Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 359]
| |
om voor zyne zonden te voldoen, was de Aflaaten te verdienen; dat wat hem aanging, indien hy een Ziel in zachtigheit wilde handelen, hy haar ried haar leven te Rome door te brengen: als geen beter plaats in de Waerelt zynde alwaar zoo veele Aflaten te verdienen waren.’ Men kan 'er mede byvoegen, dat 'er geen bequaamer Stadt dan deeze is, voor de Godtsdienstelingen die hunne Godtvruchtigheit naar dit onderwerp schikken willen, want deeze haare Hoofdtkerken verschaffen dagelyksGa naar margenoot+ altoosduurende Aflaaten; die mede op plechtelyke Feesten verdubbelt worden. De Heer Thiers heeft zich over 't misbruik der Aflaten uitgebreid: wy zullen hier zyn zeggen bekortender wyze over deeze stoffe voordraagen, gelyk hy zich in zyn BoekGa naar voetnoot(a) uitdrukt. Niet noodig is 't dat wy volgens zyne gedachten van de bekende valsche of versierde Aflaaten spreeken; noch van deeze die buiten het vermogen der geenen zyn die de zelve verleenen; die zonder een rechtmaatige en redelyke oorzaak gegeeven worden; die zeer overvloedig zyn en te groot in overmaat van getal; die niet van den H. Stoel afvloeijen, noch van Bisschoppen die het vermogen hebben van die te verleenen; die den gelovigen worden voorgestelt nadat ze herroepen zyn, of nadat den tydt van dien verstreeken zy, die op valsche verklaringen, op valsche daaden, op byzondere verschynzelen en op een ontbloot gezag gegeeven zyn, of op Bullen die tegenstrydige zaaken met de leere der Kerke behelzen, als by voorbeeldt: dat zeekere persoonen van de straf en schult zullen ontslagen zyn, ('t welk zelfs boven de macht der Pausen is) indien zy van een zeekere Geestelyke Orde bevonden worden, van een zeekere Gebroederschap, zoo zy een zeker kleedt of werktuig van Godtvruchtigheit draagen. Alle deeze Aflaaten zyn onnut, naardien ze gebrekkelyk bevonden worden. Zodanige zyn mede die eenigermaate doorgaan, doch niet beter van waarde zyn, als die voor hondert jaaren; twee hondert jaaren, ja duizend jaaren enz. verleent worden; die de Kardinalen voor meer dan hondert dagen, en de Bisschoppen voor veertig geeven. Eindelyk word vereischt dat de oorzaak, of, om beter te zeggen, de werken, die men doen moet om de Aflaten te verdienen, eenige evenmatigheit met de zelve hebben. Deeze evenmatigheit word in veele weinig-waardige oeffeningen van Godtvruchtigheit niet gevonden, als die van een Paternoster, een Ave Maria. of eenig gebedt op zeker getyde te bidden; het by zich draagen van den Gedenkpenning, een af beeldzel, en Rozekrans of Paternoster, een Kruis, eenig gezegent Graan; van deeze voorwerpen van Godtvruchtigheit te kussen; van die met een boetvaardig oog aan te zien, verzelt van eenige zuchtingen, die men in staat is op gereegelde tyden voort te brengen, wanneer men gewoon is deeze gewyde dingen te beschouwen, waarna zich de Godtsdienstelingen nochtans laaten voorstaan, dat zy tegen de grootste Heiligen der Kerke opmogen. Zy vleyen zich dat het bezoeken van een Kerk, Kapel,Ga naar margenoot+ een Autaar en het bywoonen der Missen hun het zelfde recht geeven. De Heer Thiers doet ons ter zelver plaatze een kort verhaal van oeffeningen in gebruik gebracht om Aflaten te verdienen, gegeeven voor de verlossing der zielen uit het Vagevuur. Zie hoe hy zich uitdrukt. ‘Zy zyn, zegt hy, zoo overvloedig zedert omtrent anderhalve Eeuw geworden, zulks men 'er zich niet te veel op vertrouwen mag, by aldien men ze niet wel onderzoekt en zuivert. De toeëigening bestaat in 't opleezen van gebeden, of in 't bezoeken der Kerken, Kapellen, of Autaren, zeggende, laatende zeggen of aanhoorende de Missen; bywoonende zekere Kerkdiensten, en Processiën, zich biechtende en ter Communie gaande, geevende aalmoezen of draagende zekere kleederen, van Kruissen, Paternosters, Kroonen, gezegent Graan enz.’ De Roomsche Godtsdienstelingen hebben veel achting voor de bevoorrechte Autaren,Ga naar voetnoot(b) waar van men in de Kerke niet sprak dan sedert het besluit van het Trentynsche Concilie. Dit besluit 't welk 'er genomen wierd, is doodelyk voor eenige zielen; en hier in bestaande: Telkens als men een Lykmis voor de Ziel van een verstorvenen op een zodanig Autaar doen zal, zal men een Aflaat verwerven, uit kracht van welken Aflaat zal deeze ziel uit het Vagevuur verlost worden of van de straffe van dien bevryt. De Heer Thiers zegt niet zonder reden, dat de Paus tot verquikking van alle de Zielen, alle de Autaren had moeten bevoorrechten. Is 't by voorbeeldt, rechtmatig, dat eens menschen zielë van wien de deugdt niets roemwaardigs in de Waereldt bezeten had, veel eer verlichting geniet dan die van een volmaakte Godtvruchtige, by aldien men voor haar Jesus Christus op een bevoorrecht Autaar Offert? Wy zullen hier van de eertyds begaane misbruiken in de uitdeeling der Aflaten geen gewag maaken: 't Was een Koophan- | |
[pagina 360]
| |
delGa naar voetnoot(a) die opentlyk door gansch Europa eenige hondert jaaren gedreeven wierd: O gelukkige tyden voor de zondaars! Men waardeerde hunne misdaaden. en men vylde de vergiffenis by den opslag.Ga naar voetnoot(b) De Apostolische Cancelery stelde de zonden op een betamelyker prys. Het koste niet dan 90. Gulden Tournois en eenige Dukaten voor zekere misdaden, die het volk van deeze zyde de Bergen voor het onderaardsch vuur konde voldoen. De Geestelyken konden telkens hunne sluikeryen hervatten en zich met hunne minnaressen van den last van Goddelyken dienst herstellen, zonder eenige andere straf te duchten dan een Boete van 36. Gulden Tournois en negen Dukaten. Deeze tyden zyn voorby. Het Koningryk der Hemelen laat zich nu met veel minder voordeel vergenoegen, en de Pachters winnen 'er nu zoo veel geldt niet mede, dan zyGa naar voetnoot(c) eertyds wonnen. |
|