Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijBernard Picart, Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2 (vert. Abraham Moubach). Rutgert Christoffel Alberts, Den Haag / Hermanus Uytwerf, Amsterdam / Jan Daniel Beman, Rotterdam 1727
-
gebruikt exemplaar
scans UCLA
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het tweede deel van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt van Bernard Picart. Het betreft een vertaling uit het Frans door Abraham Moubach uit 1727. Het gehele werk bestaat uit zes delen. De oorspronkelijke Franse werken verschenen tussen 1723 en 1743.
redactionele ingrepen
Aan het begin van het eerste en het tweede stuk is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
p. I, 185, 327, 338, 342: een accolade verspreid over meerdere regels kan in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom is de accolade hier met de bijbehorende tekst op elke regel herhaald.
p. 33: van voetnoot ‘e’ ontbreekt een nootverwijzing in de lopende tekst. De noot is hier onderaan de pagina geplaatst.
p. 65: van voetnoot ‘b’ ontbreekt een nootverwijzing in de lopende tekst. De noot is hier onderaan de pagina geplaatst.
p. 331: een in het origineel onleesbaar teken is hier vervangen door ‘[...]’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, *1, *4, *5, *8 en 186) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
NAAUKEURIGE BESCHRYVING
DER
UITWENDIGE
GODTSDIENST-PLICHTEN
KERK-ZEDEN
EN
GEWOONTENS
VAN ALLE
VOLKEREN der WAERELDT;
IN EEN
Historisch Verhaal, met eenige Naaukeurige Verhandelingen ontvouwen, door verscheiden Aanmerkingen opgeheldert,
EN
IN KUNSTIGE TAFEREELEN AFGEMAALT:
GETEEKENT DOOR
BERNARD PICARD.
Uit het Fransch in Nederduitsch overgezet
DOOR
ABRAHAM MOUBACH.
TWEEDE DEEL.
Behelzende de Plechtigheden der Roomsche Kerke.
In 's Gravenhage, by RUTG: CRIST: ALBERTS, } Boekverkopers.
Te Amsterdam, by HERMANUS UYTWERF, } Boekverkopers.
En te Rotterdam, by JAN DANIEL BEMAN, M. DCC. XXVII. } Boekverkopers.
[pagina 181]
Lyst Van de afdeelingen en hoofdtstukken Der verhandeling,
Van dit tweede Deels eerste Stuk.
Vervattende den korten Inhoudt der voornaamste stoffen van de hedendaagsche Godtsdienstplichten en Gewoontens der Roomsche Kerke.
VERHANDELING. | |
Behelzende de Feesten, Sakramenten en andere Plechtigheden. | |
DERDE AFDEELING. | |
I. Hoofdtstuk. | |
Van den Oorsprong en Invoering der Feestdagen. | Pag. 3. |
II. Hoofdtstuk. | |
Van de Feesten en Jaarlyksche Kerkbezoekingen volgens de Roomsche Maandt- en Dag-Wyzer, die men in de Maanden Januarius, Februarius en Maart viert. | 7. |
III. Hoofdtstuk. | |
Van de Kerkbezoekingen in de Vasten, en de Plechtigheit van den Aschdag, hoedanig men die viert. | 13. |
IV. Hoofdtstuk. | |
Van den Vastenavondt, de Vasten en Quatertempers of drie daagsche Vasten, nevens de Kerkbezoekingen der drie eerste weeken in de Vasten. | 14. |
V. Hoofdtstuk. | |
Hoe de Zegening van de Goude Roos geschied, en welke Kerkbezoekingen en Feestdagen geduurende drie weeken tot aan Palmzondag geviert worden. | 17. |
VI. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden op Palm-Zondag in gebruik. | 18. |
VII. Hoofdtstuk. | |
Hoedanig men de Processie van 't H. Sakrament naar 't Graf aflegt. | 20. |
VIII. Hoofdtstuk. | |
Hoe men de Autaren van hunne Sieraden ontbloot; en de Kerkban op den Goeden Vrydag verkondigt. | 21. |
IX. Hoofdtstuk. | |
Met hoedanig een Plechtigheit de Paus, en Koningen den Armen de voeten wassen en ter maaltydt dienen. | 21. |
X. Hoofdtstuk. | |
Hoe de Heilige Oly en Zalf Oly Gezegent word, en welke Plechtigheden des Donderdags en Vrydags van de H. Week worden waargenomen. | 24. |
