Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXVI. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 66]
| |
Plechtigheit zelf gekomen zyn, verhandelen. Den geenen die het Vormzel ontfangen zal,Ga naar voetnoot(a) moet nuchteren zyn, en by gevolg dit Sakrament 's morgens deelachtig worden, nademaal de H. Geest 's morgens op de Apostelen nedergedaalt is. Voor dat de Bisschop het Vormzel verricht, doet hy zyn gebedt, wast zyne handen, en trekt de witte Plecht-gewaaden aan; waarna hy zich begeeft by den geenen dien hy vormen zal, die gelyk in den Doop, zich in orde schikken, de knechtjes ter rechter en de meisjes ter linker zyde. Hy doet dan een gebedt, daarna gaat hy zitten, en die geenen die moeten gevormt worden, knielen voor hem, zodanig als in de tweede AfbeeldingGa naar voetnoot* word vertoont. Indien 'er veel zyn die het Sakrament van 't Vormzel ontfangen zullen, staat de Bisschop, en die voorgestelt worden, onthouden zich op de trappen van 't Presbiterium. De Peters moeten hen onder denGa naar voetnoot(b) arm neemen, en vooral de Kinderen; wantGa naar voetnoot(c) wat de Bejaarden aangaat, hunne Peters naderenGa naar margenoot+ alleen maar om hen te ondersteunen. De Bisschop vraagt naar hunnen naam, die hy opteekenen laat, waarna hy de duim van de rechter handt in den H. Olie doopt en maakt met deezen Olie een kruisteken voor 't voorhooft, geevende teffens aan den Gevormden een zachte slag, en zegt: de Vrede zy met u. Onmiddelyk hier na bind hy het voorhoofdt van den Gevormden met een linnen bandt ter breete van omtrent twee duimen. Als dan zegt de Bisschop:Ga naar voetnoot(d) Ik vorme u door den Heilzaamen H. Olie in den naame des Vaders, enz. Deeze Plechtigheit eindigt dan door een Zegening, die de Bisschop over den Gevormden geeft, en maakende over hun het teken van 't Kruis. Alle deeze Ceremoniën die wy hier beschreeven hebben, vind den Leezer in beide deeze voorgaande Afbeeldzels volkomen uitgebeeldt. De gemelde slag die de Bisschop op deGa naar margenoot+ wang van den geenen geeft, die het Vormzel ontfangt,Ga naar voetnoot(e) geeft hem te kennen, dat de volmaaktheit van den Christen bestaat om voor Jesus Christus te lyden. Men zou veeleer mogen zeggen, dat deeze slag het merkteken van de Geestelyke ontslaging is: want de aloude Romeinen, aan wien men ongetwyffelt deeze Gewoonte verschuldigt zy, gaven hunne Slaven zodanig een slag wanneer zy die ontsloegen; mogelyk om te toonen dat ze ten dien opzichte voor 't laatst het recht huns Meesterschaps gebruikten. De H. Olie word voor 't voorhoofdt gebezigt,Ga naar voetnoot(f) naardien het Voorhoofdt de Zetel van de koenheit, vreeze en schaamte, enz. is. Wat de Verklaringen van deeze natuur aangaat, die schynen 't best op den Preekstoel te voegen; maar wie ziet niet de heilzaame Aanmerkingen die ze voortbrengen? Laat ons deeze ontwinden: de H. Zalfolie voor 't Voorhoofdt gebruikt, leert ons, dat men met kloekmoedigheit het Kruis des Heeren verdeedigen moet, zich wachten van het te beleedigen, geduurig sidderen in bekommering van zynen plicht niet te voldoen, zich het Kruis van Jesus Christus niet te schaamen, of indien men schaamroodt worde, dat het over zyne zonden zy en de ongebondenheden des menschelyken Geslachts. Het ondersteunen van den Peter beteekent, dat die geenen die het Vormzel noch niet ontfangen hebben, noch zwak in 't Christendom zyn. |
|