Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 258]
| |
van zyne zaak op zich nam: derhalven staan wy u toe, u met de zelve te belasten, en ten zynen voordeele zodanige verzoeken, waarneemingen en vertoogredenen te doen, als gy rechtmatig en noodig achten zult; indien gy nochtans gewaar wierd, dat hy slinksche wegen in zich te verdeedigen gebruiken wilde, beveelen wy u dit de Rechtbank te berichten. Deeze aankundiging geëindigt zynde, laat men de Beschuldigde en de Latrado in een andere kamer gaan; maar men zet hen een vertrouwt persoon by, om hen in alle hunne onderhandelingen behulpzaam te zyn, overzulks 'er niets voorvallen kan waar van de Rechters niet t'eenemaal onderricht worden. De Advokaat en Bygevoegde plaatsen zich ieder in een Stoel, en de Gevangene op een zit- of voetbank, schoon hy zelf een persoon van grooten aanzien was, of in de Kerkelyke waardigheit gestelt. De Advokaat begint dan het aan hem gegeeven Faamloosschrift te leezen, behelzende alle de Beschuldigingen, zodanig als den Promoteur die voorgeleezen heeft. Hy vraagt vervolgens den Beschuldigden of hy eenige reden tot zyne verdeediging heeft by te brengen. De Gevangene antwoordt hier op dat hy een Christen is, dat hy nooit iet tegen het Katholyke Geloof heeft gedaan, en dat de Inhoudt van 't Faamloosschrift t'eenemaal valsch is. Alsdan vat de Letrado de pen in de handt, en stelt de wederlegging voor den Beschuldigden op, behelzende omtrent in manier als volgt: Ga naar margenoot+ Dat het genoegzaam blykt dat de Beschuldigde een gedoopte Christen is; dat hy 'er alle plichten van heeft nagekomen, leevende voorbeeldelyk, woonende de Missen en Sermoenen by; zich dikmaals de Sakramenten van de Biecht en Eucharistie deelachtig maakende; geevende groote aalmoezen den Armen en aan Geestelyke Gestichten. Dat hy daarenboven noch gewigtige diensten aan de Kerken en Broederschappen heeft beweezen; dat hy een goed gedeelte zyner goederen tot Godtvruchtige Werken heeft gebruikt, dat men hem nooit iet tegen zynen Godtsdienst heeft zien onderneemen; en dat hy altoos door zyn gedrag, tekenen van genegenheit, van de vreeze Godts, en veel liefde voor zyn evennaasten gegeeven heeft. Dat men met de zelfde klaarblykelykheit bewyzen kan, dat hy des Zaturdags zich nooit van hemdt verwisselt heeft gehad; dat men in zyn huis altoos zwynen vleesch, hazen, konynen en alle soorten van visschen geschubde en ongeschubde heeft gegeeten, zonder eenige onderscheiding van spyze, als 'er alleen vereischt word om zich volgens de Wetten der Heilige Roomsche Kerke te gedragen. Dat men over dit alles zyne Huisgenooten bevraagen kan, en de personen waar mede hy voornamentlyk heeft omgegaan, als ook zynen Biechtvader en Kerspelpriester, die genoegzaame getuigenissen geeven zullen, dat hy zich in zaaken van den Godtsdienst altoos onberispelyk heeft gehouden. Dusdanig is gemeenlyk de omstandigheit van de wederlegging, die in diergelyke gelegentheden de Advokaten doen, door de Heilige Bediening voor de verdeediging der Beschuldigden benoemt: wanneer die door den Letrado en Gevangene geteekent is, gaat de eerste weder naar de Mesa om verslag van het bevolene te doen, en de andere word weder naar zyne Gevangkenis gebragt. Eenige tydt daarna, die niet bepaalt is, laaten de Rechters den Beschuldigde ter gehoor komen, om 'er de getuigen te noemen, die bewyzen konnen, 't geen hy in zyne wederleggingen of verwytingen heeft bygebragt. Deeze Getuigen moeten ten minsten voor ieder Artykel drie zyn, en dit is 't geen byna nooit ontbreekt, dat de bewyzende Beschuldigden gemeenlyk op een onwederspreekelyke wyze doen, als zy voor hunne rechtvaerdiging hebben bygebragt. Maar dit baart hun weinig nut, alhoewel het byna voldoende moet zyn, om de enkele getuigenissen zonder bewys, en die nooit overeenkomen af te weeren. De Gevangene voldaan hebbende, werd dan wederom naar zynen Kerker gezonden. Men laat hem eenigen tydt daar na weder ter gehoor komen, en men noodzaakt hem door nieuwe vermaningen, zyne misdaaden te bekennen. Indien hy dan volhard met te zeggen, dat hy onschuldig is, vraagt men hem of hy begeert dat de Promoteur kome en hem een nieuwe verklaring van bewyzen tegens hem voorleeze; en alsdan begint de Geheimschryver omtrent dit volgende te leezen, 't welk hier ter voorbeeldt diene. | |
