Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten
(2009)–H.K. Poot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 349]
| |
Ter bruilofte van de heer Jacob Kortebrant en juffrouw Maria van Zwieten. Het huwelijk werd in februari 1724 gesloten. Poot weet dan kennelijk al dat hij Delft zal gaan verlaten ‘zodra de lentezwaluw vliegt’. Zie verder voor dit gedicht en zijn context p. 41-43. | |
Ter bruilofte van de heer Jacob Kortebrant en juffrouw Maria van ZwietenZo baart dan eens het kriekend oosten
de blijdste dag voor Kortebrant.
Zo wil de zoetste nacht hem troosten
op d' onbesmette ledekant,
waar hij Maria's zij zal sluitenGa naar margenoot*,
die, schoon van lijf en heus van ziel,
zijn fiere vrijheid kon vrijbuitenGa naar margenoot*,
en eindlijk hem in d' armen viel.
Dit, zeker, dit 's een blij vergaren.
De hemel lonkt het minzaam toe:
maar ik, helaas, vind mijne snaren
thans dof, en al mijn geesten moe.
Wat placht ik lustig op te zingen
in 't groen van mijn geboortebuurt!
Nu kwellen mij bekommeringen,
en bezigheid, die eeuwig duurt.
Men sluit mij binnen poort en wallen.
Wat ster of mij 't vermaak ontzeiGa naar margenoot*
van hoef en veld en bos en stallen
en beemd en beek en klaverwei?
Woudnimfen, 'k prijs uw bron en bomen,
waarnevens ik ben opgewiegd,
en hoop u weder bij te komen
zodra de lentezwaluw vliegt.
Dan zal ik u langs rozeranken
vertellen, hoe ik heden kwijn.
Maar dit zijn valse bruiloftsklanken.
bij blijden moet men vrolijk zijn.
Welaan dan, citer, andre tonen.
Hier moet men bruidegom en bruid
met mirten en laurieren kronen
in 't midden van het feestgeluid.
| |
[pagina 350]
| |
Verheugde Hymen, kom toch vaardig:
hier is 't gewenste trouwverbond
uw fakkelvlam en zegen waardig.
Hier steunt de min op vaste grond.
Hier huwt men deugd aan gulden zeden.
Hier gloeit de liefde, rein van aard.
Die zo naar 't huwlijksaltaar treden
zijn in het hemelrijk gepaardGa naar margenoot*,
en hebben heil en vreugd te wachten.
O trouwgenoten, die de min
nu meester maakt van uw gedachten,
en samenmengelt ziel en zin,
ik gun u onbepaalde zegen,
en rekte hier mijn zang en wens,
hield mij het straffe lot niet tegen, enz.
Het overige geschiedt achter de schermen. |
|