Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Voor de vertroosting des levens

In mijn vernieuwde omgeving zijn twee sukkelaars van pottendragers, twee Walen, Auguste en Laurent. Auguste is zestig jaar. Drie en dertig jaar heeft hij in de mijn gewerkt. Deze man, opgevoed in het hart van de rode mijnstreek, is een vroom gelovig mens gebleven. Hij komt mij met ontroering vertellen dat de pastoor van zijn dorp een schone brief te zijnen gunste heeft geschreven. Hij heeft de tranen in de ogen; hij is een van de weinigen die ik sedert mijn kerkerleven heb zien wenen. Het leven heeft hem zo

[pagina 131]
[p. 131]

zwaar naar het hart gegrepen dat het minste hem week maakt.

Vóór de oorlog had de pastoor hem gevraagd zich bezig te houden met het syndikaat der christelijke mijnwerkers. En Gugusse le mineur deed het. Toen de oorlog uitbrak viel dat werk stil en de Rexisten vroegen hem dat nu voor hen te doen. Auguste was nu in deze zaken gegroeid en voor hem was het onderscheid zo groot niet. Hij heeft twintig jaar gekregen en een zware geldstraf voor de zedelijke en andere schade die hij de Belgische staat heeft doen ondergaan. Het sekwester heeft beslag gelegd op zijn mijnwerkerspensioen; zijn huisje werd verkocht en zijn tachtigjarige moeder op straat gezet. Zijn vrouw vindt geen werk; op de gevel van het huis waar zij een onderkomen had gevonden, werden hakenkruisen geschilderd en zij moest buiten. Daarna werd zijn schoonzoon gefusilleerd; de twee kinderen en hun moeder weten niet waarheen. Dat alles te dragen, dat alles te moeten dragen in een cel, schijnt te veel voor een mens. En de enige manier waarop Auguste het soms kan vergeten, is met zijn twee kameraden twee maal per dag honderd twintig gemakpotten te ledigen en te reinigen. De vertroosting des levens kan zonderlinge vormen aannemen.

Laurent was ‘peintre en bâtiments’. Hij is de kleinste man van de gevangenis, zo wat anderhalve meter hoog. Hij is geen intellectueel naar zijn zeggen, ‘je suis intellectuel en religion, si vous voulez’. En die titel steunt op het feit dat Laurent in een weeshuis werd opgevoed waar hij ‘intellectuel en religion’ geworden is door de vele paternosters die hij er heeft opgezegd en de zedelijke raadgevingen waarmee men zijn klein persoontje, heeft volgestopt. Hij werd opgeroepen voor de verplichte arbeid in Duitsland. Aan de ingang van de Werbestelle gaf hem een politieagent de raad niet naar Duitsland te gaan; het was gemakkelijker om hier te blijven: hij moest alleen maar een beetje de wacht optrekken aan een fabriek of een garage. En dat werd goed betaald. Laurent was een eenvoudige van hart, van die waarover in de acht Zaligheden wordt gesproken.

[pagina 132]
[p. 132]

Ze hadden hem in het weeshuis bij elke gelegenheid eerbied en gehoorzaamheid jegens de overheid ingeprent. ‘En een agent van politie, dat is toch overheid’, verklaarde Laurent. Hij kreeg dus een geweer en werd fabriekswachter. Het moet de moeite waard zijn geweest de anderhalf meter hoge Laurent met een geweer te zien stappen. In September werd hij aangehouden... door de agent die hem zijn gulden raad had geschonken. De overheid moet gerespecteerd worden.

De kleine man met het golvend blonde haar en het gezicht dat te groot en te grof is voor zijn gestalte, heeft twaalf jaar gekregen. ‘Et ma femme s'amuse’, zegt hij. En hij besluit: ‘Je suis dans les pommes’.

Mijn arme broeders uit deze grote kerkergemeenschap van Sint-Gillis, daarbuiten hebben ze een ‘Litanie van de Christelijke Naastenliefde’ gemaakt opdat gij die zoudt bidden, gij ‘Gusse le mineur’ en gij, Laurent, ‘peintre en bâtiments et intellectuel en religion’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken