§. VI.
Of het waar is, dat de Mahometaanen alle Schepselen aanbidden?
NIet alleen alle de Discipelen van Mahomet draagen de Maan en Venus eerbiedigheid toe; maar hunne Afgodery gaat nog verder, zy aanbidden, zegt men, al wat geschaapen is.
Thomas de Jesus getuigd,Ga naar voetnoot(a) dat dit de vier-en-dertigste hunner dwaalingen is, en dat zy, letterlyk gesprooken, alle Schepselen aanbidden. Euthymius voegd 'er by,Ga naar voetnoot(b) ‘dat hunnen Profeet by de Zon zweert, by de Maan, by de Sterren, by het ligt des Vuurs, by de Dieren, by de loopende Honden, by de Planten, by andere onbekende zaaken, en by barbaarsche naamen; waar door hy, zegt hy, betoond, dat hy alle Schepselen voor Godheden aanziet, want hy die zweert, is gewoon te zweeren by eenen meerderen, dan hy zelf is.’Ga naar voetnoot(c) ('t Is wel; dog al wat meer is dan wy, is daarom geen God, want anders was Joseph een waaragtig Afgoden-dienaar geweest, overmits hy in Egypten die kwaade gewoonte had aangenoomen, om eene zaake te verzeekeren door deeze uitdrukking, leeve PharaoGa naar voetnoot(d).) De Jooden die by den Tempel zweeren, by Jerusalem, en by hun eigen hoofd, zouden dan van deeze drie dingen hunne Godheid moeten maakenGa naar voetnoot(e) (en de Christenen zelve, in de eerste Eeuw des Christendoms, zweerende by 't welzyn van Cesar,Ga naar voetnoot(f) zouden vervallen zyn tot eene Afgodery, des te afschouwelyker, om dat dezelve aan hen minder te vergeeven was, dan aan andere, en om dat 'er van die Cesars waren,
die zig in de plaats van God stelden.) Dit alles doedt zien, dat den armen Griekschen Monnik niet weet wat hy zegt, wanneer hy uit deeze manieren van spreeken het besluit opmaakt, dat de Mahometaanen Afgoden-dienaars zyn.
Een anderen belachelyken misslag, waar in hy vervallen is, is, dat hy twee Godheden maakt van de twee heuvelen van Mekka. Mahomet had in zynen AlcoranGa naar voetnoot(g) gezegt ‘dat Safa en Merva twee heilige plaatsen zyn, alwaar men kan doen zien de gehoorzaamheid, welke men aan God verschuldigt is; en dat, om deeze reden, een iegelyk, die naar Mekka gaat, of aldaar eenig verblyf houd, niet kwaalyk zal doen, van rondom deeze plaatsen te gaan.’ Wat zegt den Griekschen Monnik daarop? Dat Tzit-Sapha (hy wil zeggen Safa) en Merva twee barbaarsche naamen zyn, welke Mahomet gebied te eeren met zeer veel Godsdienstigheid.Ga naar voetnoot(h) Een ander Auteur van dat zelve soortGa naar voetnoot(i) zegt, dat Safa en MervaGa naar voetnoot(k) welke hy by uitneementheid wel boekstaafd, twee Engelen zyn, zeer bemind van God, en in groote eerbiedigheid gehouden by alle zyne waare geloovigen, volgens het gevoelen van Mahomet. Een ander, in zyne Schatkist van de Regtzinnige LeerGa naar voetnoot(l) heeft ons dit Formulier van vervloekking bewaart, 't geen men naar allen schyn had opgestelt voor de Nieuwbekeerden: Ik spreek den Vloek uit over alle die Engelen, welke door Mahomet met hunne eige naamen worden aangewezen; te weten Aroth, Maroth, Sapha en
Merva, welke dees onbeschaamden Leugenaar by de goede Engelen, welke wy eerbied en agtinge toedraagen, heeft gestelt. Arot en Marot zyn in der daad de naamen van twee Engelen by de Mahome-