Geschiedenis van België. Deel 5
(1929)–Henri Pirenne– Auteursrecht onbekendHet einde van het Spaansch stelsel. Het Oostenrijksch stelsel. De Brabantsche omwenteling en de Luiksche omwenteling
Henri Pirenne, Geschiedenis van België. Deel 5. Het einde van het Spaansch stelsel. Het Oostenrijksch stelsel. De Brabantsche omwenteling en de Luiksche omwenteling. Samenwerkende Volksdrukkerij, Gent 1929
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Tresoar Leeuwarden, signatuur: C 286425
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Geschiedenis van België. Deel 5. Het einde van het Spaansch stelsel. Het Oostenrijksch stelsel. De Brabantsche omwenteling en de Luiksche omwenteling van Henri Pirenne uit 1929. Het werk is vertaald door Richard Delbecq. Het gehele werk bestaat uit 7 delen.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π2, II, IV, VI, XII, 2, 8, 86, 88, 166, 168, 378, 380 en 590) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. π1)]
GESCHIEDENIS
VAN
BELGIË
DOOR
H. PIRENNE
Hoogleeraar aan de Hoogeschool van Gent
V
Het einde van het Spaansch stelsel
Het Oostenrijksch stelsel
De Brabantsche Omwenteling en de
Luiksche Omwenteling
VERTAALD
DOOR
Richard DELBECQ
GENT
SAMENWERKENDE VOLKSDRUKKERIJ, HOOGPOORT, 27
1929
[pagina I]
GESCHIEDENIS VAN BELGIË
Het einde van het Spaansch stelsel
Het Oostenrijksch stelsel
De Brabantsche omwenteling en de Luiksche omwenteling
[pagina V]
GESCHIEDENIS
VAN
BELGIË
DOOR
H PIRENNE
Hoogleeraar aan de Hoogeschool van Gent
V Het einde van het Spaansch stelsel
Het Oostenrijksch stelsel
De Brabantsche Omwenteling en de
Luiksche Omwenteling
VERTAALD
DOOR
Richard DELBECQ
GENT
SAMENWERKENDE VOLKSDRUKKERIJ, HOOGPOORT, 27
1929
[pagina 580]
INHOUD
Voorrede, VII.
EERSTE BOEK
HET EINDE VAN HET SPAANSCH STELSEL
Inleiding, 3-7.
HOOFDSTUK I
Tot den dood van Karel II
I. | - | Toestand van Spanje in de Nederlanden na de verdragen van Westfalen, 9. - Aartshertog Leopold, de Fronde, Turenne en Condé, 10. - Aankomst van Don Juan als landvoogd, 13. - Het verdrag der Pyreneeën, 14. |
II. | - | Wantrouwen der Vereenigde Provinciën tegenover de Fransche politiek in de Nederlanden. Jan de Witt en Mazarin, 15. - Opkomst van het ontwerp van ‘Barrière’, 17. - Caracena, don Juan's opvolger, zoekt den steun van het Duitsche Rijk, 18. - Hij doet aanzoeken aan de Vereenigde Provinciën, 19. - De markies van Castel Rodrigo, 19. - Het devolutie-recht en de aanspraken van Lodewijk XIV op de Nederlanden bij den dood van Philips IV, 20. - De Fransche inval van 1667, 21. - De vrede van Aken, 23. - Regeering van den maarschalk van Castilië, 25. |
III. | - | Landvoogdij van graaf van Monterey, 27. - De oorlog van Holland en België, 28. - Landvoogdij van Villa Hermosa, 30. - Inval van Lodewijk XIV in België, 31. - Vrede van Nijmegen, 33. |
IV. | - | Toestand van België na den vrede van Nijmegen, 34. - Gewelddaden en ‘vereenigingen’ van Lodewijk XIV, 35. - Landvoogdij van Alexander Farnese, 36. - Landvoogdij van den markies van Grana, 38. - Fransche inval van 1683, 39. - Bestand van Regensburg, 40. |
V. | - | Landvoogdij van Gastañage, 41. - Oorlog van 1689, 42. - Landvoogdij van Maximiliaan-Emanuel van Beieren, 43. Voortzetting van den oorlog, 45. - Vrede van Rijswijk, 47. - Maximiliaan-Emanuel nadert tot de Vereenigde Provinciën toe, 48. - Zijn eerzucht en zijn ontgoochelingen, 49. - Dood van Karel II, 49. |
[pagina 581]
HOOFDSTUK II
De laatste vijftig jaren van het Spaansch stelsel
