Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXLII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 113]
| |
gesteltheit zeer dikmaals de Bezeetenheit konnen veroorzaaken, en voornamentlyk in de Kloosters der Geestelyken, waar van de Bezeetenen, die in onze eeuw, veele goede Schryveren de pen hebben doen opvatten, in verstandinge menschen bekommering hebben verwekt, en de redelykste onder de Godtvruchtigen genoodzaakt te zeggen:
Est- ce l'esprit immonde,
Ou l'esprit de Dieu?
Ou plûtôt la Chair & le Monde,
Qui jonent leur jeu?
Dat is: Is 't een onreine geest,
Of is 't den Geest van Godt?
Of Waereldtling geweest,
Die spelend' dryft den spot?
Zodanig redeneeren onze Vrygeesten en zelfs die geenen, die natuurkundige redenen van een zaak willen bybrengen, die aan het Volk een krachtig Denkbeeldt van de magt der Geestelykheit geeven. Waarlyk, kan men wel iets edeler en uitmuntender begrypen, als het voorrecht van den Vyandt van 't menschelyk geslacht uit het lichaam van een Christen te verdryven, en over dien te triomferen, die de Vorst der eeuwen is, de bron van alles quaadts, de Verzoeker en Verleider der Gelovigen, de groote en, zelfs naar 't oordeel van eenige Godtgeleerden, de eenigste Beweeger der wanorders van 't Heelal, en met een woordt gezegt de gezwoornen Vyandt van de Genaade, en de Tiran van 's menschen wil. Ga naar margenoot+ De aloude Heidenen waren mede de behandeling van bezweering en Duivelbanning kundig. Duizenderlei voorbeelden vind men 'er in de Oudheit van: maar dit gebruik zoo heilig onder ons, was by hun het werk van eenige oude wyven, die van huis tot huis gingen, een besprenging van Lustraalwater deeden, en de geesten door middel van zekere gebruikelykheden en eenige zeldzaame Ceremoniën, die men eldersGa naar voetnoot(a) beschreeven vind, bezwoeren. Wat de hedendaagsche Heidenen aangaat, de Oost-en Westindianen hebben mede hunne plechtigheden, om de Demons en Spooken te verdryven; waar van wy vervolgens, over de Ceremoniën deezer Afgodendienaren handelende, den Lezer een vertoog zullen doen. Ga naar margenoot+ Niet alleen verdryft de Kerk den Demon uit de lichaamen der Menschen en Dieren: maar zy bezweert mede om die uit plaatsen te doen vertrekken, alwaar hy zoekt zyn verblyf te neemen. Wy hebben eenigermaaten gezien, hoe men hem uit het Bruidsbedt en Kamer, met Zout, Oly, Wywater en Zalfoly verhuizen doet. Waar toe zouden alle deeze dingen dienen, indien hem de bezweering niet uitbande? Hier uit kan men immers oordeelen van welk een gewigt het Ampt van den Bezweerder of Duivelbanner moet zyn, naardien het den Bezweerder is, aanwien de Kerk het vermogen geeft, 't welk zy over de Helsche Mogentheden heeft. Nochtans word dit Ampt t'eenemaal onnutGa naar voetnoot(b) overzulks de Priesters zich 'er de bedieningen van aanmatigen: 't welk de Duivel hartnekkiger maakt, wiens hoogmoedt te meer word gevoedt, door de eer hem aangedaan van tegens hem Bisschoppen of Priesters te gebruiken. De zekerste merktenen van des Demons bezeetenheitGa naar margenoot+ zyn, zegt het Gewoonte-Boek van Alet, dat men onverstaanbaare woorden en taal hoort voeren, voornamentlyk, indien ze uit een lange redenvoering bestaan, en die niet konnen voorzien worden. Laat ons 'er byvoegen, dat de Duivel noodwendig in taalen ervaaren moet zyn, en dat hy geen wantaal noch barbarische spreekwyzen onderhevig is, gelyk hem echter somtyds gebeurt en ontvallen zyn: getuige zy 't geen de Schryvers van de Duivelen van Loudun verhaalen, die nergens na zoo geleert niet dan die van Cartigny waren, vermits die bewys vanGa naar margenoot+ zestien taalen gaven. Indien men het quaad Latyn wil uitzonderen, 't welk die geene van Loudun te vaerdig tot de Duivelbanners spraken: maar mogelyk verstondenze veel beter het Fransch, 't welk ongetwyffelt hunne moedertaal was, en bygevolg kondenze die beter uitdrukken. Een ander merkteeken van Bezeetenheit is, het ondekken van geheime en verborgene dingen, 't welk in afgelegene plaatsen geschied; of 't geen in iemands gedachten valt. Een derde teken is 't in 't uitvoe- | |
[pagina 114]
| |
