Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 95]
| |
hunne sieraaden, bestaande in Vederen, Konynen Vellen, en de grond van verscheidene verwen wonderlyk op het lichaam van den Koning en zyne Hovelingen gestreeken, waren niet bequaam om Draak in bekooring te brengen, ten wiens voordeele de Koning van Nieuw Albion zyne kroon wilde afleggen. Deeze Koning stelde die op 't hoofdt des Engelsman, en hing hem om den hals de Koninglyke Keten, verzellende deeze plegtigheit met een Gezang; doch al wat hy deedt was vrugteloos. De Engelsman weigerde deeze Koninglyke waardigheit met alzoo veel edelmoedigheit als dezelve hem aangebooden wierdt. Nu zoude men mogelyk vraagen welke teekenen van Godsdienst men hier in konde vinden: maar dit laatenwe Draak zelf beantwoorden. Hy verhaalt ons dat deeze Landaart zich onder zyn volk vermengende, gestaadig weende, zuchtte, en met het aangezigt bekrabt, hun wilde offerhanden doen; maar dat de Engelschen hun best deeden om hen te doen begrypen, dat men zyne Godsdienstigheit alleen aan den waaren Godt moest betoonen. Voor 't overige, zegt hy niet waarin deeze Godsdienstigheit van hun zoude hebben bestaan. Immers is 't zoo licht niet iets wezendlyks te bepaalen door eenige gevolgen, getrokken uit eenige gewoone teekenen die veeltyds bedriegelyk zyn. Ga naar margenoot+ Alles wat men van de Godsdienst der Volkeren van Nieuw-Mexico kan zeggen, is, dat zy Afgoden aanbidden. Wil men noch iets meer weeten? De Afgodische Volkeren hebben onder hen openbaare Gebedeplaatsen om den Duivel te dienen; in deeze plaatsen offeren zy hem spyze tot zyn onderhoudt. Zy wyen hem Kapellen en verhevene plaatsen toe:Ga naar voetnoot(a) Do Duyvel komt 'er zich somtyds verlustigen, en dikwils uitrusten, wanneer hy genoodzaakt is van de eene Stadt naar de andere te reizen: men bespeurt hoe de Reizigers zich van een grooten omslag en moeite ontslaan, laatende den Duivel in alle de Denkbeelden voorkoomen, die de Afgodische Volkeren zich van een Opperste Weezen maaken. Dit is in 't stuk van Godsdienst de grondslag hunner verborgene hoedanigheden. De Volkeren van de Provincie van Los Quieres, schynen de Zon, Maan, en Starren te aanbidden. Dit vermoeden is gegrondt op 't geen men by hen heeft bespeurt, hoe verscheidene tenten en hutten met deeze Hemelligten beschilderd zyn. In 't algemeen wordt 'er gezegt, dat deeze Volkeren een naauw verstand met den Duyvel houden. Ferdinand Alarchon meenende bespeurtGa naar margenoot+ te hebben, dat de Californianen de Zon aanbaden, gebruykte, om hen te winnen, een list of middel die gansch niet Apostolisch geleek: maar evenwel moest hy trachten nieuwe Onderdaanen aan zynen Koning en Geloovigen aan de Kerk toe te brengen. Hy verklaarde hun dat de Zon hem gezonden hadt om hen tot Vrede en Eenigheit te vermaanen. Eenige der Indianen, twyffelende aan de waarheit der Zending: vroegen hierop, ‘Waarom heeft zy zoo lang gewagt met u te zenden? Om dat ik nog te jong was, antwoordde hy hun. (Dit antwoordt was voldoenende genoeg voor een van dien Landaart.) Waarop het Volk besloot, hem te erkennen voor den Zoone der Zonne. Deeze gewaande Zons-Zoon, om nu eenige Geloovige, te gewinnen, rechtte terstond een Kruis op, en geboodt zyne byhebbende Spanjaarden het zelve te aanbidden, om deeze Ongeloovige tot een Voorbeeldt te strekken. Vervolgens schreef hy hun den tydt en wyze van Aanbidding voor; en hebbende gemerkt dat zy des morgens de opgaande Zon aanbaden, zeide hy, dat zy het Kruis ter zelver uure moesten aanbidden. Vader Picolo in zyn Gedenkschrift aangaande California,Ga naar voetnoot(b) verhaalt, dat hy onder de Californianen geene wyze van Regeering, of Godsdienst, of Godsdienstige geregelde oeffening heeft konnen bespeuren. ‘Zy bidden de Maan aan, en snyden hun hoofdhair in het afgaan van de Maan af, (zo ik 't wel heb) ter eere van hunne Godheden, en geeven het zelve aan hunne Priesters die 'er zich in verscheidene soorten van bygelovigheden van bedienen. |
|