Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten
(2009)–H.K. Poot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 250]
| |
Aan de heer Adriaen Swalmius, advocaat, enz. enz. Poot nodigt zijn vriend samen met zijn vrouw uit hem in Abtswoude te komen opzoeken en belooft hem het traditionele maal van ‘ongekochte spijs’ uit de buitenlevenliteratuur. Swalmius zal ook kunnen ervaren hoe onschuldig, zorgeloos en rustig het buitenleven is, in tegenstelling tot de stad met zijn drukte en gevaarlijke rijkdom. Voor deze mecenas zie p. 180. | |
Aan de heer Adriaen Swalmius, advocaat, enz. enz.Wist gij, o Swalmius, hoe zeer
ik thans uwe overkomst begeer
gij zoudt misschien de stad verlaten,
en kiezen op een schone dag
de ruimte voor 't gewoel der straten,
dat licht uw ziel vervelenGa naar margenoot* mag.
Indien 't geluk mij hierin dient
zal ik voor u, mijn waardste vriend,
de akkerrijkdom openzetten.
Gij zult u aan een kleine dis
met ongekochte veldbanketten
verzaden zonder hindernis.
Ook zult gij, door het woud geleid,
de voetstap van d' onnozelheid
der eerste wereldGa naar margenoot* hier bespeuren.
Dat boers en rond gezicht ontsluit
somwijl de vaste boezemdeuren
en laat d' onnutte zorgen uit.
Geniet gestaag de rijkdom niet,
maar duik eens neder onder 't riet
van 't laag gebouw, in groene dalen.
Verandering geeft nieuwe lust.
Men vindt in onversierde zalen
niet zelden onversierde rust.
Beweeg ook uw Elizabeth
dat onze staat haar niet belett'
mijns vaders hoev' en haard t' aanschouwen.
Zo mij dees wens gebeuren mocht
ik roemde dat de kroon der vrouwen
met d' eer der mannen mij bezocht.
|
|