Gerechtelyke Verklaring der bewyzen, die men tegen den hier tegenwoordige Beschuldigden heeft.Een Getuige (die wy onderstellen BlasiusGa naar margenoot+ te zynGa naar voetnoot(a)) heeft getuigt wel te weeten, voor omtrent tien jaaren te hebben ge- | |
[pagina 259]
| |
zien en gehoort, dat Lodewyk hier tegenwoordig, ter zekerer plaatse zynde (laat ons onderstellen dat het te Coïmbre was) by Personen van het zelfde geslacht met hem, die weerzyds verklaarden dat ze beide in de waarneeming van de Wet van Moses leefden. Een andere Getuige (laat ons onderstellen dat hy JoanGa naar voetnoot(a) wierd genoemt) heeft van gelyken getuigt, dat de voornoemde Lodewyk op een zekere plaats zynde, by voorbeeldt te Castelbranco, voor omtrent vyftien jaaren, nevens andere nieuwe Christenen, die wy Francisco en Joan noemen zullen, iemandt van 't Gezelschap gezegt zou hebben, dat hy van een ham gegeeten had, en waarop Lodewyk hem geantwoordt had, dat hy 'er nooit van at: waar op een ander, die wy onderstellen zullen Francisco te zyn, zeide dat Lodewyk wel had gedaan, in aanmerking van 't waarneemen der Wet, en dat ze alle hier in overeen quaamen, en naar de Wet van Moses leefden. Een andere GetuigeGa naar voetnoot(b) (laat ons hem Gonsalves noemen) heeft gerechtelyk getuigt, dat de voornoemde Lodewyk omtrent voor zes jaaren in zekere plaats, by voorbeeldt te Coïmbre zynde, nevens de personen van zyn geslacht, die wy Manuel en Gonsalves noemen zullen, gemelde Lodewyk hun zeide, dat hy stond om een aanzienlyk Ampt te koopen; dat een der voornoemde personen (laat ons onderstellen dat het Manuel was) hem zulks afried, naardien hy een nieuw Christen zynde, dit door iemandt kon belet worden; waarop een ander van 't Gezelschap, by voorbeeldt Gonsalves antwoordde, dat hy Beschuldigde van dit Ampt te koopen zich niet moest laaten afschrikken, gemerkt 'er personen van de zelfde stam waren, die diergelyke Ampten bezaten; en dat zy in deeze onderhandeling zich wederzyds verklaarden belydenis van de Mozaische Wet te doen. Dit nu zyn omtrent de omstandigheden van de verklaringen der bewyzen, die men in de Inquisitie tegen de Beschuldigden waant te hebben. Deeze Getuigenissen tegen den Gevangen, die wy onderstellen Lodewyk genoemt te zyn, bestaan niet dan in drie getuigen, die geenzins met elkander overeenkomen. Echter zyn ze volgens den regel van de Heilige Bediening voldoende om een persoon in de Gevangkenis te werpen. Noch gebeurt het somtyds dat men 'er gevangen neemt, die tegen hun niet dan twee zodanige Getuigen hebben; die gemeenlyk noch valsche getuigen zyn, en in de omstandigheden van de daadt waar over zy getuigen, geenzins overeenstemmen. Indien het den Inquisiteurs behaagde de Gedingstukken het licht te gunnen, zoude men onder duizend Getuigen naauwlyks twee vinden, die volmaaktelyk overeenquamen; of zoo deeze beschuldiging door iemandt voor de gevangenneeming wierde gedaan, kon men onderling vooraf overeengekomen zyn, over 't geen men tegen den beschuldigen in te brengen had. Deeze verklaring den Beschuldigden voorgeleezen, vraagt men hem of hy 't bekent waarachtig te zyn; maar alzoo wy onderstellen dat Lodewyk onschuldig is, antwoordt hy alles valsch te zyn; waarna men hem wederom weg zend. Men laat