tholieken Koning, is het omdat deze niemand meer in den weg staat en dat de nominale heerschappij, waarmede hij zich vergenoegt, België schier tot een onzijdig land maakt.
Zoo België niet door Frankrijk opgeslorpt werd, heeft het dit niet te danken aan Spanje, dat ‘gebroken riet’, zooals Jan de Witt zeide. Bovendien hecht Spanje sedert den dood van Philips IV niet meer aan de Nederlanden. De tijd is voorbij, dat hun bezit hetzelve in staat stelde, zijn opperheerschappij aan Noord-Europa op te leggen. Doch hoe duur had het dien roem niet betaald! De opstand der protestantsche provinciën had, na een tachtigjarigen reuzenstrijd, over al zijn inspanningen gezegevierd en het had zich ten slotte, in 1648, moeten vernederen tot erkenning van haar onafhankelijkheid. Welke waarde vertegenwoordigden voortaan de katholieke Nederlanden die, door de sluiting der Schelde, tot de ellende gedoemd waren? Ongetwijfeld konden zij nog dienen als operatiebasis tegen Frankrijk en een oogenblik schenen de wapenen van Philips IV er de nederlaag van Rocroi te zullen wreken. Doch na den slag der Duinen, is er geen twijfel meer mogelijk omtrent den toestand. Bij den vrede der Pyreneeën, erkent Spanje eindelijk zijn nederlaag en staat het aan zijn tegenstrever een eerste stuk der Nederlanden af. Aan het overige blijft het hardnekkig vasthouden, wellicht uit eergevoel, maar vooral om ermede de eerzucht van Lodewijk XIV te kunnen voldoen, door hem stukken en brokken van de landen van ‘herwaarts over’ af te staan en, zoo doende, zijn eigen grondgebied, zijn Italiaansche bezittingen en zijn Amerikaansche koloniën ongeschonden te bewaren.
En niet alleen offert het, bij elken vrede die hem opgelegd wordt, zijn oud Bourgondisch erf, maar het toont ook niet de minste belangstelling, tenzij met woorden, voor dat ongelukkig land, dat al de klappen krijgt. Het blijft de Belgen de toelating weigeren, om in Indië te koopmanschappen en neemt geenerlei maatregel om hun kwijnenden handel op te beuren.
In der waarheid, handelt het slechts zóó, omdat het niet anders handelen kan, want, van zijn zwakheid bewust, laat het aan zijn bondgenooten, en vooral aan de Republiek der