Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten
(2009)–H.K. Poot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
[Geboortedichten]Ter verjaring van Juffrouw Sara van Elzen. Poot had na de dood van haar vader in maart 1714 deze Sara van Elzen al getroost en haar opgeroepen nieuw geluk in de liefde zoeken. Nu een jaar later herhaalt hij die oproep. Haar geboortedatum is niet bekend, wél dat ze in 1699 al kerkelijke belijdenis deed en toen toch wel op zijn minst omstreeks 16 jaar moet zijn geweest. In 1715 was ze dus al boven de dertig. Poots gedicht suggereert dat huwelijk en moederschap nu snel te verwachten zijn. Of dat op feiten berust is niet bekend. Net als in het troostgedicht treft een merkwaardige toon: vader die ‘vrolijk’ uit het graf omhoogkijkt als hij zijn dochter verliefd ziet worden. Het lijkt een weinig calvinistische gedachte, zelfs als ‘vrolijk’ een wat andere betekenisnuance heeft dan tegenwoordig. | |
Ter verjaring van Juffrouw Sara van ElzenDe grasmaandGa naar margenoot* mag voortaan wel bogen
op lentgewas dat ieders ogen
een aangename wellust biedt.
Zij komt ons frisse bloemen kweken
en maagden, die ik bloemen reken,
wier geur en kleur men riekt en ziet.
Zij kroont het woud met nieuwe blaren.
Zo ziet men d' Elzen blij verjaren.
O Hemel, zegen dit gewas.
Maar laat ook bruiloftsmirten groeien
en maagdepallem, zoet in 't bloeien,
zij komen licht wel haast te pas.
Zou ene maagd haar tijd verliezen?
Zou 't in een maagdenboezem vriezen?
Zou Sara 't huwen eeuwig smaên?
O neen: ze is (minnaars, hoopt geduldig)
haar brave stam puiktelgen schuldig.
Wie kan zich van de min ontslaan?
Hoe zou haar vader, die Gods kudde
met zijn betrouwde staf beschuddeGa naar margenoot*
en ChristenkerkorakelsGa naar margenoot* sprak,
zijn ijzren doodslaap voelen steuren,
en 't vrolijkGa naar margenoot* hoofd ten grave uit beuren,
zo 't minnevuur haar hart ontstak!
O beste jaardag, dag der dagen
| |
[pagina 155]
| |
die Phoebus aanvoert met zijn wagen,
Wees hartelijk van ons gegroet.
Als gij eens weer komt opgerezen,
zal Sara vrouw en moeder wezen,
Indien een heilwens hiertoe doet.
De xxiv. van Grasmaand, mdccxv |
|