voortaan de Gevangene niet meerGa naar margenoot+ met zyn Advokaat spreeken, waar by hy zekerlyk niet veel verliest, als zynde voor hem niet dan Advokaat in naam. Men kan ook waarlyk niet meer van hem vorderen, noch hy mag ter begunstiging van den Beschuldigde ook niets aanhaalen, dan 't geen hem voorgeschreeven word. Hy ziet nooit de Gedingstukken noch Dingtalen na, hy is van den grondt der zaake, waar van hy handelt, onkundig, en overzulks kan hy die niet dan ongevoegelyk verdeedigen; hy word tot deeze Bediening uit de driftigste Gerechtdienaars van de Heilige Bediening verkooren, en somtyds uit de minst bequaamste. Zodanige Advokaten zyn eindelyk meer tegen, dan voor de Beschuldigden, overzulks zy als Bedienaars van de Inquisitie, gemeenlyk de Rechtbank voordragen 't geen zy van de Beschuldigden denken; en door dien de Inquisiteurs en Gerechtsdienaars natuurlyk den geenen, die men in Portugal nieuwe Christenen noemt, ongenegen zyn, hellen deeze Advokaten altoos over, om het quaadste van de Gevangenen te denken. Indien 't echter gebeurt, dat ze hun gevoelen voor de Mesa of Tafel uiten, en dat het geen zy denken de belangen van den Beschuldigde nadeelig zy, veroorzaakt dit hem groot nadeel, en schoon dat de Advokaat voor hem gunstige gedachten heeft, nochtans zyn ze den Gevangene altoos ondienstig. De Promoteur is de Meester van 't Geheim, en ziet, wanneer 't hem lust, alle de Gedingstukken van den Beschuldigde na, overzulks hy bequaame middelen heeft hem | |
[pagina 260]
| |
te belemmeren, terwyl de Advokaat, niet dan weinig kennis van de zaak hebbende, zich buiten staat vind die naar behooren te verdeedigen. Hier door gebeurt het ook dat zeer veel van deeze rampzaligen zonder verdeediging verweezen worden, en ten vuure gedoemt, of met hun verwandschap onteert, beschuldigende hen van 't Jodendom en van veele andere misdaaden waar aan zy onschuldig zyn. Eenige tydt hier na, en wanneer het de Inquisiteurs goed vinden, stelt men de Beschuldigde met zyn Advokaat wederom voor, die hem voorleest en mededeelt de zelfde verklaring der bewyzen, die hy reeds ter gehoor zynde, geteekent heeft gehad, en die omtrent behelst, zodanig als hier voor is aangeweezen. Deeze Verklaring vervat wel de getuigenissen van verscheiden Getuigen: maar zy zyn echter alle van den anderen verschillende, zoo wel in 't wezentlyke als in de omstandigheden der zaaken. Ga naar margenoot+ Na deeze lezing, vraagt de Letrado den Gevangene, wat hy op 't geen hy gehoort heeft, weet te zeggen. Die daar op antwoordt, dat de voorgewende bewyzen en alle de Getuigenissen valsch zyn; dat hy van alles waar van men hem beschuldigt, onschuldig is, en dat hy zeer ernstelyk verzoekt, dat zyn Advokaat ter zyner Verdeediging met vlytarbeidde. Als dan verandert de Letrado van toon, en begint de rol van Inquisiteur te spelen. Hy gebruikt al zyne welspreekendheit om de Beschuldigde tot het bekennen te noodzaaken, en hy vertoont hem dat hy geen ander hulpmiddel voor te stellen heeft, om hem de redden; dat hy behalven dat zich in gevaar stelt noch langen tydt in de gevankenis te moeten doorbrengen, of 'er nooit staat uit te komen dan om zyn strafvonnis te moeten ondergaan. Een weinig opmerking is hier noodig, hoe een diergelyke raadt door een Advokaat gegeeven, het vermogen heeft op zwakken gemoederen, als by voorbeeldt van vrouwen of jonge dochters en veele anderen te werken. Dus gebeurt het maar al te dikmaals, dat deeze ontrouwe Advokaten den Gevangenen meerendeels noodzaaken deezen droevigen schandelyken raadt te volgen. Wanneer echter de Beschuldigde hier tegen bestendig blyft met te zeggen, dat hy onschuldig is, antwoordt hem de Letrado en vraagt: wat is 't dan dat gy op de beschuldigingen, die de Promoteur tegen u inbrengt te antwoorden hebt, en 't