I. | - | Spanje stelt geen belang meer in de Nederlanden, 50. - Gehechtheid van België aan de dynastie, 51. - Zelfstandigheid van de regeering des lands, 52. - De landvoogden, 53. - Geldnood der regeering, 54. - Slenter in bestuurszaken, 55. - Onbeduidende rol van den Raad van State en van den hoogen adel, 56. - De gematigde monarchie, 57. - Provinciale zelfstandigheid, 57. - Gematigdheid der belastingen, 57. |
II. | - | Moed der bevolking gedurende de oorlogen, 58. - Maatregelen ten gunste van den handel, 59. - Pogingen van protectionisme, 60. - Economische opbeuring na het bestand van Regenburg, 61. - Economische politiek van Maximiliaan-Emanuel van Beieren na den vrede van Rijswijk, 61. - Het ‘colbertisme’ van den graaf van Bergeyck, 64. - Het verwekt Holland's afgunst, 65. - Misnoegdheid welke het doet ontstaan, 66. - Maximiliaan-Emanuel offert Bergeyck's programma aan Holland op, 67. - Beroerten te Brussel, 69. |
III. | - | Verzwakking der kunstbeweging, 70. - Zedelijke en verstandelijke staat der Kerk, 71. - De Hoogeschool, 73. - Onderricht der leeken, 74. - Het begin van het Jansenisme, 75. - Houding der Jezuïten en der Justitieraden te zijnen opzichte, 76. - Onderwerping van den aartsbisschop van Mechelen, 77. - Invloed van het Fransch Jansenisme, 78. - Toeneming van het Jansenisme, 79. - Arnauld in België, 80. - Aartsbisschop Willem van Précipiano, 81. - Maximiliaan-Emanuel van Beieren en de Jansenisten, 82. - Vorderingen van het Jansenisme rond 1700, 83. |
TWEEDE BOEK
DE SPAANSCHE SUCCESSIE-OORLOG
HOOFDSTUK I
Het stelsel van Anjou
I. | - | Vreugde in het land bij de kennis van het testament van Karel II, 89. - Stemming van Europa en van Lodewijk XIV, 91. - Handig van Maximiliaan-Emanuel, 92. - Hij sluit verbond met Lodewijk XIV, 93. - Schommelingen zijner politiek tot in 1704, 94. |
II. | - | Het bestuur der Nederlanden hervormd naar het Fransch bestuur, 95. - De eerste maatregelen, 96. - Bedmar en Bergeyck, 97. - De ordonnantie van 2 Juni 1702, 99. - Zij is een werk van staatkundige centralisatie en van aangelegenheden, 100. - Nieuwe inrichting van het krijgswezen, 101. - Nieuwe inrichting van het geldwezen, 101. - Economische maatregelen, 104. - Ontevredenheid des volks, 105. - Strijd tegen het Jansenisme, 106. |
[pagina 582]
HOOFDSTUK II
De Spaansche Successie-oorlog
I. | - | Belangrijkheid van het vraagstuk der Nederlanden, 108. - Eerste krijgsverrichtingen, 108. - De slag van Ramillies geeft België aan de bondgenooten, 110. - De krijgsverrichtingen tot den vrede van Utrecht, 110. |
II. | - | De bondgenooten doen Karel III erkennen, 111. - Geestestoestand des lands, 112. - Slechte verstandhouding tusschen Karel II en Engeland en de Vereenigde Provinciën, 113. - Eerste botsingen, 114. - De ‘Conferentie der Zeemogendheden, 115. - Afschaffing der hervormingen van Philips V, 116. - Het land aan de mogendheden ondergeschikt, 117. - Toeneming van het particularisme, 117. - Oneenigheid tusschen den Raad van State en de ‘conferentie’, 118. - Algemeene ellende, 119. - Aanvallende terugkeer van het Jansenisme, 120. - En van het protestantisme, 121. - Uit haat voor de bondgenooten, wenscht het land de aanstelling van Karel III, 121. - Maximiliaan-Emanuel gedurende het bewind der bondgenooten, 121. - Philips V geeft hem de souvereiniteit over de Nederlanden, 122. |
III. | - | De vroegere pogingen voor de ‘barrière’, 123. - Eerste barrière-tractaat, 124. - Verontwaardiging welke het verwekt, 125, - Tweede barrière-tractaat, 126. - Wederstand van den Raad van State aan de bondgenooten, 127. - De vrede van Utrecht, 128. - Het verdrag van Rastadt, 129. - Onderhandelingen van Karel VI met de Vereenigde Provinciën, 130. - Derde barrière-tractaat, 131. - Zijn beteekenis voor België en voor Europa, 132. |
HOOFDSTUK III
Het land van Luik
Inleiding, 133.
