Face au mur
(1979)–Filip de Pillecyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |
Op Kerstnacht, als wij lagen te denken aan thuis en aan Kerstnachten die ons gelukkig hadden gemaakt, hoorden wij muziek en liederen in de straat die ligt tussen de gevangenissen van Vorst en Sint-Gillis. ‘Stille nacht, heilige nacht.’ En daarna werden woorden geroepen waarvan de zin niet tot ons kwam. Het Leger des Heils had zich herinnerd dat ook hier mensen zaten, het bracht ons een groet van broederlijkheid. Jaren van verstotenheid hebben ons gevoelig gemaakt voor de geringste blijk van goedheid, en op zulke dagen grijpt het heimwee ons aan met onstilbaar wee. In een dagblad lezen wij een paar dagen nadien de ontroerende beschrijving van een daad van menselijkheid: ‘'t Kerstmannetje op bezoek in een gevangenis’, heet het. Pakjes met lekkernij werden, met behulp van het Rode Kruis, uitgedeeld in de gevangenis van Oudenaarde;... aan de veroordeelden van gemeen recht. Wij bestaan niet voor het Rode Kruis dat tijdens de bezetting zo vol zorg is geweest voor smokkelaars, zwartslachters en specialisten in roofoverval. |
|