Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXI. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 356]
| |
hem met Waschkaerssen in de handt, en de Heilige Vader driewerf aan de PoortGa naar voetnoot* kloppende, zegt met luider stemme: Aperite mihi portas justitiae, dat is: Opent my de Poorten der Gerechtigheit, en het Koor voegt 'er deeze woorden by: hier is de Poort der Eeuwigheit, de gerechtigheit zal 'er woonen, enz.Ga naar voetnoot(a) Ondertusschen breeken de Meesters Metzelaars de muur af, die de Heilige Poort sluit en de puin word onder de Godtvruchtelingen omgedeelt, die een groot gedrang maaken om 'er iet van te bekomen, en als de kostelykste Reliquiën te bewaaren. Zy beelden zich in, dat ze een verborgen kracht bezitten, en dat 'er altoos iets Goddelyks mede verzelt gaat en in alles 't geen in de plechtigheden van den Godtsdienst word gebruikt. Onderdes dat nu de afgebroken muur word opgeruimt, zet zich de Paus weder op zynen Troon. Nadat de muur afgebroken is, komen de Biechtvaders van St. Pieter met hunne bezems veegen de poort uit, neemen de overige puin en kalk weg, die men als geene verachtelyke stoffe aanziet, naardien men 'er Reliquiën van maakt, en wassen met Wywater de loofwerken en den geheelen omtrek van de Poort. Na deeze verrichting, treed de Heilige Vader van zynen Troon af, beginnende de Antiënne: Hac dies quam fecit Dominus. Dit is den dag des Heeren. enz. 't welk het Koor vervolgt te zingen. Voor de Heilige Poort gekomen, doet de Paus eenige gebeden, neemt het Kruis en knielt voor de Poort, heft het Te Deum op, en opstaande gaat hy door deeze Heilige Poort, door zyne Geestelyken gevolgt. Een ieder begeeft zich dan in de Kerk om deeze prachtige Kerkplicht te zien, of om de Vespers van de Pausselyke Kapel by te woonen. Na het eindigen van de Vespers leggen de Kardinalen hunne witte plechtgewaaden af, en kleeden zich weder in hun roodt gewaadt, verzellen de Paus tot aan de deur van zyn vertrek, en vertrekken vervolgens. Op den Kersdag na de gedaane Mis, gaat de H. Vader naar de plaats van Zegening en zegent de gelovigen naar het gebruik van 't Jubeljaar. |
|