En vooraan, in het klein kamp, dat door een haag van prikkeldraad van het barakkenkamp is gescheiden, zijn de bureaux. Daar werken geïnterneerden onder toezicht van een paar beambten. Na een tijdje krijgen zij bijzondere manieren, zij voelen zich als een tussensoort tussen opsluiters en opgeslotenen. Eén onder hen loopt met gewichtig gezicht door de gang; hij draagt een map: ‘Stukken te tekenen door de Heer Directeur’, net de ezel die de relikwie draagt"
Van wat men de economiekers noemt, is hier haast niets overgebleven. Van de 77.000 dossiers werden er 73.000 geclasseerd; zo zegt de officiële statistiek. In onze barak zit er nog een; een gemene vent die geld genoeg heeft om alles te laten binnen smokkelen en onder de ogen van de arme sukkelaars hesp zit te eten en 's avonds een stuk in zijn kraag drinkt: cognac. Ook in een hechteniskamp vinden zo'n kerels middel om geld te verdienen. In Januari werd hier een heel convooi mannen binnen gebracht van Eupen, Malmedy, Verviers en Luik. Zij hadden geen bezoek, geen pakjes, geen geld. Voor tabak zou een gevangene zijn ziel verkopen indien daar nog iets voor betaald werd. Zij verkochten hun horloges, hun ringen, sommigen ook hun trouwring. En onze economieker, samen met zijn zoon, kocht alles op wat hij kon tegen de prijs die hij vaststelde. Hij en zijn zoon vlogen in de strafcel. Toen, na een paar dagen, de zoon het cachot verliet, werd hij tot barakchef aangesteld. Daarvoor heeft men immers een vertrouwensman nodig.