|
| |
| |
| |
De Zomernacht.
Aan mijnen Broeder.
Die nacht zoo grootsch, zoo zagt, zoo onvergeetlijk schoon,
Dien wij vol stil geluk in 't eenzaam bosch genoten
Die nacht, mijn Broeder! treft mij noch; hoe lang verbij,
'k Heb lust, noch eens verrukt zijn schoon voor u te zingen.
Schoon thans natuur in slaap haar vrolijkheid verbergt,
Schoon thans geen bosch meer groent, geen vogel zich laat hooren,
Schoon een benaauwde cel mijn stille zitplaats is,
Toch doet verbeelding mij noch al dien wellust smaken.
De flaauwe schemering bedekte bosch en veld,
De schitrende avondster scheen met ontwolkte glansen;
| |
| |
Noch lichte 't westen, door de langgezonken zon.
De Hemel was bezaaid met duizend flonkervuren.
De zilvren maan verrees vol vorstelijke pracht;
Met zagte majesteit en goedheid in haar stralen;
Zij kweekte diepen ernst in mijn getroffen geest,
Zij gaf het zichtbaar veld een nieuwherboren schoonheid.
Wij zagen 't statig licht door 't digtgeblaarde bosch.
De wormpjes, die in 't mosch met sterreglansen praalden,
Verloren al hun gloed, toen zij allengskens rees,
En dropplen daauw op 't kruid herschiep in diamanten.
Er vloeide balsemgeur uit elke boom en struik,
De zagtverkoelde plant, verkwikte door haar adem.
De rust verving alom het bezig dorpgewoel.
't Sliep alles. - Stilte heerschte in al der landlien hutten.
Geen sefir fluisterde, geen blaadje roerde zich.
Geen schuiflend diertje deed de teedre grasjes beven.
Geen burger van het bosch kwam de onderaardsche hut
Om voedsel uit, of deed voor 't minst zijn treden merken.
Geen struik die trilde - neen. 't Was alles stil, - zoo stil
Dat ons scherpluistrend oor de stilte zelfs kon hooren: - - -
De nachtegaal alleen verstoorde haar op eens,
Door zijn betovrend lied; en deed het bosch zelf luistren.
| |
[pagina t.o. 78]
[p. t.o. 78] | |
Pl.II.
J. Buys, inv. et delin.
Reinr Vinkeles, sculp.
1789.
Wij waren gansch gevoel - gehoor - verwondering! Bladz. 79.
| |
| |
Wij traden naar een bank. Een boom was daar ons dak
Nabij een kreupelbosch, waar in de liefde juichte.
Daar voelde een schepselheir zijn aanzijn en geluk.
Daar hoorde God een lied dat zijne grootheid roemde:
Een konstloos lied - maar schoon - een lied dat harten trof;
Vol zagte mengeling van onnavolgbre toonen,
Nu - kwijnend - klagende, - vol zagte tederheid,
Dan - vrolijk - juichend, - schel, en in dit al - verstommend.
Hier had de nacht geen ernst, maar een gezellige vreugd,
Wij konden 't fladdren zelfs der kleine wiekjes hooren,
Als 't minnend paar van 't een naar 't ander takje vloog;
Om daar hun liefdelied noch tederder te zingen.
Wij waren gansch gevoel - gehoor - verwondering!
Zagte, onuitdrukbre vreugd deed ons in stilte peinzen.
Wij zagen dan - elkaar, en dan - het boschjen aan;
En sloegen dan het oog vol eerbied naar den hemel.
Dan wierden wij verrukt door 't grootsche van 't heelal;
Dan voelden wij de macht en goedheid van zijn Maker!
Wij zagen God, zoowel in de allerkleinste plant,
Als in het wentlend heir der gloende zonneklooten.
Wij wenschten om 't gevoel, waar mede een Seraf voelt;
Om 't krachtig hemelslied waar door hij God kan eeren;
| |
| |
Als hij des aardrijks schoon bij heldren dag beschouwt,
Of daar de majesteit des stillen nachts bewondert;
Als hij in 't wormpje, 't welk gerust op boommosch slaapt,
Of, weemlend op de blaên, zich naar zijn wensch verzadigt,
Dezelfde macht aanbidt, die d'eersten Cherub schiep,
En duizend werelden op 't woord: - ‘besta!’ - deed worden.
Gij, geesten, die, rondom Jehovas glorietroon,
Zijn grootheid schittren ziet, met nevellooze glansen;
Die door de schepping snelt, van dees naar dien planeet,
God eert - hem dient, en dus uw zaligheid voelt groeien.
Schoon gij (dus dagten wij) volmaakter wezens vind,
Toch wilt ge ook onzen kloot niet om de zonde schuwen,
Daar uw geduchte Vorst, de Borg van zondaars wierd,
En de aard betrad, om hen uw hemel in te leiden.
Gij, die op zijn bevel, de Godsvrucht hier beschut;
Haar liefling veilig leidt op 's levens kronkelpaden:
Ons mooglijk thans omringt; mijn flaauwen lofzang hoort,
'k Zal eens met beter toon, mij in uw koorlied mengen.
|
|
Auteursrechtvrij