ren van boven natuurlyke krachten en dadelykheden van den Bezeetenen Persoon, in welk een staat of ziekte hy zoude mogen zyn. Een vierde merkteken zal mogelyk in het antwoorden op moeielyke vraagen bestaanGa naar voetnoot(a) en die het menschelyk vernuft niet zoude konnen oplossen.Ga naar voetnoot* De Kerkgewoonte-Boeken verbieden de Bezweering zonder verlof van den Bischop,Ga naar voetnoot(b) by wien men zich altoos vooraf aangeeven moet en hem alle de kentekenen van den Bezeetenen beschryven, overzulks hy onderzoeke of dit wel in der daadt zoo zy, om alle bedriegery te myden die onder de zelve zoude konnen verborgen zyn. Hy is 't mede die het gedrag van den Bezweerder ter deezer gelegenheit regelen moet. OmGa naar margenoot+ in het Duivel-uitdryven wel te slaagen, moet de Duivelbanner bidden en vasten; en hy moet met geduld de beschimping verdragen, die de Demon hem mogte aandoen, en zich wachten dat hyin 't algemeen de ondeugt en vooral de hoogmoedt, aan deezen Vyandt van Godt geen overwinning geeve: Vervolgens zal hy deezen Vyandt trachten te ontdekken, en onderzoeken 't geen hem het meest hinderlyk is. By voorbeeldt, hy moet acht geeven welke woorden hem het | |
[pagina 115]
| |
allermeest smertelyk vallen en hem het meest ontrusten, herhaalende die telkens. Hy dient de naamen en 't getal der Demons te weeten die in den Bezeetenen huisvesten, insgelyks hoe lang de bezeetenheit heeft geduurt, deszelfs oorzaak en toevallen, waaruit ontstaan enz. Hy moet niet verzuimen van hun te noodzaaken met naaukeurigheit en rechtmatigheit te antwoorden: want volgens de Gewoonte-Boeken treeden de Duivels gaerne in 't slachveldt, en trachten door dubbelzinnigheit en omwegen de slagen die een Duivelbanner hen wil toebrengen te myden. Zomtyds stryden ze deinzende, en dikmaals zelfs veinzen ze t'eenemaal te vluchten. Noodig is 't dat de Bezeetene een Kruis in de handt gegeeven worde, of dat 'er een in zyne tegenwoordigheit is, en dat men hem op 't hoofdt en op de borst Reliquiën van eenige Heiligen legge. Men moet hem mede van een Agnus Dei verzien, een Monnikskap opzetten, of een Stool of eenige andere gewyde plechtgewaaden bezorgen. Ten opzicht van de Eucharistie, de Gewoonte-Boeken verbieden die op het hoofdt of op de borst van den Bezeetenen te gebruiken. De zelfde Gewoonte-Boeken verbieden mede den Bezweerders een Vrouw of Dochter te bezweeren zonder van de Ouders of Bloedtvrienden van de Bezeetene, en van eenige Godtvruchtige persoonen verzelt te zyn. Zy moeten zich wachten haar aan te raaken, tenzy zy genoodzaakt zyn haar het Kruisteken voor 't voorhoofdt te maaken of op den mondt en de borst. De Bezeetene, vervolgen de Gewoonte-Boeken, moet Godt bidden en vasten, zich met hem verzoenen, de misdaaden verfoeyen, en voornamentlyk deeze die men gelooft oorzaak tot de bezeetenheit te hebben gegeeven. Zonder dat, zegt men, zou den arbeidt van den Bezweerder vruchteloos zyn,Ga naar voetnoot(a) men deed den Demon een soort van ongelyk, verdryvende hem uit den mensch die hem toebehoorende zy, en die zyn slaaf moet zyn. Waarlyk, hoe is men zoo onkundig dat het niet geoorloft zy een Overheerder uit zyne bezitting te doen verhuizen, wanneer hy 'er reeds een verkreegen eigendom ten zynen voordeele van bezit? en weet men niet dat het volgens den Zedelyken en Burgerlyken regel verboden zy een bezitter van zyn goedt te berooven, wan neer hy dit goedt zelfs onrechtmatig scheen verkreegen te hebben? Ga naar margenoot+ De Bezweering moet in de Kerk geschieden: maar niet voor 't Autaar,Ga naar voetnoot(b) welk aanschouwen den Demon noch den Bezeetenen ongeoorloft is. Dus is 't dan noodig dat de bezweering in 't benedendeel der Kerke, naby de Kerkdeur word gedaan, 't welk de plaats der Catechumenen, Boetelingen en in den Ban geslagenen is, die niet waardig zyn het Autaar te naaderen. Indien men 't Gewoonte-Boek van Alet gelooven moet, veroorzaakt deeze verachting voor den Demon een te spoediger vertrek. Byaldien den geenen die men bezweeren moet ziek is, of zoo 'er eenige rechtmatige en billyke verhindernissen zyn die beletten deeze verrichting in de Kerk te doen, kan de bezweering in een byzonder huis in 't byzyn van getuigen geschieden. Voor deeze Ceremonie moet de Bezweerder zyne belydenis doen, waar na hy zich, zoo hy een Priester of Diaken is, met het Koorkleedt of een violette Stool verziet: en zoo de bezweering in de Kerk zal worden gedaan, gaat hy zyn gebedt voor 't Autaar doen, van eenige Kerkelyken in Koorkleeden, of ten minsten van een Klerk