Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXVII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 121]
| |
wederliefde geloondt wordt, en dat, volgens den regel van Bussi Rabutin, men slegts moet beminnen om weder bemindt te worden, zoo konde het ook wel waar zyn, dat, om gehaat te worden, men slechts haat behoeft te draagen. De Caraïbanen vasten ook na dat zy een Arouage gedood hebben; de Aroagen zyn hunne Vyanden. Ga naar margenoot+ Hunne Vergaderingen van Oorlog hebben geen bepaalde tydt. Ten opzigte der andere,Ga naar voetnoot(a) wy hebben gezegdt, dat men 'er eet, drinkt, ja zelfs zich dronken zuipt; wy voegen 'er by, dat men in deeze Gastmaalen somtyds met koelen moede elkander om hals brengt. Wanneer het gebeurt dat den Oorlog in aanmerking komt, doet 'er een oude Vrouw den voorslag van in eene redenvoering aan de gansche Vergadering, om dezelve tot wraaklust aan te moedigen; en wanneer zy ziet dat door haare aanspraak en de werking van den Oeikow, 't welk hunnen drank is, de Vergadering openbaare teekenen begint te geeven van hunne woede, zoo werpt zy in 't midden van deeze plaats, eenige gerookte Ledemaaten der geenen die zy reeds in den Oorlog gedoodt hadden. Waarna dan een Hoofdman of Capitein de oude Vrouw te hulpe komt, en op 't zelve voorwerp mede een aanspraak doet. Ga naar margenoot+ Hunne wyze van Oorlogen geschiedt door verrassing en hinderlagen: ‘Ga naar voetnoot(b) bedekken zich met takken en blaaden van het hoofdt tot de voeten, en maaken zich een Momaangezicht van een zeker bladt met kykgaaten voor de oogen daar in gemaakt. Aldus plaatsen zy zich ergens achter een boom, verwagtende hunne Vyanden langs dit padt, om hen den kop met denGa naar voetnoot(c) Boeton in te slaan, of met een pyl te doorschieten, als zy voorby zyn..... Wanneer zy een huis met riet of palmblaaden gedekt, zullen aantasten, steeken zy het dak terstond in brandt, door op het zelve te schieten met pylen, waaraan een hand vol Katoen is vast gemaakt, 't welk zy, terwyl de pyl afgaat in brandt steeken. Hunne Pylen zyn vergiftig. ‘Zy zynGa naar margenoot+ alle gesneden met kleine weerhaakjes, die zeer net gewerkt als gesp-tongetjes zyn, en zodanig geschikt dat zy de pyl niet beletten door te dringen.... maar wel om weder uit te haalen, zonder de wondt merkelyk grooter en wyder te maaken, of de pyl door en door te stooten, en dus door een nieuwe wond uit te haalen. Zy hebben twee kerfjes gemaakt.... aan 't einde daar dit riet aan de punt gehegt is, op dat, wanneer de punt slegts in 't lichaam is, het overige van de pyl afbreekt, laatende in de wonde de vergiftige punt. Zy handelen hunnen Krygsgevangenen byna eveneens als de Canadeezen doen. |
|