XI. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden by de Aanbidding van 't Kruis waargenomen. | 25. |
XII. Hoofdtstuk. | |
Van de Processiën plechtelyk op den Goeden Vrydag gehouden. | 27. |
XIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Zegening van 't Nieuw-Vuur. | 30. |
XIV. Hoofdtstuk. | |
Van de Zegening die over de Paasch-Waskaars word gedaan; de Zegening der Doopvonten en den Doop der Catechumenen. | 31. |
[pagina 182]
XV. Hoofdtstuk. | |
Van de Ceremoniën van Paasche, en welke Feestdagen daar op volgen. | 32. |
XVI. Hoofdtstuk. | |
Van de Feestdagen en Kerkbezoekingen die te Rome in de Maandt April worden geviert. | 34. |
XVII. Hoofdtstuk. | |
Van de Feestdagen en Kerkbezoekingen te Rome in de Maandt May geviert. | 36. |
XVIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Kerkbezoekingen der beweegbaare Feesten na Paasche; en met welk een Plechtigheit de Feesten van Hemelvaarts-Dag en Pinxter geviert worden. | 38. |
XIX. Hoofdtstuk. | |
Hoe de Processie van 't H. Sakrament word volbragt. | 39. |
XX. Hoofdtstuk. | |
Hoedanig het H. Sakrament voor den Paus op reis zynde, gedraagen word. | 43. |
XXI. Hoofdtstuk. | |
Van de voornaamste Processien te Rome geduurende den Octaaf van Sakramentsdag; en de Feestdagen die in de Maanden Juny en July geviert worden. | 45. |
XXII. Hoofdtstuk. | |
Van de Feestdagen die men in de Maanden Augustus en September viert. | 49. |
XXIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Feestdagen die in de Maanden October en November worden geviert. | 51. |
XXIV. Hoofdtstuk | |
Van de Feestdagen die in de Maandt December worden geviert; van de Ceremoniën in den Advent; insgelyks die van 't zegenen van den Degen en Hartoglyke Muts; en hoe men de Middernachts-Mis voor 't Kersfeest zingt. | 55. |
XXV. Hoofdtstuk. | |
Van de Sakramenten der Kerke; en eerstelyk het Sakrament van den Doop. | 60. |
XXVI. Hoofdtstuk. | |
Van het tweede Sakrament van 't Vormzel en hoedanig dit behandelt word. | 65. |
XXVII. Hoofdtstuk. | |
Van het derde Sakrament van de Eucharistie of het H. Avondmaal. | 66. |
XXVIII. Hoofdtstuk. | |
Van 't Gezegent Broodt, en 't Laatste Olyzel of de Communie der Zieltogenden. | 69. |
XXIX. Hoofdtstuk. | |
Van het vierde Sakrament van Boete, en de Biecht. | 72. |
XXX. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden over de Boetoeffening van Openbaare Zondaren, en hoe die na de volbrenging weder ontslagen worden. | 74. |
XXXI. Hoofdtstuk. | |
Van de Kerkban en met welke Omstandigheden dien gaat verzelt; en hoe den Banneling weder ontslagen word. | 76. |
XXXII. Hoofdtstuk. | |
Van de Ontwying der Geestelyke Bedienaren, hoe streng die uitgevoertword, en waarop betrekkelyk is. Zeldzame Bezweering en verbanning van schadelyke gediertens. | 78. |
XXXIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Bediening der Biechtvaderen, en welk een gezag 's Pausen Biechtvader te Rome heeft. | 83. |
XXXIV. Hoofdtstuk. | |
Van het vyfde Sakrament van 't Laatste Olyzel, en 't gebruik van dien. | 84. |
XXXV. Hoofdstuk. | |
Van de Plechtigheden die men in acht neemt over een Christen op zyn uiterste leggende. | 87. |
XXXVI. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden der Lykstatien in alle haare omstandigheden. | 88. |
XXXVII. Hoofdtstuk. | |
Van de Zegening der Kerkhoven en hoe die geschiedt. | 91. |
XXXVIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden wegens de Begraving der Dooden in gebruik. | 92. |
XXXIX. Hoofdtstuk. | |
Van het zesde Sakrament, als van 't Huwelyk met zyne Omstandigheden. | 103. |
XL. Hoofdtstuk. | |
Van de Huwelyks Plechtigheden, in de voltrekking gebruikelyk. | 107. |