het Wywater en de Wyquast draagende, verzelt. Na het gebedt, naadert de Priester den bezeetenen, laat hem knielen, en indien 't noodig zy, handen en voeten binden. Vervolgens legtGa naar margenoot+ hy hem zyne Stool om den hals, en na het Kruisteken over den Bezeetenen, over zich zelf en de omstanders te hebben gemaakt, besprengt hy den Bezeetenen met Wywater: Insgelyks besproeit hy de omstanders, door een heilzaame voorzorg die altoos hem aanbevolen word. De Demon van den Bezeetenen het Wywater voelende, zou gansch verschrikkelyk uit het lichaam van den Bezeetenen konnen uitvaaren en vluchtende weder in dit van eenigen Omstander ingaan, indien de besprenging voor hem de deur niet gesloten had. Deeze eerste besproejing van Wywater gedaan zynde, knielt de Bezweerder en alle de andere die by hem zyn: hy begint de Litaniën der Heiligen op te heffen, waarop de Vergadering antwoordt. Eenige Psalmen en een gebedt volgen de Litaniën. Na het gebedt bezweert de Duivelbanner den Satan en zyne Gezellen door de geheimenissen van den Christelyken Godtsdienst, vraagt hem naar zynen naam, en verbied hem de persoon of de plaats die het onderwerp van de bezweering maakt, te ontrusten noch te beschadigen. Alsdan maakt de Bezweerder wederom kruistekenen over zich zelf, over den Bezeetene en over het Euangeli, waar van hy een leezing begint, verkiezende de plaatsen die de Vorst des luchts en zyne Trawanten het meest beschadigen konnen: By voorbeeldt, den aanvang van Johannes Euangeli, ge- | |
[pagina 116]
| |
wag maakende van de vleeschwording van 't Woordt, het vermogen 't welk Jesus Christus den Apostelen verleent om de Duivelen uit te dryven, en andere diergelyke plaatsen, alle volgens den inhoudt der Euangeliën. Hier op volgt een gebedt met nieuwe tekenen van 't Kruis. Alsdan legt de Bezweerder de rechter handt op het hoofdt van den Bezeetene, en doet een gebedt, waarop de bezweeringGa naar voetnoot(a) volgt. Deeze bezweering is de doodelykste voor den Duivel: maar deeze die volgt, nadat de Bezweerder drie Kruissen op de borst van den Bezeetene heeft gemaakt, is niet min. Men perst de booze Geest zeer krachtiglyk, men stelt hem met een goed getal Kruistekenen verzelt, de magt en Godts oordeelen voor oogen, insgelyks het Sakrament (of om beter te zeggen, de Offerhande van 't Kruis) het geloof der Apostelen en van alle de Heiligen, de doodt der Martelaren, de kuisheit der Biechtvaderen, de tusschenspreeking der Heiligen, en de kracht der verborgenheden van den Christelyken Godtsdienst. Men verwyt hem alle zyne schelmstukkenGa naar voetnoot*; men zegt hem dat zyn Ryk verwoest, en dat hy in de uiterste duisternisse geworpen is. Deeze reden is een der voornaamste die de Ketters bybrengen, om te bewyzen dat de Satan sedert de regeering van Jesus Christus met eeuwigduurende ketenen belaaden, in de Hel tot de voleinding aller eeuwen gebannen is. Niet tegenstaande bezweert men hem in den naame des Heeren uit den geenen te vertrekken die hy bezeeten heeft. ‘Het valt u hard te wederstaan, zegt hem den Bezweerder, en tegen den angel achteruit te slaan: maar uwe wederstandt zal de strengheit van uwe straf enz. doen vermeerderen. Hier op volgt een gebedt en daarna een derde bezweering, indien de Duivel noch niet uitgevaaren zy, 't zy op de eerste of op de tweede aanmaaning. Deeze derde bezweering is van andere bezweermiddelen, met Historische aanhaalingen uit de Heilige Schriftuur en byvoeging van Kruisteken verzelt, die zeer verdrietig voor den Geest der duisternissen te hooren zyn. Men moet deeze laatste bezweering herhaalen tot dat de Demon uit het lichaam van den Bezeetene vertrokken zy, en de gebeden van tydt tot tydt hervatten, als mede de Psalmen, Lofzangen en Dankzeggingen, het Geloof der Apostelen, dat van Athanasius, 't gebedt onzes Heeren, het Ave Maria enz. Wanneer de booze Geest zyn verblyf inGa naar margenoot+ eenig huis genomen heeft, zal de Kerspelpriester of de Vikaris van de Kerspelwyk, na de vereischte onderzoekingen en zyns Bisschops last, de bewoonders van 't huis tot boete vermaanen, en zoo deeze handeling van inkeer voor Godt niet voldoet, zal hy zich naar het huis, van het Spook in bezit genomen, begeeven, het bezweeren in diervoegen als wy verhaalt hebben, en alle de vertrekken van den huize met Wywater besprengen. |
|