Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijIV. Hoofdtstuk.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| ||||||||||||||||||||
nochtans den Lyder de pynwerktuigen doen zien, nevens een of zoo veel beulen als 'er noodig zyn. Deeze Beulen of Rakkers zyn omtrent als boetdoende zondaars gekleedt, met groote lange rokken van zwarte trielje, en zy hebben hun hoofdt en gezicht, als met zwarte Monnikskappen bedekt, voor de oogen, neus en den mondt gaten hebbende. Dit spookzel tast dan de beschuldigde aan, kleed hem naakt uit, behalven wat de schaamte gebied te dekken. Voor dat men hem ter pyniging brengt, vermaanen hem de Kettermeesters, getrouwelyk te belyden van 't geen waar mede hy zich schuldig vind. Indien deeze vermaning niets uitwerkt, en dat hy by 't ontkennen blyft, legt men hem op de pynbank, waar toe hy verweezen is, 't zy op een der drie manieren waarvan wy gewag hebben gemaakt. Somtyds is het pynigen zoo geweldig, dat het hart en de krachten van den Lyder bezwyken, en men genoodzaakt word den Arts van de Inquisitie te laaten komen, om te verneemen of het noch langer zonder te sterven verdraaglyk zy. Ga naar margenoot+ Wanneer men uit den mondt en hals van den beschuldigden door kracht van pyniging alles gehaalt heeft, 't geen men weeten wil; te weeren, 't zy dat hy onschuldig, of waarvan hy schuldig is, word echter de rampzalige niet ontslagen; men doet hem noch een tweede pynbank uitstaan, om reden en voorwendzel, alzoo zyne belydenis volstandig moet zyn; by voorbeeldt, zoo iemandt twee vrouwen heeft getrouwt, of een vrouw twee mannen heeft gehad; of zoo een Geestelyke of een Geestelyke Dochter na hunne Gelofte getrouwt zyn; word dit door de Pynbank beleeden, vraagt men welke reden men daar toe heeft gehad, 't zy door begeerte van een hevige drift te voldoen, of dat eenig ander belang de beweegredenen zyn geweest, die hen tot deezen verboden handel heeft gebragt, waar na men wederom de beschuldigden pynigt, om hun te doen bekennen, of zy niet gelooft hebben, dat het Huwelyk geen Sakrament was; of dat de Gelofte volgens 't gewisse geene verplichting moest zyn; of dat het hun niet mogelyk was de onthouding in acht te neemen. Nadat dan deeze elendigen meer bekent hebben, dan zy zelf bewust zyn, moeten zy noch een derde pyniging uitstaan, om de medeplichtigen t'ontdekken, of die geene die hem of haar geholpen ofbegunstigt hebben, deezen handel uit te voeren. Ga naar margenoot+ Wanneermen dus alles heeft te weeten gekomen, 't geen men begeerde te onderzoeken, is de verzachting die de beschuldigde geniet, dat men hem weder naar zyne verschrikkelyke Gevankenis brengen zal, alwaar deezen rampzaligen aan de wanhoop word overgelaaten, en aan alles 't welk de smerte der geleden pyniging hem het gevoeligste lyden doet: maar indien men als gezegt is door al dit pynigen niets kan winnen, word hy wederom naar den Kerker gebragt. Alsdan stelt men konststreeken in 't werk en spant strikken, die de gevolgen der strafoeffening zyn. Men laat omgekochte menschen by hem komen, die veinzen hem te zullen vertroosten, hulp aanbieden, of met hem gevangenen te zyn, en zich tegen de Inquisitie en haare tirannige handeling verstoort houden, als zynde de hevigste geessels waar mede Godt ooit den menschen heeft gedrukt, en hem in strikken zoo onvermydelyk doen vallen, dat het zeer bezwaarlyk is, zich door vriendschap en medelyden en diensten in de ongemeenste ongevallen beweezen, te laten overhaalen. Insgelyks oeffenen de Kettermeesters met al hun vermogen deeze Konstenaryen: zy troosten de rampzaligen, en betuigen dat ze met hun ongeval bewoogen zyn; dat ze hun verderf niet zoeken: maar dat ze zich bekeeren mogen; en voor de minste bekentenis die zy voor hun in 't byzonder doen, daar voor belooven ze hun geheimelyke voldoening, om hen van de straf te bevryden en hunne vryheit weder te doen verwerven. Het besluit van dit alles is, dat zoo deGa naar margenoot+ beschuldigde volgens 't oordeel der Kettermeesteren overtuigt blyft, 't zy door getuigen, of door eigen belydenis, word hy volgens de schrikkelykheit der misdaaden, tot de doodt, of een eeuwige gevankenis, of op de galley, of tot een geesseling, of andere diergelyke strafoeffening gedoemt. Wanneer een even wreede en schandelyke doodt onvermydelyk is, is de spoedige uitvoering een soort van verzachting die men den Lyder geeven kan, naardien alle oogenblikken die tusschen de verwyzingen de strafoeffening voorby gaan, is den gedoemde zoo veele dooden te doen sterven, en in diervoegen meer als verbeeldelyk zy. Hierom is't dat de strengelykste Rechters verplicht zyn de misdadigers niet eer te verwyzen dan, wanneer de uitvoering van 't strafvonnis aanstaande is. Deeze verzachting, hoe krachteloos die is, heeft in de Inquisitie geen plaats, en men schort zelfs de uitvoering na de verwyzing een en meer jaaren op; overzulks men alsdan een veel grooter getal van schuldigen straffende, de strafuitvoering zoo veel te afschrikkelyker maakt, en teffens een grooter voorbeeldt word. De Vertooning van verscheiden misdadigen dus ter uitterste doodtstraffe zonder aan- | ||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 227]
| ||||||||||||||||||||
No 60.
La PROCESSION de L'INQUISITION, a GOA.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| ||||||||||||||||||||
zien van Sexe noch Staat gedoemt, bevestigt voor zoo veel men gelooft, den Volke in het Katholyk Geloof; en men maakt zich in de Landen van de Inquisitie wys, dat ze alleen den aanwas der Ketteryen en zich te verspryden heeft belet, in den tydt toen 'er geheel Europe mede besmet was; en dit is een der redenen, die aan deezen Rechtbank den tytel van de Heilige Bediening heeft doen geeven, en het ongemeen gezag dat de zelve heeft, overal waar die ingevoert is. |
|