[pagina 183]
XLI. Hoofdtstuk. | |
Van de Zegening over de zwangere Vrouwen nevens die na haare Verlossing, met de behandeling daar van beschouwt. | Pag. 111. |
XLII. Hoofdtstuk. | |
Van de Bezweering en Duivelbanning, en met welk een Plechtigheit dit gaat verzelt. | 112. |
VIERDE AFDEELING. | |
Waarin gehandelt word 't welk de Kerkvoogdy betreft. | |
I. Hoofdtstuk. | |
Van het Sakrament der Geordende, en hoe die worden gewyt. | 117. |
II. Hoofdtstuk. | |
Van de Ampten, Inkomsten en Waardigheden der Kerke. | 123. |
III. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden by de Verkiezing en Inwying der Bisschoppen gebruikelyk. | 125. |
IV. Hoofdtstuk. | |
Met welk een Plechtigheit den Aartsbisschoppen het Pallium word verleent; en hoe de Lammeren gezegent worden van wiens wolle men zich dient om de Palliums te maaken. | 128. |
V. Hoofdtstuk. | |
Hoe de nieuwelyks Ingewyde Prelaat zyne Intreede in zyn Bisdom doet. | 130. |
VI. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheit by het afsterven en begraven van den Bisschop. | 131. |
VII. Hoofdtstuk. | |
Van de Bedienaars der Kerke en de Waardigheden die van minder rang met den Bisschop zyn. | 132. |
VIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Klooster-Geloften de Klooster Zusteren en haare inwying. | 138. |
IX. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden die de Waardigheit der Kardinalen betreffen. | 141. |
X. Hoofdtstuk. | |
Van de Verheffing der Kardinalen, en hoe zich dit Plechtiglyk toedraaagt. | 142. |
XI. Hoofdtstuk. | |
Van de Bezitneeming des verkoeren Kaardinaals Tytel. | 147. |
XII. Hoofdtstuk. | |
Van de Uitvaart en Lykstatie der Kardinalen. | 149. |
XIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Uitvaart en Lykstatie van den Overleden Paus. | 150. |
VYFDE AFDEELING. | |
Behelzende een vervolg van de Kerkvoogdy, nevens een kort bericht van 't Geestelyk Gedrag des Roomsche Hofs. | |
I. Hoofdtstuk. | |
Van den algemeenen Pausselyken Stedehouder en de Kanselier en Onder-Kanselier van 't Pausselyke Hof. | 154. |
II. Hoofdtstuk. | |
Van den Regent, de Prelaten en Abbreviateurs van 's Pause Kanselary; de Pausselyke Geheim-Schryver en Onder-Geheimschryvers van Staat. | 156. |
III. Hoofdtstuk. | |
Van den Prefect der Gewaardeerde Brevetten, de Prefect der Tekening van Genade of Gunstbewys, en die van de Tekening van Gerechtsoeffening; en van de Prelaten Referendarissen van wederzyds Tekening. | 158. |
IV. Hoofdtstuk. | |
Van den Dataris of Kanselier van den Paus, en andere Bedienaren van de Kanselary of Datarie. | 160. |
V. Hoofdtstuk. | |
Van 's Pausen Paleis-Meester, en andere voorname Amptenaren in zyn Hof. | 162. |
VI. Hoofdtstuk. | |
Van den Prefect der Pausselyke Sakristy, de Boekerybewaarder van den Paus, en de Meester der Ceremoniën. | 164. |
VII. Hoofdtstuk. | |
Van den Kamerling of Schatbewaarder van 't Genootschap der Kardinalen; de Geheimschryver en Klerk der Natien, en de Oprekenaar of Opteller van 't zelve Genootschap. | 166. |
VIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Roomsche Rechtbank de Rota, en alle haare Overheden die een soort van Pausselyk Parlement uitmaaken. | 167. |
[pagina 184]
IX. Hoofdtstuk. | |
Van de Apostolische Kamer en daar in dienende Amptenaren. | Pag. l69. |
X. Hoofdtstuk. | |
Van de Protonotarissen der Apostolische Kamer in 't Consistorie van den Paus, en die den naam van Deelgenoten draagen. | 171. |
XI. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatiën in 't algemeen; van de Pausselyke Congregatie; die van de Heilige Bediening en de Voortplanting des Geloofs. | 172. |
