Wij breken ons brood
Wij breken ons brood. Als ik de korst van mijn rantsoen met de geklauwde vingers afscheur, denk ik aan de tijd toen ze de studentenbeweging wilden verbeteren met drankbestrijding en sociale dogma's. Dat was het begin van de verflauwing die de substantie uit die beweging haalde om later de geest van Rodenbach te vervangen door de Katholieke Actie die ze helemaal van haar ziel beroofde! Er werd dan veel gesproken van ‘ het brood van dit en het brood van dat’ te breken voor de massa die hongerig was naar dit en dat.
Wij breken nu het brood. Een mes is verboden. Een vork ook. Wij hebben een lepel. Boter moeten we niet smeren, de smaak van het brood wordt ons in zijn gave zuiverheid voorbehouden. Wij eten rechtstaande, trekken ons brood in stukken en spelen het binnen met het zwarte vocht dat smaakt naar dingen die ge nog nooit hebt geproefd. Maar het is warm.
Ons eetgerei wordt afgespoeld met koud water. Warm water is overbodig want vettig is lepel of eetkom nooit. En het omwassen geschiedt op zuinige wijze. Wij hebben een waskom met een kan; die wordt tweemaal per dag gevuld. Daarmee wassen vijf mensen zich en spoelen er hun eetgerei mee af. Als er overblijft kunt ge ook drinken.
Water en eten worden ons toegereikt door recidivisten, mannen die thuis zijn in de gevangenis. Zij komen er regelmatig weer en zeggen dat zij het de volgende keer zó zullen aan boord leggen dat ze niet bij de lurven worden gepakt. En toch komen zij terug. De man die ons bedient wordt door zijn volgelingen Al Capone genoemd. Hoe deze