Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 44]
| |
de Broederschappen. Vervolgens quam het H. Sakrament te voorschyn onder het Verhemelzel door agt geheime Kamerlingen van zyne Heiligheit gedraagen. Eenige Krygsbenden van Soldaten en Zwitzers geleidden het Hoogwaardige. Zyne Heiligheit ging met een Waschkaers of Toorts in de handt achter het H Sakrament, het Gewyde Genootschap, de Prelaten en Roomsche Edelen, alle met Waschkaerssen verzien, volgden den H. Vader; en de H. Hostie wierd op de volgende wyze buiten Rome begeleidt. Ga naar margenoot+ Dit Hoogerwaardige werd door een prachtig opgetooit Telpaerdt gedraagenGa naar voetnoot†: maar voor dat den optogt begon, knielde de H. Vader voor den Heere, en stond niet op, dat nadat hy 't uit zyn gezicht verlooren had. De Muilezels met het reistuig en de Dienaars van 't gevolg de Wapens van zyne Heiligheit draagende, trokken vooruit: by hun voegden zich verscheiden Krygsbenden, waar onder geduurende den voorttogt de Trompetten geblaazen wierden; agt handtpaerden volgden hier op, en na de zelven de Huisgenooten der Kardinalen en Prelaten alle te paerdt, insgelyks twee Voorlopers, de Muzykmeesters van de Pausselyke Kapel, twee Stalmeesters, twee tafdragers, die van den Ceremonimeester en twee Klerken van de Pausselyke Kapel gevolgt wierden. Die geene die te Paerdt twee lantaerens aan 't eind van een lans draagen, om het H. Sakrament beter te lichten volgden onmiddelyk na hun. Twee Palfreniers van zyne Heiligheit hielden des paerdts leidzel die het droeg, en de Gewapende Zwitzers dienden tot lyfwachten van 't Hoogeerwaardige. De Sakristyn quam vervolgens met den witten staf in de handt om zyn gebiedt te laaten blyken. Hier op volgden een lange ry van Roomsche Prelaten. Vervolgens zag men een andere troep van Muzykmeesters, Dienaren en Bedienden van het reistuig in Kompagniën onderscheiden, en vyfhondert Ruiters prachtig uitgedost mede in Benden verdeelt. Wy dienen mede de Wondheelder, Kleermaker en Schoenmaker van Jesus Christus Stedehouder niet te vergeeten, die mede den rang volgden. Vier Kamerlingen droegen vier Pausselyke purpere fluweele Mutzen op het einde van vier pieken. Alle de Edellieden van Rome en Ferrare gingen mede prachtig uitgedost, en na hun zag men de Akolyten, de Hoofden van de Apostolische Kamer, de Auditeurs de Rota, de Onderdiakens, de Redenaars, de Bisschop van Ferrare met zyne Geestelykheit, de Sleuteldrager van St. Pieter, zyn Groot-Meester der Ceremonien, zyn Kruisdrager, en twintig Klerken van de Hoofdtkerk van Ferrare, die mede zoo veel brandende toortsen droegen. In 't vertrekken uit Rome en geduurende de voorttogt, was het Hoogwaardige by het Reistuig geplaatst; maar in Ferrare gekomen, bekleedde het den middeltogt van de Processie. De groot Schatbewaarder van Jesus Christus tedehouder had aan weerzyden van zyn paerdts zadel geldzakken, waaruit hy eenige Juliën onder 't Volk worp. St. Pieter nu een tydelyk Vorst geworden, daar hy te vooren een arme Visscher was, heeft sedert eenigen tydt ervaaren dat de waerelds goederen meer vermogen op de menschen hebben, en bequaamer zyn iet uit te voeren, dan de Apostolische Zegeningen. Zy vermogten alles, toen de kreupele alleen op 't woordt van Jesus Christus ging; maar nu zyn de tyden verandert. Na den Schatbewaarder zag men dertig Jongelingen van de voornaamste der Ferrarezen, die te voet met ondekten hoofde gingen, in zilver laken gekleedt, met kleine manteltjes zwart van grondt en met zyde gestikt, houdende Bonnetten in de handt met goude rozen, paerlen en gesteente versiert. Clemens de VIII. verscheen na deeze uitmuntende Jongelingschap, niet als een KnechtGa naar voetnoot(a) der Knechten: maar in de gedaante als een Onder Godt, bekleedt met een zeer kostelyken Zyden Tabaerdt, draagende op 't hoofdt een Kroon veele millioenen waardig; en hy werd gedraagen op de schouders van agt Staffiers met lange scharlaken rokken aan, onder een Verhemelzel van 't schoonste karmozyn Damast, en met verheven goudborduurzel gestikt; omringt van een dubbele ry lyfwachten overdeftig gekleedt, gevolgt van zyne Zwitzers en een Auditeur de Rota die hem de Driedubbelegekroonde Pausselyke Myter nadroeg; ter zyden gaande twee Hofamptenaren, de Groot-Kamerling en Keldermeester. Van de Karossen en Ruiters die Jesus Chris- | |
[pagina t.o. 44]
| |
No 42.