XII. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatie om het Concilie van Trente te verklaaren; en die over de Registers van verboden Boeken zyn gestelt. | 173. |
XIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatie der Voorrechten; die der Bisschoppen en Geordende; en die voor 't Onderzoek der Bisschoppen. | 175. |
XIV. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatie der Bisschoppelyken Zeden; en die over de verblyfplaatsen der bisschoppen. | 176. |
XV. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregratie over de Kloosters om die af te schaffen; en die van de Apostolische Bezoeking. | 177. |
XVI. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatie over de Reliquiën; en die der Aflaten. | 178. |
XVII. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatie der Gewoontens of Plechtigheden der Kerke. | 179. |
XVIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Congregatie over 't bouwen der Kerken. | 180. |
[pagina 185]
NAAUKEURIGE BESCHRYVING
DER
UITWENDIGE
GODTSDIENST-PLICHTEN,
KERK-ZEDEN
EN
GEWOONTENS
VAN ALLE
VOLKEREN der WAERELDT;
IN EEN HISTORISCH VERHAAL, MET EENIGE NAAUKEURIGE VERHANDELINGEN ONTVOUWEN, DOOR VERSCHEIDEN AANMERKINGEN OPGEHELDERT;
EN
IN KUNSTIGE TAFERELEN AFGEMAALT:
GETEEKENT DOOR
BERNARD PICARD.
IN VI. DEELEN.
Uit het Fransch in 't Nederduitsch overgezet
DOOR
ABRAHAM MOUBACH.
Tweede Deels tweede Stuk.
Verhandelende de Historische Gedenkschriften over de Plechtigheden van den Gerechtsdwang der Inquisitie.
In 's Gravenhage, by RUTG: CHRIST: ALBERTS, } Boekverkopers.
Te Amsterdam, by HERMANUS UYTWERF, } Boekverkopers.
En te Rotterdam, by JAN DANIEL BEMAN, M. DCC. XXVII. } Boekverkopers.
[pagina 297]
Lyst Van de afdeelingen en hoofdtstukken Der verhandeling,
Van dit tweede Deels tweede Stuk.
Vervattende den korten Inhoudt der voornaamste stoffen van de Historische Gedenkschristen over den straffen Rechtbank der Inquisitie.
EERSTE AFDEELING | |
Tot een Voorrede dienende; | |
Waarin word vertoont, hoedanig het aloud gedrag der Kerke, ten opzicht der Ketteren strydig is, met het geen de Vierschaar van de Inquisitie tegenwoordig houdt; nevens de vergelyking van de Rechtspleeging der eene, met de groote onrechtvaerdigheit der andere. | Pag. 187. |
TWEEDE AFDEELING. | |
I. Hoofdtstuk. | |
De Oorsprong, Oprechting en Voortgang van de Inquisitie. | 193. |
II. Hooftdstuk. | |
Van de Oorlogen over de Instelling der Inquisitie veroorzaakt. | 197. |
III. Hoofdtstuk. | |
Van verscheiden zwarigheden over de Uitvoering der Oprechting van de Vierschaar der Inquisitie. | 202. |
IV. Hoofdtstuk. | |
Van de Invoering en Oprechting der Inquisitie in verscheiden Staten van Italië. | 206 |
V. Hoofdtstuk. | |
Van de Invoering der Inquisitie in Spanje. | 208. |
[pagina 298]
VI. Hoofdtstuk. | |
Van de poogingen om de Inquisitie in de Nederlanden in te voeren, en hoe dit oorzaak tot Muitery en Oorlog heeft verwekt. | 210 |
VII. Hoofdtstuk. | |
Van de Invoering der Inquisitie te Venetië. | 211. |
DERDE AFDEELING. | |
I. Hoofdtstuk. | |
Van de Gesteltheit der Inquisitie van Rome en Spanje. | 214. |
II. Hoofdtstuk. | |
Van de Gevallen en Personen de Inquisitie onderworpen. | 216. |
III. Hoofdtstuk. | |
Van de Dingtalen tegens de Beschuldigden voor de Vierschaar der Inquisitie gehouden. | 219. |
IV. Hoofdtstuk. | |
Van de Omstandigheden hoedanig men de Gevangenen van de Inquisitie op de Pynbank brengt en ondervraagt. | 225. |
V. Hoofdtstuk. | |
Van de Plechtigheden over de Uitvoering der Veroordeelingen van den Rechtbank der Inquisitie; enz. | 227. |
VI. Hoofdtstuk. | |
Van de Grondregels der Inquisitie, en die der Inquisiteurs. | 231. |
VII. Hoofdtstuk. | |
