Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 356]
| |
No. 36.
Le PAPE faisant l'ouverture de la PORTE SAINTE.
Vuë des LOGES d'où la NOBLESSE regarde la Ceremonie de l'ouverture de la PORTE SAINTE.
| |
[pagina t.o. 357]
| |
N. 37.
Les Pelerins vont en Procession visiter les Sept Eglises.
Les Pelerins montent à genoux LA SCALA SANTA.
Les PRELATS, et BARONS Romains, vétus en Penitens lavent les pieds des Pelerins, et les servent.
Le PAPE benit les Tables des Pelerins, et leur sert a manger, avec les CARDINAUX, et autres PRELATS.
Le PAPE distribuë aux Pelerins des Chapelets, Medaïlles, et Agnus Dei, et ils lui baisent les pieds.
A La fin du Jubilé, le PAPE pose la premiere pierre, pour fermer la PORTE SAINTE.
| |
[pagina 357]
| |
Ga naar voetnoot* te verdienen. Insgelyks is 't den Romeinen voorgeschreeven, die dertigmaal te bezoeken. De Christenen die beducht zyn de moeielykheit van een zoo zwaare en lastige Godtsdienstigheit niet te konnen volbrengen, genieten echter den zelfden Aflaat. Twaalf mylen weegs heeft men af te leggen om de vier Kerken alleen eenmaal 's daags te bezoeken: Dus moet de gelovige die in zyne Godtvruchtigheit naaukeurig wil zyn, reekening maaken, dat hy geduurende het Jubelfeest, ter liefde van Godt deeze plaatsen Godtsdienstiglyk bezoekt. Men heeft kleine gebeden Boeken, door orde van den Paus opgestelt, om de Godtvruchtigheit van den Gelovigen Bellegrim te bestieren, dienende voor de Kerken die men hem belast te bezoeken: en indien hy by ongeval storf, voor dat hy alle zyne bezoekingen volbragt had, is 'er een toezegging in de Bul van 't Jubeljaar vervat, die de meening van deezen Godtvruchtigen begunstigt, en hem in bezit van alle de aangehoorige voordeelen in den Aflaat stelt. Ga naar margenoot+ Een andere verdienstelyke Godtvruchtigheit is 'er, van de Heilige Trappen op de kniën te beklimmen; dus worden de agt-en-twintig trappen genoemt, waar langs men zegt dat Jesus Christus naar Pilatus of naar Caïefas opklomp. Men verzeekert zelfs dat 'er een kleine kopere tralie een bloedtdruppel van den Zaligmaker bedekt. Men voegt 'er by, dat men de bewaaring van de heilige Trappen aan Helena de Moeder van Keizer Konstantyn den Grooten verschuldigt zy. Op de Heilige trap gekomen, moet den Pellegrim een kort gebedt doen voor dat hy in 't Heilige der Heiligen treed. Wat de Vrouwen aangaat, zy mogen 'er niet in komen; nochtans winnen zy den Aflaat, deeze Kapel door een yzere tralie beschouwende. Alle deeze Godtvruchtige behandelingen verzorgen den Pellegrims een volkomen vergeeving hunner Zonden, en de Biechtvaders hangen het Zegel aan deeze vergeeving met hen door hunne roeden aan te raaken. De Prelaten en Roomsche Vryheeren komen in boetgewaaden hunne voeten wassen; de Paus met het gewaadt zyner waardigheit bekleedt en de Kardinalen dienen hen ter tafel. Waar na de Heilige Vader hen met Paternosters, Heilige Gedenkpenningen en Agnus Dei beschenkt, hun ter zyner voetkus toelaatende.Ga naar voetnoot† Het Jubeljaar eindigt door de sluiting derGa naar margenoot+ Heilige Poorten. Men sluit die 's daags voor 't Kersfeest, zynde een Jaar nadat men die geopent heeft. De Paus, en zyne Kardinalen nevens de Geestelykheit en aanzienelykste Perzoonaadjes van 't Roomsche Hof, begeeven zich in 't plechtgewaadt naar St: Pieter. Men zegt 'er de Vesper; waar na de Geestelykheit met Waschkaerssen in de handt haare hulde aan 't Heilige aangezicht bewyzen, onder den naam van Veronica bekent. Daarna heft de Paus de Antiënne op, die door de woorden: cum jucunditate exibitis begint, gy zult met vreugde vertrekken. Zoodraa de Antiënne begonnen is, haast zich iedor door de Heilige Poort te gaan. De Heilige Vader nadert de Poort, na dat 'er een ieder is doorgegaan, en zich naar hun wendende, zegt hy: Adjutorium &c. Onze hulpe enz. nevens eenige gebeden waarmede hy de steenen en de kalk zegent, bestelt om de Poort te sluiten, die op het Jubeljaar geopent is. Zyne Heiligheit legt zelf den eersten steenGa naar voetnoot‡ tot dit gebouw, en men legt onder deezen steen eenige Gedenkpenningen, die ter gedachtenisse aan de nakomelingschap van deeze Godvruchtige plechtigheit dienen. Nadat deeze steen gelegt is, wast de H: Vader zyne handen, en keert weder naar zynen Troon, wanneer men danGa naar voetnoot(a) Salvum fac populum &c. zingt. Ondertusschen dat de Metzelaars de Poort toemetzelen, in welks midden een koper Kruis word vast gemaakt, zegt de Paus eenige gebeden, waarmede hy vervolgt, tot dat de opening gesloten zy. De Zegening die de Stedehouder van Jesus Christus uit het vertrek geeft, die 'er de naam van door de Gelovige | |
[pagina 358]
| |
Vergadering om die te ontfangen behouden heeft, eindigt deeze Godtsdienstigheit, die men in den rang van de allermoeielykste zou konnen stellen, indien het de eenigste deezer orde voor hun was, die des Hemels gelukzaligheit van deeze uitwendige moeielykheden deed afhangen. De Kardinalen en de Geestelykheit leggen dan hunne plechtgewaaden af, geleiden den H: Vader naar zyn vertrek, en de Paus onthaalt hen met een prachtigen maaltydt, die voor hen dient om zich wegens de moeielykheit van dien dag uitgestaan, te verquikken. |
|