Zorgenvrij, en hare lieve onvergetelijke bewoonster. Ach! kon ik
het bewaren voor het lot van zijn geslagt!
Maar, niet dan schreiend, kan ik mij ons afscheid herinneren. Hoe was uw, anders vergenoegd
gelaat, door een nevel omwolkt! Ik zag uw lijden op uwe sprakelooze lippen, en in uwe kwijnende
oogen. Ik poogde u het mijne, agter een schijnbaar ongevoelig gelaat te verbergen; maar kont gij
geloven, dat uwe Eufrozyne onverschillig was? dit zou mij grieven: maar neen; gij zaagt hare trouwe
vriendschap in die moeielijke poging. Nog bedank ik mijne Emilia voor haar geleide, nog voor alles
wat gij mij waart....! Ik deed verder mijne reize voorspoedig; weêr, gezichten, alles was fraai; maar
niets maakte indruk op mijne met u vervulde ziel; in mijne eenzaamheid gaf ik lucht aan opgekropte
tranen: Daar vierde ik bot aan de kwellende gedachten: ‘Mogelijk zie ik haar nooit weder;’
toen wierd het nacht rondom mij... En welk een benaauwend gezigt was mij de stad, toen ik A... in 't
oog kreeg. Daar, dagt ik, binnen die muren, moet ik, verstoken van het geluk des eenvoudigen
landlevens, mijne dagen doorbrengen! - mijn hart versmolt; ik reed de poorte in, en het klopte
heviger. Doch het omhelzen eener tedere moeder, die vrolijk wierd op mijne aankomst, en
vervolgens de komst mijner deelnemende Elize, deden mij de vreugde des weder-