Van de Ongevallen en Ongelegentheden der Inquisitie; en de Onmenschelykheit, Ongerechtigheit en Wreedheit van deezen Rechtbank tegen alle die haar, zelf de Koningen, onderworpen zyn. | 233. |
VIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Inquisitie over de verboden Boeken, en hoedanig zy zich hier in gedraagt. | 236. |
IX. Hoofdtstuk. | |
Van de Gevolgen die door het invoeren van de Inquisitie in verscheiden Staten te duchten zyn. | 240. |
X. Hoofdtstuk. | |
Van de Vierschaar der Inquisitie en de Voorrechten der Beampten van de Heilige Bediening; enz. | 241. |
VIERDE AFDEELING. | |
I. Hoofdtstuk. | |
Van de Invoering der Inquisitie te Lisbon, waar tegen Don Jan geduurende zyn leven zich heeft aangekant; doch die na des Vorsten doodt weder ingevoert word, en door deeze Heilige Bediening word in den Ban gedaan; waar van men zyn Lyk wederom ontslaat; het verschil van 't Parlement van Lisbon met de Amptenaren der Inquisitie; en met welke streng- en wreedheden de Heilige Bediening word behandelt. | 244. |
II. Hoofdtstuk. | |
Van 't Gedrag door de Inquisiteurs in Portugal omtrent den geenen gehouden die het ongeluk hebben in hunne handen te vallen. | 249. |
III. Hoofdtstuk. | |
Van de Onderaardsche Gevankenissen, de Strafoeffening die men aan de Gevangenen, zoo wel Mannen als Vrouwen, Jonge Dochters en Geestelyken doet. | 251. |
IV. Hoofdtstuk. | |
Hoe men de Vrouwen in de Inquisitie handelt; en hoedanig men de Gedingen tegen de Beschuldigden behandelt en uitvoert. | 254. |
V. Hoofdtstuk. | |
Waar in de Dingtalen in de Inquisitie tegen de Beschuldigden ontvouwen worden. | 257. |
VI. Hoofdtstuk. | |
Van verdere Dingtalen tegen de Beschuldigden, en voornamentlyk tegen de Vrouwen. | 262. |
VII. Hoofdtstuk. | |
Van de Vergelyking der Bekentenissen van den Beschuldigden met de Getuigenisse zyner Beschuldigers. | 265. |
VIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Doodtstrafoeffening der Beschuldigden, Ontkennende strafwaardigen genoemt. | 267. |
IX. Hoofdtstuk. | |
Waarom de zoogenaamde Nieuwe Christenen vervolgt worden; en verscheiden Voorbeelden van 't straffen der Oude Christenen. | 270. |
[pagina 299]
X. Hoofdtstuk. | |
Gesteltheit van de Inquisitie van Goa beschreeven, uit de Beschryving van den Heere Dellon getrokken. | 273. |
XI. Hoofdtstuk. | |
Van de Amptenaren en Bedienden der Inquisitie, en hoe zy zich omtrent de Gevangenen gedragen enz. | 274. |
XII. Hoofdtstuk. | |
Van de Manier van Rechtpleeging in deeze Inquisitie waargenomen. | 275 |
XIII. Hoofdtstuk. | |
Van de Onrechtvaerdigheden die in de Inquisitie, wegens Personen van 't Jodendom beschuldigt, worden begaan. | 277. |
XIV. Hoofdtstuk. | |
Hoedanig de Rechtsplegingen deezer Inquisitie behandelt worden, en met welke onrechtvaerdigheden zy zich behelpt. | 279. |
XV. Hoofdtstuk. | |
Van eenige Byzonderheden de Amptenaren van de Inquisitie raakende. | Pag. 281. |
XVI. Hoofdtstuk. | |
Omstandigheden in den Voorttogt van de Processie naar de Handeling des Geloofs, en wat men 'er aldaar gekomen in acht neemt. | 290. |
XVII. Hoofdtstuk. | |
Van de Omstandigheden over de Vryspreeking van den Kerkban, en hoe men met den geenen omgaat, ten vuure verweezen. | 292. |
XVIII. Hoofdtstuk. | |
Van 't Gedrag van de Heer Dellon in 't uitgaan van de Inqusitie gehouden; hoe men hem in een Tuchthuis om onderweezen te worden brengt, en weder in de Inquisitie leid, om 'er zyne opgelegde Boete te voldoen. | 294. |
XIX. Hoofdtstuk. | |
Waarin de Galeien bestaan die te Lisbon voor een Gevankenis van de Inquisitie verstrekken; met haare omstandigheden beschreeven. | 296. |
[pagina 342]
Bericht Voor den boek-binder.