| |
[pagina 45]
| |
tus en zyne Stedehouder volgden, zullen we geen verhaal doen. Geduurende deezen Voorttogt zongen de Gelovigen Psalmen, Antiënnen en Motetten, zeiden gebeden op, gaven Kruistekenen, ontfingen en gaven Zegeningen en oeffenden met een woordt alles 't geen by een uitwendige Godtsdienstigheit vereischt wierd. Men reisde korte dagreizen: de Geestelykheit, zoo geordende als ongeordende van de plaats, alwaar de Gelovigen den nacht doorbragten, gingen hun met eenige voorafgaande Krygslieden te gemoet. De Overheden en andere aanzienlyke Personaadjes volgden de Geestelykheit. Men trok naar Stadtwaarts op 't geluidt van Trompetten, met het zingen van Lofzangen vermengt. Het volk quam van allerwegen toevloeyen om het Hoogeerwaardige te eeren en aan te bidden. De aanzienelykste luiden haastten zich het Verhemelzel aan te bieden, altoos oplettend in 't besluiten om waereldlyke eer aan deezen te bewyzen, die geduurende zyn leven de hoogmoedt en ydelheit heeft met voeten getreeden. Zodanig was nu een Processie waar van men een meer uitgebryde beschryving by P. Rocca, of by Bonanni vinden kan, die ons dit uitrekzel hebben verschaft. Ga naar margenoot+ P. Bonanni gelooft dat deeze Plechtigheit zyne geboorte aan de gewoonte, die de eerste Christenen hadden, verschuldigt is, vermits zy het H. Sakrament by hun bewaarden, en op reis mede voerden. Deeze eerste Christenen merkten het als een bewaarmiddel tegen het gevaar aan. Het troostte hen geestelykerwyze in de ongelegenheit der vervolgingen, en wanneer zy zich in gevaar van sterven vonden, ontfingen zy 't als het leven hunner ziele. De Paus heeft deeze Godtvruchtige gewoonte willen onderhouden: maar alzoo de tyden verandert zyn, en dat nu de Geestelyke Vader der Christenen het Afbeeldzel van Jesus Christus triomferende is; zoo is 't wel billyk dat deeze Goddelyke Zaligmaker van 't menschdom niet dan met luister verschynt, 't welk met zodanig een pracht verzelt gaat. Maar,Ga naar voetnoot(a) zal men zeggen, indien het gebruik van 't H. Sakrament in een reistogt te draagen, uit de Godtvruchtigheit der Pausen ontsprooten is, die altoos begeerden in staat te zyn het geheiligt lichaam van Jesus Christus in geval van sterven, te ontfangen; waarom laat men het den voortogt neemen? waarom gaat het den H. Vader een dagreizens voor? Men antwoordt op deeze tegenwerping: maar het antwoordt is te zwak zulks het niet waard is, dat men 't berichte. Meer schyn heeft het dat deeze Plechtigheit en navolging van den plechtelyken optogt met de Arke onder de aloude Wet by zekere ongemeene gelegendheden is. Dit Joodsch gebruik was zoo noodzakelyk voor de Majesteit van 't Christendom, overzulks men zich niet te verwonderen heeft, dat de Pausen die allenks met veel zorg den Christen Godtsdienst hebben willen optooien, geduurende eenige eeuwen niet nalaatig zyn geweest, om van de Jooden de luisterrykste en aanzienelykste Plechtigheden te ontleenen. Men beschouwt in 't hier nevens aangeweezen Afbeeldzel twee byzondere manieren van het H. Sakrament voor den Paus te draagen: als een te Paerdt, en 't ander rustende op een rosbaar tusschen twee Muilezels gelyk een draagzetel gedraagen. Wy eindigen dit Hoofdtstuk door het aantoonen hoe een Diaken aan 't volk verkondigt, dat de Paus het H. Sakrament draagen moet. Deeze afkondiging geschied 's daags te vooren, en de behandeling is 'er aanmerkelyk van. MorgenGa naar voetnoot(b), zegt de Diaken, zal den aller Heiligsten het allerheiligste draagen. |
|