Zij zijn trouwe mensen; zij zijn oud geworden in de geest van kameraadschap.
Velen van deze nederige mensen zitten hier omdat zij hun brood moesten verdienen; zij hebben de wacht opgetrokken voor een garage of gewerkt voor de Organisation Todt. Zij begrijpen niet dat zij meer schuld hebben dan de arbeiders die vrijwillig naar Duitsland zijn gaan werken, er munitie hebben gemaakt en soldaten vrij gemaakt voor de legerdienst. En die worden niet vervolgd, die tweehonderdvijftigduizend. Zij doen zelfs dienst als cipier om degenen te bewaken die niet meer hebben gedaan dan zij. De sukkelaars begrijpen niet. Zij hebben geen besef van schuld. En de apostelen en discipelen der repressie trachten niet te begrijpen. Wie aan de auditeur zegt dat hij het gedaan heeft om het brood van zijn gezin, krijgt het antwoord dat hij maar moest onderduiken. In Limburg zegde er een dat ze dan maar moesten gaan stelen. Maar de Directeur van deze en al de andere gevangenissen met heel hun personeel hebben zo lang de bezetting duurde de mensen achter slot gehouden en bewaakt die door de Duitsers in cel of kamp werden gestoken; zij deden zulks met even veel vlijt als ze er ons nu achter houden. En al de sukkelaars samen die hier in de barak zitten, zijn voor de Duitsers niet zo nuttig geweest als één machinist van de Belgische spoorwegen.
Iedereen ondergedoken, geen burgemeesters of schepenen, geen secretarissen-generaal, geen politie; een jungle waar diefstal en roof als nationale vorm van arbeid werd erkend en waar de Duitsers dan ook konden in schieten als de jager in het bos, schijnt een ideale toestand te zijn geweest voor degenenen die ons moeten vonnissen. Alleen maar magistraten. En welke magistraten, Heerekes toch! Deze nederigen hier zijn doorgaans brave huisvaders die in de eerste plaats bekommerd zijn met het lot van hun gezin; zij zijn verarmoed en worden bezocht door vrouwen die uit haar ellende toch nog iets weten te schenken aan de man die gevangen zit. Zij staan met hun pakje in de rij, die vrouwen, aan de poort van het kamp. Uren staan zij daar