geen hy meent genoegzaam beweezen te hebben? Men moet bekennen dat een arme Gevangene te beklaagen is, zich in een zodanigen staat te vinden; want wat voor hulp, en vertroosting ontfangt hy van dien gewaanden Advokaat? blykt het niet klaar dat alles niet dan spel en een enkele vermomming is? Indien deeze Letrado zynen plicht wel waar nam, moest hy en kon hy niet voordragen, dat deeze Getuigen niet aanneemelyk zyn, overzulks ze niet overeenkomen, en het meerendeel in de Gevangkenissen van de Heilige Bediening zyn, alwaar zy hun getuigenissen niet dan door dwang, bedryging en vrees voor de strafoeffeningen geeven? In het waereldlyk recht staat men geen enkele getuige tegen een Beschuldigde toe, wanneer het over een misdaat van Staat is; men begeert dat de getuigen eerlyke menschen zyn, en geen verwyt onderworpen: maar in de Inquisitie worden alle menschen zonder onderscheid toegelaaten, getuigen te zyn; en men neemt 'er als overtuigende bewyzen aan, de getuigenissen van gedwongen en voor lange jaaren in de Kerkers gevangene personen, en die hun leeven niet dan zich en anderen te beschuldigen, weeten te redden. Indien men den Gevangenen de ontslaging hunner Gevankenissen aanbiedt, met oogmerk nochtans alleen dat ze tegen andere getuigen mogten, zonder hen te verplichten met den geenen overeen te komen, die over de zelfde zaak getuigen; word 'er niet een gevonden die door dit kort en gemakkelyk middel zich een spoedige vryheit verwerft. De Gevangenen van de Heilige Bediening zyn het dan geen menschen, als die in de waereldlyke Gevankenissen opgesloten zyn? De afschrik voor den Kerker, de strafoeffening en de doodt, heeft die niet zodanig een vat op hen, en voornamentlyk op de Vrouwen en 't jonge Volk? Ongetwyffelt is 't, dat men hen over de Wet van Moses ondervraagende, ook noodzaakt zich met het Jodendom te beschuldigen; en insgelyks hen daar toe brengen zou dat ze Turken waren, indien men hen over de Wet van Mahomet ondervroeg. Alle deeze Aanmerkingen belemmeren nochtans weinig de Advokaten, die men den Gevangenen in de Inquisitie geeft. Zy stellen zich daar over gerust en hebben een vreedzaam gemoedt, alhoewel zy voor Godt moeten bezwaart en verantwoorddelyk over de eer, goederen en 't leven der geenen zyn, die men hen te verdeedigen aanbeveelt. Indien 't dan gebeurt, 't welk gemeenlyk geschiedt, dat een Gevangene op aanrading van zyn Advokaat zich komt te beschuldigen en anderen valschelyk beschuldigt; in welk een verschrikkelyke verantwoording en vergoeding vind zich deezen Advo- | |
[pagina 261]
| |
kaat niet ingewikkelt? en is 'er wel reden te geloven dat hy zich voldoet, of dat hy zich ooit kan voldoen? De Letrado eindelyk den Beschuldigde gevraagt hebbende of hy in staat is zyne Getuigen te konnen beschuldigen, die daar op antwoordt dat het hem niet mogelyk is tegen menschen die hem onbekent zyn, beschuldigingen in te brengen. Alsdan bied de Advokaat hem in geschrifte zynen Dienst tegen alle de Getuigen in 't algemeen aan, en wikkelt teffens den Beschuldigde in, aan hem zonder achterhouding te ontdekden, alles 't welk hy tegen alle de personen in te brengen heeft, met wien hy eenige zaaken te beslechten heeft gehadt; op dat hy onder dit groot getal den geenen zou konnen aanwyzen, die tegen hem getuigt hebben. Nochtans, alzoo niet alleen de Beschuldigde dikmaals gansch geen kennis aan de Beschuldigers heeft, en zelfs nooit heeft hooren noemen; gebeurt het mede dat na de beschuldigingen tegen veele personen te hebben ingebragt, hy het geluk niet heeft deeze te begrypen, die hy juist te raaden had. Een andere belemmering is 'er die uit de verwarring ontstaat, waarin zich den Beschuldigde vind, namentlyk dat hy aan zynen Advokaat beschuldigingen tegen een groot getal personen geevende, die mogelyk