De Zondag daarna word ik uitgehaald rond de middag. Wij rijden nu met een klein vrachtwagentje dat een geur afgeeft van Brusselse kaas en zure dingen. De baas van de gendarmen heeft een zonderling hoofd: net een langwerpige kei, waarop een kepi staat; alles aan zijn hoofd ziet er zo glad uit dat ik meen dat er geen enkel haar op heel dat hoofd staat. Maar hij neemt zijn kepi af om zijn kop te krabben, wat hij grondig doet, en ik zie dat hij zeer fijn blond krolhaar heeft. Het is wonder hoe zo'n haar op zo'n kop komt.
Wij zitten weer in de keuken. De twee gendarmen geeuwen en sluimeren in. Zij zien aan mijn gezicht dat ik niet zal gaan lopen, daarbij ik knikkebol ook, zo wat om ze aan te moedigen. Ze hebben mij in de cel gezegd dat het een truc is van de auditeurs u uren vóór het onderhoor te laten wachten om u zenuwachtig te maken. Ik ben echter het wachten gewoon geraakt, met of zonder het gezicht tegen de muur.
Ik heb nooit veel nagedacht over mijn ‘geval’. In Lokeren heb ik iemand gekend die mij zijn methode uitlegde: hij had voor zijn gedragingen een heel verhaal verzonnen; het had hem heel wat hoofdbreken gekost want hij was onwetend over wat ze van hem wisten of niet. Maar hij was er tenslotte mee klaar gekomen en het stak goed ineen. Ik feliciteerde hem. Nu herhaalde hij dat drie maal per dag, van naaldje tot draadje, voor zich zelf; zo lang tot hij het zelf geloofde. Zonder het te weten paste hij de methode der autosuggestie toe. ‘Ziet ge, zei hij, als ik het zelf geloof, dan zien ze dat aan mijn gezicht en dan horen ze dat aan mijn stem, anders maakt het geen effect’.
In die keuken nu, tussen twee sluimerpartijtjes in, overzie ik de reeks van mijn misdaden. Ik tracht geen verhaal samen te stellen, want ik vermoed dat ze toch alles weten. Ik heb aan de weg getimmerd, ik heb nooit verdoken wat ik dacht of wat ik deed, noch mijn gezindte. Want ook een gezindte is thans strafbaar. Er is vooral een grote nieuwsgierigheid in mij om te weten wat er zoal in mijn dossier ligt en hoe de vent er uit zien zal die over mijn lot feitelijk zal beslissen.