I. | - | Maximiliaan-Hendrik van Beieren, 135. - Eerste politieke moeilijkheden, 136. - Misnoegdheid jegens den bisschop, 138. - Maximiliaan verbindt zich met Lodewijk XIV, 139. - Toestand van het prinsdom gedurende den oorlog met Holland, 140. - De Luiksche onzijdigheid in 1674, 142. - Maximiliaan's toenadering tot Frankrijk. Zending van den kardinaal van Baden, 143. - Bezetting der citadel van Luik door de Franschen, 144. - De vrede van Nijmegen, 145. |
II. | - | Ontwaking van het gemeentelijk bewustzijn in de hoofdstad, 145. - Schennis van het reglement van 1649, 146. - Tusschenkomst van den keizer en van Lodewijk XIV, 147. - Onbandigheid te Luik, 148. - Het reglement van 1684, 152. - Zijn historische belangrijkheid, 153. - De nieuwe staatkundige inrichting, 153. |
[pagina 583]
III. | - | Maximiliaan-Hendrik keert terug tot het Fransch verbond, 154. - Gekonkel van Frankrijk en van het Duitsche Rijk voor de aanstelling van zijn opvolger, 155. - Verkiezing van Jan-Lodewijk van Elderen, 156. - Poging om tot de politiek van onzijdigheid terug te keeren, 158. - Verbond van het land met de bondgenooten, 158. - Verkiezing van Josef-Clemens van Beieren, 159. - Zijn monarchale regeering, 160. - Zijn verbond met Frankrijk, 162. - Het land in de macht der bondgenooten, 163. - Terugkomst van Josef-Clemens. Bevestiging van de betrekkingen des lands met het Duitsche Rijk, 164. |
DERDE BOEK
HET OOSTENRIJKSCH STELSEL
Inleiding, 169.
HOOFDSTUK I
De vestiging van het Stelsel
I. | - | Misnoegdheid verwekt door het barrière-tractaat, 174. - Afvaardiging aan Karel VI, 176. - Houding des keizers tegenover de Nederlanden, 177. - Prins Eugeen, landvoogd, 177. - De markgraaf van Prié, gevolmachtigd minister, 178. - Herziening van het barrièretractaat, 179. - Ontruiming des lands door de Hollanders, 181. - Het absolutisme en de privileges, 182. - West-Vlaanderen wordt niet weer Statenland, 183. - Prié en de Staatsraad, 183. - De onlusten te Brussel in 1717, 187. - Frans Anneessens, 190. - Ongenade en terugroeping van Prié, 192. |
II. | - | Pogingen tot economische heropbeuring bij het begin der regeering van Karel VI, 192. - Naijver van Engeland en van de Vereenigde Provinciën, 193. - Oprichting van factorijen in Indië, 194. - Stichting van de Compagnie van Oostende, 195. - Haar vooruitzichten van slagen, 196. - Verzet van Engeland en de Vereenigde Provinciën, 198. - Schorsing der Compagnie, 200. - Bepaalde afschaffing, 201. - Economische toestand op het einde van de regeering van Karel VI, 202. |
III. | - | Wederinrichting der Bestuursraden, 203. - Opportunisme der regeering, 203. - De pragmatische sanctie, 204. - De landvoogdes Maria-Elisabeth, 205. - Het Hof te Brussel, 206. - Lange tijd van vrede. De uitslag daarvan, 207. - Bevestiging van het Oostenrijksch stelsel, 208. - Strijd tegen de Jansenisten, 209. - Van Espen, 210. - Houding des keizers, 212. - Houding der landvoogdes, 213. - Uitdelging van het Jansenisme, 214. - Ontwerp van edict tegen de protestanten, 215. - Betrekkingen tusschen Staat en Kerk, 217. |
[pagina 584]
HOOFDSTUK II
De Oostenrijksche politiek en België onder de regeering van Marie-Theresia en Josef II
Inleiding, 220.
I. | - | Het land in het begin van den Oostenrijkschen successie-oorlog, 222. - Ontwerp van ruil van Maria-Theresia, 223. - Militaire toestand, 224. - Fransche inval van 1744. Verovering des lands, 225. - Vrede van Aken, 226. - Verbond van Oostenrijk met Frankrijk, 227. - Ontwerp om van België een onafhankelijken Staat te maken, 229. - Weldaden voor België van den Fransch-Oostenrijksche toenadering, 230. - Nieuwe voorstellen tot het ruilen van België, 232. - Voorboden van België's onafhankelijkheid en onzijdigheid, 233. |
II. | - | Pogingen van Karel VI om het barrère-stelsel te verzachten, 235. - Krachtdadigheid van Maria-Theresia na den vrede van Aken tegenover de Vereenigde Provinciën, 236. - Wijzigingen der toltarieven niettegenstaande het verzet der Hollanders, 237. - Verdrijving van de garnizoenen der barrière door Josef II, 238. - Pogingen van Josef II tot het heropenen der Schelde, 239. - Verdwijning van de laatste sporen van het barrière-tractaat, 241. |
HOOFDSTUK III
Het Oostenrijksch Stelsel. - De regeering
Inleiding, 243.
I. | - | Karel van Lotharingen, 245. - De gevolmachtigde ministers, 247. - Afschaffing van den Hoogeren Raad voor Vlaanderen te Weenen, 250. - De Hof- en Staatskanselier, 251. - De Bestuursraden, 251. - Patrick van Neny, 251. - Het ‘verlicht despotisme’, 251. |
II. | - | Duurzaamheid der provinciale zelfstandigheid, 254. - Haar gebreken, 255. - Gebrekkige samenstelling der Staten, 256. - De regeering en de Staten, 257. - Hervorming van de Staten van Vlaanderen, 258. - De Blijde Inkomst, 259. - Belangrijkheid van de Staten van Brabant, 259. |
HOOFDSTUK IV
Het Oostenrijksch Stelsel. - De economische beweging
Inleiding, 261.