Om de Afbeeldzels van dit tweede Deel, op zyne behoorlyke plaats te stellen.
No: | 38. | De Ceremonie van den Aschdag en van 't Gezegent Broodt. | Pag: | 14. |
39. | De Processiën van de Palmtakken op Palmzondag, en van 't H: Sakrament op den Sakramentsdag. | 18. | ||
40. | De Ceremonie van 't Voetenwassen, en 's Volks Aanbidding van 't Kruis. | 23. | ||
41. | De Processië over de Heiligen Olyën enz. in 6 Afbeeldzels. | 24. | ||
42. | Hoe het Sakrament gedraagen word, wanneer de Paus op reis gaat. | 44. | ||
43. | De Doop door den Priester bedient; en die door de Vroedvrouw word verricht. | 64. | ||
44. | De Plechtigheit van 't Vormzel, in twee verbeeldingen. | 66. | ||
45. | De Communie, en 't laatste Kerkrecht van een Zieke. | 68. | ||
46. | De Biecht; en 't laatste Olyzel voor een Zieltoogende. | 71. | ||
47. | De Ceremonie hoe zich de Boetelingen voor den Bisschop vertoonen enz. in 6 Verbeeldingen. | 75. | ||
48. | De Ceremonie van de Ontwying door den Bisschop enz. in 6 Verbeeldingen. | 76. | ||
49. | De Tentoonstelling van 't Lyk; en de Offerhande van 't Broodt en den Wyn in een Lykmis. | 88. | ||
50. | De Lykstatie, de Lykdienst in 't Koor, en 't Lyk in 't Graf met Wywater besprengt. | 95. | ||
51. | De Plechtigheit van de Trouw; en Zegening van 't Bruidsbedt. | 107. | ||
52. | De Plechtigheit van de Kruinscheering der Klerken enz. in 6 Verbeeldingen. | 119. | ||
53. | De Ordening der Onder-Diakenen enz. in 6 Verbeeldingen. | 121. | ||
54. | Plechtigheit van een verkooren Bisschop enz. in 6 Verbeeldingen. | 126. | ||
55. | Die van 't Overgeeven van den Bisschopsring enz. in 6 Verbeeldingen. | 127. | ||
56. | Plechtigheit van 't overgeeven van 't Kerklyk Kleedt aan een Abt en Abdis, in 6 Verbeeldingen. | 137. | ||
57. | Hoe de Bisschop den Ring aan Geestelyke Kloosterzusters geeft enz. in 6 Verbeeldingen. | 140. | ||
58. | Het onderzoek van 's Overleden Pausen Lyk enz. in 6 Verbeeldingen. | 151. | ||
59. | De Inquisitie Zaal; en verscheide manieren van Pynigen enz. | 225. | ||
60. | Het Oordeel van de Inquisitie op de Hofplaats van Madrid, en Processie van de Inquisitie van Goa. | 227. | ||
61. | De Auto da Fé of Handeling des Geloofs, en de uitvoering van 't strafvonnis. | 291. | ||
62 } | De Bannier van de Inquisitie van Goa en van Spanje, en de Afbeeldzels van 't Gewaadt der Verweezenen enz. | { 318. | ||
63 } | De Bannier van de Inquisitie van Goa en van Spanje, en de Afbeeldzels van 't Gewaadt der Verweezenen enz. | { 319. |