Ik moet naar Antwerpen om te getuigen. Aan de hondenketting stap ik tussen twee gendarmen naar het station. Het zijn zure pruimen, die twee kerels. Zij stoppen mij in een wagen die riekt naar spuwsel, naar vloeren broeken en naar wat daarin zit; 't zijn mannen ‘van 't gouvernement’, zoals ze zegden in mijn jonge tijd, spoorarbeiders. Ze zijn nog half ingeslapen en hebben geen de minste belangstelling voor iemand die met gendarmen reist. Sedert een jaar is het een gewoon schouwspel in al de treinen die voorbij Lokeren rijden.
Ook te Antwerpen, in bus en tram, zijn zij geboeide mannen beu gekeken. Ik word in een cel van het Paleis van Justitie gestopt en blijf daar zitten van half negen tot vijf uur, zonder eten. Een getuige moet immers zelf voor zijn kost zorgen.
Eindelijk word ik geroepen. Vijf en twintig jaar geleden heb ik als journalist nog krijgsraden gezien. Nu interesseren zij mij meer rechtstreeks dan toen, en er is ook meer spektakel. Hoeveel mannen er achter die lange tafel op het verhoog zitten, weet ik niet, maar met wat er zit en recht staat zal het niet ver beneden het dozijn zijn. Beklaagden en gendarmen zijn talrijker dan de nieuwsgierigen.
Voor mij zitten een hele boel officieren die, naar hun gezicht uit te maken, het royaal beu zijn. Zij zitten met wat er gezegd wordt zoveel in als een nijlpaard met de negende symphonie. Ik heb daarbij de indruk dat zij niet al te best begrijpen wat er wordt gezegd, en waarover het gaat; een mens kan niet alles weten. Zij zijn trouwens niet gekomen om te begrijpen, zij zijn gekomen om te veroordelen. Ik vraag mij af waarom ze al dat spektakel maken, waarom die mensen ondervraagd worden, waarom die advocaten pleiten. Het spel is toch geregeld.
De voorzitter is een dikke vent die zijn vragen opschrijft in een zeer klein notaboekje. Als hij zo voortgaat moet hij er verschillende per dag vullen. Hij ook schijnt niet goed te begrijpen. Naast hem zit een mijnheer met een gezicht als een olijf en een zwart snorretje. Hij heeft een verachtende glimlach op zijn gezicht; een type die geknipt is om de valse