I. | - | Dichtheid der bevolking, 263. - Opbeuring van den landbouw, 265. - Het Vlaamsch stelsel, 267. - Invloed van den Vlaamschen landbouw op de overige gewesten des lands, 268. - De veeteelt, 269. - De ontginningen, 270. - De leenroerige rechten, 271. - De tienden, 271. - Verrijking der grooteigenaars, 271. - Toestand der boeren, 272. - De graanwetten, 274. |
[pagina 585]
II. | - | Politiek der regeering in zake nijverheid en handel, 274. - Slechte toestand van het tolwezen, 275. - Inrichting van het doorvoerverkeer, 276. - Vaarten en wegen, 277. - Doorvoertarieven, 278. - Herziening der douanerechten, 279. - Groot aantal tollen, 280. - Economische eenheid des lands, 280. - Nijverheadsprivileges, 281. - Hun uitslag, 282. - Verzet der ambachtsgilden, 283. - De regeering en de neringen, 284. - Vorderingen der landelijke nijverheid, 285. - De vlasnijverheid, 286. - Haar economisch karakter, 287. - De kantnijverheid, 287. - De Limburgsche lakenweverij, 288. - Haar karakter, 289. - De metaalnijverheid, 290. - De glasnijverheid, 291. - De kolenmijnen, 291. - Gebreken der economische inrichtingen, 294. - Bedeesdheid der kapitalisten, 296. - Overwicht van den landbouw op de nijverheid, 297. |
HOOFDSTUK V
Het Oostenrijksch Stelsel. - De verstandelijke beweging
I. | - | Overwicht van de Kerk in het verstandelijk leven, 298. - Uitslagen van den twist van het Jansenisme voor het Gezelschap van Jezus en voor de Hoogeschool, 299. - Het godsdienstig gevoel, 299. - Verslapping der Kerk, 300. - Verval der Hoogeschool, 301. - De belezenheid, 304. - Het middelbaar onderwijs, 305. - Het lager onderwijs, 306. - Geestestoestand der hoogere standen, 306. |
II. | - | De wijsbegeerte in de XVIIIe eeuw en het verlicht despotisme, 307. - Strijd van hetzelve tegen de Kerk, 309. - Cobenzl en het ultramontanisme, 310. - Het Officieel Febronianisme, 312 - Afschaffing van het Gezelschap van Jezus, 314. - Inrichting van een Staatsonderwijs 315, - De Theresiaansche colleges, 316. - Stichting der Academie van Brussel, 318. - Pogingen tot hervorming in de Hoogeschool, 320. - Het absolutisme in verstandelijke zaken, 322. - Zijn gevolgen, 323. |
III. | - | Uitbreiding van den Franschen invloed, 323. - De prins van Ligne, 324 - Het Hof van Brussel, 325 - Invloed van Parijs, 326. - De openbare geest, 327. - Vorderingen der Fransche taal, 328. - De regeering legt dezelve niet op, 328. - De Vlaamsche taal en letterkunde, 329. |
IV. | - | De kunst verliest haar nationaal karakter, 330. - De Italiaansche invloed, 331. - De beeldhouwkunst, 332. - De Academiën, 332. - Schilders en beeldhouwers der XVIIIe eeuw, 333. - De toonkunst, 333. - De bouwkunst, 334. |
HOOFDSTUK VI
Het land van Luik
Inleiding, 336.
I. | - | Verkiezing van George-Lodewijk van Bergen, 343. - De zaak van Herstal, 345. - De bisschop en het kapittel, 345. - Verbond van den bisschop met den derden Stand, 346. - Verkiezing van Jan-Theodoor van Beieren, 347. - Verkiezing van Karel van Oultremont, 348. - Verkiezing van Velbruck, 349. |
[pagina 586]
II. | - | De Luiksche landbouw, 350. - Het land is vooral een nijverheidsstreek, 351. - Geen nijverheidspolitiek, 351. - Slechte economische politiek, 352. - Tarievenoorlog met de Nederlanden, 352. - Voor de nijverheid gunstige omstandigheden, 353. - Haar samentrekking in het Walenland, 354. - Staatkundige en maatschappelijke veranderingen welke zij medebrengt, 355. - Het reglement van 1684 onder economisch opzicht, 355. - Uitzicht van Luik en van Verviers, 356. - De kolenmijnen, 356. - Andere mijnen, 359. - De wapensmederij, 360. - De nagelmakerij, 362. - De lakenweverij te Verviers 363. - Opkomst der fabrieken, 364. - Botsingen tusschen kapitaal en arbeid, werkstakingen, enz., 367. - Begin van maatschappelijke voorziening, 368. |
III. | - | Vermindering van den invloed der Nederlanden op de Luiksche kunst, 369. - Invloed van Italië, 369. - Invloed van Frankrijk, 370 - Het verstandelijk leven te Luik in de XVIIIe eeuw, 371. - Beoefening der Waalsche taal, 372. - Vermeerdering van den Franschen invloed, 372. - De wijsgeerige propaganda, 373. - De drukkunst, 374. - Velbruck en zijn omgeving, 376. |
VIERDE BOEK
DE BRABANTSCHE OMWENTELING EN DE LUIKSCHE OMWENTELING
Inleiding, 381.
