Voor eenzaamen(1790)–Elisabeth Maria Post– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Aan een Kleine Zangster. Welke toontjes, lieve Koosje! Kleine gunstling der natuur, Hoe veel buiging in die toontjes! Hoe veel leven! hoe veel vuur! Als een zagtgeroerde cijther Klinkt uw lieve stem; zij dringt Mij door 't hart; 'k zie aan uw oogjes Dat uw hartje ook mede zingt. Zeldzaam sieraat van uw leeftijd, 'k Ben verrukt en gansch gehoor. Uw geleigeest was voorzeker Zanger in het hemelkoor. [pagina 165] [p. 165] Filomele zong slegts viermaal, In uw leeftijd, en zijn lied Volgt gij - dog gij hoorde 't zeker, In uw woelig woonoord niet, Zielvol zijn de lieve trekjes Van uw kinderlijk gelaat, Als uw klein maar poeslig lijfje Vrolijk drib'lend voor mij staat; Als uw gulle zoete lachjes, Als uw schrandre lieve blik, Mij als zeggen: ‘hoe gelukkig - Met mij zelf voldaan ben ik,’ 'k Zwijg al peinzend, en - ik zucht…. Uw zoo vlug en schrander geestje Schijnt me een vroeg gerijpte vrucht - 'k Denk somwijl, met vogtige oogen, Koosje lief! Gij zijt te groot Voor uw jaren, voor dees aarde. Ach! zoo gij ze een ras ontvloodt, Naar een blijder beeter wereld Daar men zingt en nimmer weendt [pagina 166] [p. 166] Daar de toon der hemelharpen Zig met Englenzang vereend! Daar, daar was u, lieve Engel! Wis meer dan vreugd dan hier bereid Daar….. Maar neen ach blijf, mijn Koosje Blijf uw ouders vrolijkheid. Zing - zo ooit de zorg hen kwelde, Hen de zorgen van het hart. Zing, drukt ooit hen 's levens moeite, Zing hun troost in hunne smart. Of wanneer der Jaren onlust Hunne harpen zwijgen doet, Laat uw toontjes dan nog klinken; En vernieuw hun jeugd en moed. Leef ook zelf altijd gelukkig! Plukt vol zuivre kindervreugd Reeds de bloempjes van genoegen, In uw onbezorgde jeugd! Englen waakt, beschermt deze onschuld! Leid haar zagt dit leven door, Voer haar eens op Jesus wenken, Bij het eeuwigjuichend koor! Vorige Volgende