Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 24]
| |
No 41.
On porte en PROCESSION les SAINTES HUILES. &c.
BENEDICTION des SAINTES HUILES.
Maniere dont L'EVÊQUE est receu a la visite de son DIOCESE.
L'EVÊQUE fait L'EXORTATION PASTORALE.
B. Picart sculp. dir. 1723.
On baise la MAIN de L'EVÊQUE.
Le CORPS de L'EVÊQUE est exposé dans L'EGLISE.
| |
[pagina 25]
| |
opgeziert zyn, en alwaar zy ongemeen onthaalt worden. Op dien zelven nacht gaan de Broederschappen in Processie, met toortsen in de handt naar St. Pieter, voorafgaande een groot getal Boetelingen, die zich langs den weg door geesselingen tuchtigen; in vergelding hier van, vertoont men hun het H: Aangezicht onzes Heeren, insgelyks de Speer en 't waare Kruis. Ga naar margenoot+ Op den goeden Vrydag, is weder een Kerkbezoeking in de Kerk van 't H: Kruis van Jeruzalem, alwaar men de Reliquiën vertoont; het wonderdadig Kruisbeeldt word in St. Pieter en Paulus ten toon gestelt, en dat van St. Marcel insgelyks. Alsdan is 't Feestdag in de Kerk der Armeniren, alwaar men een H: Graf van den Zaligmaker ziet, gelykende naar dat van Kalvarië: ook is het Pausselyke Kapel in 't Apostolisch Paleis; een Vader Jezuit preekt 'er van 't Lyden onzes Heeren, en de Kardinaal Biechtvader doet den Dienst. De Dienstdoende Priester isGa naar voetnoot(a) in 't zwart; hy heeft voetzolen noch handschoenen aan; het Autaar is ontbloodt van alle sieraden; het Kruis in 't midden staande, is, gelyk reeds gezegt is, met een zwarte sluier overdekt; de Waschkaerssen zyn van gemeen wasch, het verhemelzel is met zwart overtrokken, eveneens als de zetel van zyne Heiligheit; wat de muuren van de Kapel aangaat, zy zyn van alle sieraden ontbloot. De rouwdraging van deezen dag laat niet toe dat men zekere eerbewyzingen aan den Stedehouder van den Gekruisten Jesus Christus doe. De Kardinalen komen hem niet groeten, en de Bedienaars die het Lyden onzes Heeren zingen moeten, kussen hem mede niet den voet. Wanneer die 't Lyden zingen, en de woorden, buigende het hoofdt, gaf hy den geest, uitspreeken, moeten zich de Paus, de Celebrant en andere Gelovigen naar 't Autaar keeren, knielen en zeer zacht bidden. In alle andere Kerken word het zelfde waargenomen, en man verandert daarin niets, of schoon de Paus zelf den Dienst deed. Op deezen goeden VrydagGa naar voetnoot(b) zit de Stedehouder van Jesus Christus niet dan op een bank, en wanneer haare Eminentiën na den Dienst hem weder in zyne Kamer geleiden, moetenze een nederig stilzwygen betrachten, 't welk het uitwerkzel van treurigheit is. 's Avondts omtrent 22 uuren vieren de Grieken in hunne Kerke de uitvaart van Jesus Christus in hunne taal, en zulks rondom een groot Kruisbeeldt op een praalbedt gelegt, met bloemen bestrooit, die de Grieksche Bisschop den Omstanders door Godtvruchtigheit uitdeelt, nadat den Dienst geëindigt zy. |
|