HOOFDSTUK I
De hervormingen van Josef II
I. | - | Tegenstelling tusschen Josef II en Maria-Theresia, 385. - De keizer-wijsgeer, 386. - Zijn opvatting van den Staat, 387. - Zijn rationalisme, 388. - Zijn absolutisme, 389. - Zijn reis door België, 391. - Schijnbare welstand van het land rond dien tijd, 394. - Josef's persoonlijke regeering, 395. - Rol der landvoogden en der gevolmachtigde ministers, 296. |
II. | - | Het Febronianisme en de regeering, 396.- Houding van Josef II vergeleken bij die van Maria-Theresia, 398. - Het edict van verdraagzaamheid, 398. - Toestand der protestanten, 399. - Practische waarde van het edict van verdraagzaamheid, 401. - Zijn invloed op de openbare meening, 402. - De opheffing der kloosters, 404. - Andere geestelijke maatregelen, 405. - Instelling van een algemeen Seminarie, 407. - Haar doel, 407. - Verzet welke zij verwekt 408. |
[pagina 587]
III. | - | De Staatsregeling bij de troonsbestijging van Josef II, 411. - Behoefte aan hervormingen, 411. - Centralisatie-strekkingen des keizers, 412. - Hij schendt niet stelselmatig de Staatsregeling, 413. - Eerste maatregelen, 414. - Onrust der openbare meening, 415. - Economische crisis, 416. - Vermaningen, der groote Staatslichamen, 417. - Strijdigheid van van de staatkundige denkbeelden des keizers en des lands, 418. |
IV. | - | De ordonnantiën van 1 Januari 1787, 420. - Algemeene misnoegdheid, 423. - Protest van de Staten van Henegouw en van Brabant, 424. - Houding der Justitieraden, 426. - Weigering der belastingen, 426. - Overprikkeling der openbare meening, 427. - De graaf van Limminghe, 428. - Vander Noot, 428. - Tusschenkomst der stadhouders, 429. -Houding der Brusselsche natiën, 430. - Algemeene gisting in het land, 431. - De regeering wijkt, 432. - Vaderlandlievende vervoering, 432. - Houding van Josef II, 434. - De afgevaardigden der Staten te Weenen, 435. - De onontbeerlijke voorafgaande voorwaarden, 437. - Protest van alle zijden, 438. - Murray, voorloopig landvoogd, geeft aan de openbare meening toe, 439. - Trautmansdorff en d'Alton te Brussel, 439. |
V. | - | Koppigheid des keizers bij zijn geestelijke hervormingen, 440. - De staatkundige oppositie verwekt de oppositie der geestelijkheid en treedt tot dezelve toe, 441. - Houding van Trautmansdorff, 443. - Zijn eerste welslagen, 444. - Hervatting van het conflict, 444. - Het oproer van 22 Januari 1788 en zijn gevolgen, 447. - De heropening van het seminarie ontketent het godsdienstig verzet, 449. - Koppigheid des keizers 451. - Weigering der belastingen door de Staten van Brabant en van Henegouw, 454. - Verbreking van Henegouw's privileges, 454. - Omwerking van den Derden Stand van Brabant, 455. - Opheffing der Blijde Inkomst, 456. - Invloed van de gebeurtenissen in Frankrijk en vooral van de inneming der Bastille, 458. - d'Alton en de staat van beleg in het land, 460. - De eerste oproeren, 460. |
HOOFDSTUK II
De Brabantsche omwenteling
I. | - | Staatkundige toestand van Oostenrijk in 1789, 462. - Vander Noot aanzoekt den steun van Oostenrijks vijanden, 463. - Houding van Pruisen, 464. - Vonck's denkbeelden, 465. - De maatschappij Pro aris et focis, 467. - De geestelijken. Van Eupen, 468. - Cartel tusschen de partijen te Breda. Het manifest van het Brabantsche volk, 469. - Het gevecht van Turnhout, 470. - Inneming van Gent, 471. - Ontreddering der regeering, 472. - Opstand te Brussel, 473. - Aftocht der Oostenrijkers te Luxemburg, 473. |
