Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten
(2009)–H.K. Poot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |
[Minnedichten]Klacht. De thematiek lijkt sterk op die van de ‘Zedeprint’ aan Katharina Blokhuizen. Zie ook Inleiding p. 20. | |
KlachtEen abel nimfelijnGa naar margenoot*, dat d' eêlste schoonheid tart,
(als dragende in een lijf, waarop natuur mag bogenGa naar margenoot*,
de fierheid van DianaGa naar margenoot* en Venus' minvermogen)
houdt in de doolhof van haar schoonheid mij verward.
Zoekt iemand 't godendom, of waar het woont en martGa naar margenoot*;
welsprekende MercuurGa naar margenoot* is in haar mond gevlogen:
MinervaGa naar margenoot* in haar brein, Cupido in haar ogen,
de strafheidGa naar margenoot* in haar borst, tot mijn verdriet en smart.
Wat schept mijn zuchten dies aan dove rotsen, stenen,
al oren! Welk een tal van monden die mijn wenen
nabauwenGa naar margenoot*, daar zij bet versteend blijft dan een rots!
'k Zou zelfs de dartle MinGa naar margenoot* mijn schreien naar zien rechtenGa naar margenoot*,
omdat nooit schichtenGa naar margenoot* op haar hart hart kunnen hechten,
waar 't onverboôn door 't lot en in de macht eens gods.Ga naar margenoot*
|
|