Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijVI. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 132]
| |
van de Doodt, in de Bisschoppelyke gewaadenGa naar voetnoot(a) de Communie ontfangen heeft, zal hy belasten dat men zyne Kerkelyken vergadere, hem zyne Geloofs belydenisse afneeme; hy zal hun zyne Kerke aanbeveelen, en geen gemeenschap meer houden dan met Godtvruchtige persooonen,Ga naar voetnoot(b) die hem het Heilige Kruis vertoonen en om te kussen voorhouden zullen. Na des Bisschops doodt, zullen de Kanoniken, die zyn sterfuur hebben bygewoont, beurtsgewys over hem dit versGa naar voetnoot(c) à porta inferi enz. zeggen, hem met Wywater besprengen en de oogen sluiten. De Huisgenoten van den Overledenen Prelaat zullen het lyk met wyn en warm water wassen. Vervolgens zal men hem weder met de Bisschoppelyke gewaaden bekleeden, (en indien den Overledenen een Aartsbisschop geweest is, het Pallium om den hals doen) in deezen staatGa naar voetnoot(d) zal men 't lyk op een praalbedt leggen,Ga naar margenoot+ omringt van vier of zes brandende Waschkaerssen, en omtrent des lyks voeten de Bisschops hoedt of Myter leggen. Omtrent het voetenendt van 't praalbedt zal een Kredenstafel staan, waarop men twee brandende Waschkaerssen zetten zal, en het Wywatersvat; de Wyquast, het Misboek, de Wierookbus, het Wierookvat, het Koorkleedt, de Stool en 't zwart Pluviaal moeten 'er mede hunne plaats vinden. Vervolgens komen 'er de Waereldlyke en Geordende Geestelyken rondom den Overleden Prelaat den Dienst der Dooden zingen, besprengen hem met Wywater en bewierooken hem enz. Deeze Ceremonie word door afgezondene benden gedaan. Een gedeelte van de Geestelykheit heeft de voorrang om by den Overledenen de Vespers te zingen; die door andere worden afgelost, om de Vroegmetten op te heffen, en een derde party zingt het Lof. Wat de Uitvaart van den Bisschop aanbelangt, de Priesters draagen den Overledenen op 't gelui der klokken naar de Kerk, voorgegaan van de Geestelykheit; de Overheden nevens de voornaamste van de Burgery volgen het lyk, en deeze Lykstatie eindigt op de gewoone wyze. |
|