare kwelling vergat’.
p. 116: ontrnimde → ontruimde: ‘doorwandelde ik de verlaten ontruimde kamers.’.
p. 124: grrjnzend → grijnzend: ‘Al grijnzend na, - en stil’.
p. 136: Toeen → Toen: ‘Toen 'k - dan, u sprakeloos (ontzachlijk ogenblik!)’.
p. 160: bebrijf → bedrijf: ‘Aan mijn bedrijf op aarde.’.
p. 179: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 184: her → het: ‘of het zinkt geheel in de asch; het verdooft allengs’.
p. 205: gelaaat → gelaat: ‘En op het bleek gelaat der andere’.
p. 210: het foutieve paginanummer 201 is gewijzigd in 210.
p. 210: zusterscaph → zusterschap: ‘waar aan het geestelijk zusterschap met elkander spijsde’.
p. 290: eenmaaal → eenmaal: ‘Noch eenmaal moet ik daarop den kusch van eeuwig afscheid drukken’.
p. 293: bstemd → bestemd: ‘Gij waart rijp voor de zaligheid die u bestemd was’.
p. 300: nar → naar: ‘hier hijgen naar de rust’.
p. 301: nw → uw: ‘en in uw gelaat, vol vrolijke rust’.
p. 316: uoch → noch: ‘Hoe lang blijft noch 't plekjen ledig’.
p. 317: nienw → nieuw: ‘de halfgenezene wonden onzer ziel bloeden op nieuw.’.
p. 319: rnst → rust: ‘op een uur dat ras volgde, genoot hij die rust’.
p. 322: dar → dat: ‘een vreugd die zo groot is, dat zij reeds in het tranendal’.
p. 323: bet → het: ‘en het vak waar in zij werken kan’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, *1v, t.o. 11, t.o. 79, t.o. 217, t.o. 289, t.o. 301) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
Voor eenzamen.
[fol. *1r]
Voor eenzaamen.
Tweede druk.
köstlich, herrlich sint sie mir. -
Reinr Vinkeles, inv. et sculp.
Te Amsterdam, bij Johannes Allart, MDCCXC.
[fol. *5v]
Inhoud.De Voorzienigheid. | Bladz. 1 |
Aan een Beek. | 3 |
De Nacht. | 7 |
De Bouval. | 9 |
Aan mij zelven. | 22 |
Aan Jezus. | 25 |
De Herinnering. | 29 |
Aan de Sefir. | 33 |
Aan den Rhijn. | 35 |
Mismoedigheid. | 43 |
Bij een Rozenstruik. | 45 |
De Herfst. | 47 |
Bededag. | 49 |
In het Bosch. | 53 |
't Voorledene. | 57 |
De Grot aan Selinde. | 60 |
Avondwensch. | 69 |
't Geluk. | 72 |
De Zomernacht. | 76 |
[fol. *6r]
Het eindigend Jaar. | 81 |
De Morgen. | 96 |
De Onzekerheid. | 101 |
Het Afscheid. | 105 |
De Eerste Bloemen. | 119 |
Aan de Echo. | 121 |
De Regen. | 126 |
Het lJs. | 129 |
Aan mijne Moeder. | 135 |
De Wandelaers hutte. | 139 |
De Hoop. | 144 |
Aan V: **. | 159 |
Aan de Fortuin. | 161 |
Aan een Kleine Zangster. | 164 |
In een Engelschen tuin. | 167 |
De verandering. | 175 |
't Vergenoegen. | 177 |
De Herder. | 181 |
Bij een Vanité. | 190 |
De Woning. | 195 |
Het Klooster. | 200 |
De Vogels. | 227 |
De Stilte. | 231 |
Alles is Ydelheid. | 235 |
[fol. *6v]
De Ongelukkige Vreemdeling. | 253 |
De Melancholie. | 257 |
Melide of de Dankbaarheid. | 259 |
't Vogelnestje. | 269 |
De Natuur. | 272 |
De Winterreis. | 275 |
De Onbestendigheid. | 283 |
Bij de Doodkist van Mijnen Vader. | 289 |
In de Sterfkamer. | 296 |
Bij het Graf. | 301 |
Het Uurwerk. | 305 |
De Lamp. | 308 |
Aan Mijne Moeder. | 310 |
Aandenken. | 314 |
Den 31 Julij. | 317 |