[pagina 588]
II. | - | Scheuring van Vonckisten en aristocraten, 473. - De geestelijkheid verbindt zich met dezen, 474. - De Staten maken zich van de regeering meester, 476. - De Brabantsche steden, 477. - Vergadering der Staten van Brabant, 478. - Rol van van Eupen, 479. - Het Congres der Vereenigde Belgische Staten, 480. - Verzet der Vonckisten, 483. - Anti-clericale strekkingen, 485. - Tusschenkomst der geestelijkheid, 486. - Rol der van Arenberg's, 486. - Pruisen ondersteunt de Staten, 487. - Dood van Josef II, 489. - Houding van Leopold II tegenover de omwenteling, 490. - Zijn voorstellen aan de Staten verworpen, 492. - Indienen van verzoekschriften door de Vonckisten en de Maartopstanden te Brussel, 493. - Het pronunciamento van Namen. Aanhouding van Vander Mersch, 495. - Onbevoegdheid van het Congres, 497. - Zwakheid van het leger, 498. - De pamfletten, 499. - Verrassing van de Vlaamsche democraten, 500. - Vergeefsche pogingen tot toenadering tusschen de partijen, 501. - De geestlijkheid hitst de boeren cp, 502. - Politieke onbandigheid, 504. - De overeenkomst van Reichenbach, 504. |
HOOFDSTUK III
De Luiksche Revolutie
Inleiding, 506.
I. | - | Verkiezing van Constantijn van Hoensbroech, 509. - Zijn persoonlijkheid, 510. - Normale toestand van het land in 1789, 510. - De revolutionnaire propaganda, 511. - De zaak der spelen te Spa, 512. - Dagbladartikelen, 513. - De bisschop brengt de zaak vóór de Staten, 515. - Opening van het grondwettelijk conflict, 515. - De bisschop neemt zijn toevlucht tot het gerecht, 517. - Tusschenkomst van Pruisen, 518. - Invloed van de inneming der Bastille, 520. - De gebeurtenissen van 18 Augustus, 522. |
II. | - | Vergadering der Staten, 523. - De tusschenkomst van Wetzlar, 525. - Door de Staten gestemde hervormingen, 526. - Volksopstand, 528. - Fabry te Berlijn, 530. - Ontwerpen tot vereeniging tusschen Belgen en Luikenaars, 531. - De Kreits van Westfalen en Pruisen, 532. - Bezetting van Luik door Pruisen, 535. - De Derde Stand wijzigt de staatsregeling, 537. - Het leger van den Kreits van Wesfalen verslagen door de Luikenaars, 540. |
HOOFDSTUK IV
De Restauratie.
I. | - | Het Congres der mogendheden te 's-Gravenhage, 541. - Onderhandelingen met Brussel, 543. - Het Belgisch leger verslagen, 544. - Opstanden te Brussel, 546. - Houding van Leopold II, 547. - Aartshertog Karel tot hertog van België |
[pagina 589]
benoemd, 548. - Het Oostenrijksch leger bezet het land, 548. - De restauratie, 549. - Mercy-Argenteau, 551, - Voortduring der ontevredenheid, 552. - Toenadering der partijen, 553. - Invloed van Frankrijk, 554. | ||
II. | - | Onderhandelingen der Luikenaars met Berlijn en Frankfort, 555. - De prins van Rohan momboor, 556. - De voorwaarden der onderwerping, 557. - Het leger van den Kreits van Westfalen opnieuw verslagen, 558. - De Oostenrijksche bezetting, 559. - Restauratie der bisschoppelijke regeering, 560. - Frans van Méan, 561. |
Alphabetisch register, 563.