hem te beleedigen nooit iet hebben voorgehad, een soort van algemeene bekentenis van zyn levens gedrag aan deezen Letrado doet: hem ontdekkende alle het bedreevene en de vryery-gevallen die hy heeft gehad, en schend door dit geval de achting van veele Vrouwen en aanzienlyke Dochters, ontdekkende 't geen hy schuldig was met een eeuwige vergeetenheit toe te dekken. Dusdanig is de vreemde gesteltheit der Gevangenen van de Heilige Bediening, waar van de eenige uitkomst zich te redden is, beschuldigingen in 't wilde en by de tast te doen, zeggende by voorbeeldt, dat een zodanige hun vyandt is, nademaal zy zyne vrouw, dochter of zuster verleid hebben. Waar op men acht geeven moet, dat men in de Inquisitie geen acht op zodanige beschuldigingen slaat, indien men bewyzen kan dat deeze die de zelve gedaan heeft, in 't vervolg gesproken is of zich met den geenen verzoent heeft, tegen wien die gegeeven zyn; als of by den Portugeeschen Landaart de haat en de begeerte van zich te wreeken elkander gesproken hebbende t'eenemaal verbannen wierd. Een ander middelGa naar voetnoot* waar door de Gevangenen van de Heilige Bediening zomtyds het geluk hebben hunne vryheit weder te bekomen, is om te bewyzen 't geen men in Vrankryk de Alibi en in Portugal Coarctato noemt; te weeten, dat in den tydt als men voorgeeft, dat de Gevangene in een zekere plaats was, doch zich wezentlyk in een andere bevond: by voorbeeldt, te bewyzen, dat hy te Lisbon was, terwyl men voorwend dat hy te Coïmbre zich ophieldt. Voor de Wettelykheit van ieder beschuldiging of van ieder Artykel van de Alibi, moet den Beschuldigde ten minsten drie Getuigen verschaffen, 't welk alle Oude Christenen, die onopsprakelyk zyn, wezen moeten, en wiens naam men den Advokaat niet bekent maakt. Men moet mede aanmerken, dat deeze Getuigen door een Beschuldigde dus aangehaalt, altoos in een zoo kommerlyke vrees zyn, dat de Heilige Bediening, de Gevangene te begunstigen niet verdacht houde, en dat men te veel in zyne belangen zy, dat dit hen dikmaals belet van getuigenis te geeven, 't geen hem konde voordeelig zyn, of dat ze maar ten halve getuigenis geeven. Ook moet men acht geeven, dat onder de Beschuldigden geene zyn dan die een weinig ervaarenis in de waereldt hebben, die zich van 't middel van de Alibi bedienen; gemerkt, dat zoo de Gevangene niet te raade word zich van 't zelve hulpmiddel te dienen, zyn Advokaat het hem nooit inboezemen zal: en om beter verstaan te zyn, moet men weeten, dat de Beschuldigde nooit uitdrukkelyk de plaats weet, waar van zyne Getuigen in hunne getuigenissen gesproken hebben, ten minsten als hy het niet verzoekt met oogmerk om de Alibi te bewyzen: maar dat men zich in de geteekende Faamroovende Schriften altoos van de woorden in zekere plaats bedient, zonder geene in 't byzonder uit te drukken, gelyk men in de hier voor bygebragte voorbeelden zien kan. Het meerendeel der Beschuldigden nu ziende, dat men hun deeze plaatsen niet aanwyst, bedenken zich niet lang, verzoekende die te mogen weeten, overzulks zy zich, van de Alibi voorzien zynde, konnen verdeedigen. Daar beneven is dit middel gemeenlyk voor de Vrouwen in geen gebruik, noch voor het jonge Volk, en voor geene menschen van zekeren staat en aanzien, die niet schrander genoeg zyn om 'er hunne gedachten over te laaten gaan, en die door hunne Advokaten niet worden aangeport tot de Alibi hunne toevlucht te neemen, schoon het hunne schuldige plicht zy alle vereischte middelen in | |
[pagina 262]
| |
't werk te stellen, om deeze rampzalige te verdeedigen: maar 't is het lot deezer Gevangenen van de Inquisitie, dat alles tot hun verderf t'zamenspant; en dat wanneer het om hun te verdeedigen en hunne behoudenis betreft, de zwaarigheden zonder tal, en eenigermaaten onverwinnelyk zyn. |
|