Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 353]
| |
het Christen Volk van deeze Heidensche Plechtigheit af te leiden, Paus Bonificius de VIII. een beter heeft willen invoeren, van veele roemwaardige Godtvruchtige handelingen verzelt. Ga naar margenoot+ Paus Bonifacius was dan de eerste dieGa naar voetnoot(a) dit groot Jubeljaar instellende, uitdrukkelyk door zyne Bulle verklaarde, dat die geene, die in 't jaar 1300. en vervolgens alle hondert jaaren de Hoofdt-Kerk van St: Pieter en Paulus bezochten, nadat ze met een oprecht berouw hunne zonden beleeden hadden, verwerven zouden een volkomen vergiffenis en Aflaat, zich uitstrekkende zoo verre het mogelyk was, om den berouwhebbende zondaars te ontslaan. Het scheen niet, zegt de Heer Turtin,Ga naar voetnoot(b) dat deeze Paus de minste opmerking op het Joodsch Jubeljaar heeft gehad, nademaal hy niet alleen de naam van Jubeljaar aan zyne Instelling gaf: maar in tegendeelde gezeten tydt verdubbelde, den Jooden voorgeschreeven. Paus Clemens de VI. deed eveneens. Hy noemde de Instelling het Jubeljaar en belastte dat men 't alle vyftig jaaren vieren zoude. Ga naar margenoot+ Verscheiden Roomschgezinde Schryvers hebben een overeenkomst tusschen het Jubeljaar der Christenen en de Eeu-spelen der aloude Romeinen gevonden. Wy zullen over dit onderwerp tweeGa naar voetnoot(c) plaatsen aanhaalen, zonder nochtans te trachten, ons tegen de plechtigheit van 't Jubelfeest aan te kanten. Het quaadt bestaat niet in de overeenkomst, die tusschen een ingevoerden handel in een valschen Godtsdienst gevonden word en deeze door den waaren Godtsdienst aangenomen: maar in 't misbruik en 't bygeloof, waarin onfeilbaar de oogmerken van belang en staatzucht het bestier voeren. Onuphrius vergelykt uitdrukkelyk het Jubelfeest by de Eeu-spelen. ‘Men werkte 'er, zegt hy, de uitwissching van zonden te Rome uit; men bekeerde zich en beloofde een beter leven. Ons Jubelfeest deelt ons een algemeene vergeevinge onzer zonden mede.’ De Heer Turtin verschaft ons in zyne Verhandeling een naaukeurige vergelyking deezer twee byzondere plechtigheden. Wy zullen hier zyn zeggen aanhaalen: ‘Men moet het een en 't ander te Rome zoeken. Men verkondigde plechtelyke de Eeu-spelen, eveneens gelyk men nu het Jubeljaar verkondigt door Bullen aan alle Christen Vorsten afgezonden. Men bezocht in de Eeu-spelen de Tempels van twee groote Heidensche Godheden, gelykerwys men nu geduurende het Jubelfeest de Kerken van St. Pieter en Paulus, van St. Jan van Lateranen en Sta. Maria Maggiora bezoekt. De Uitwisschingen en Lustratiën der Eeu-spelen wierden aangezien als noodzaakelyk om de vergeeving der zonden te erlangen; om de Goden te bevredigen en hunne kastydingen af te weeren. Het onderwerp van 't Jubelfeest is om de zonden uit te wisschen, enz. De Offerhanden die het volk geduurende de plechtigheit der Eeu-spelen deed, konnen eeniger maaten aangezien worden als een voldoende waarde van 't geldt, 't welk men voor de Aflaaten offert. Eertyds was de Keizer, als volstrekt Opperpriester, de eerste beweegende oorzaak en 't Hoofdt van de Plechtigheit, gelyk nu de Paus van 't Jubelfeest is. Eenige Gedenkpenningen verbeelden ons de Keizer der Romeinen, als Bestierder der Eeu-spelen met eene roede aan de deur van een Tempel kloppende; de Paus doet insgelyks met zynen hamer: waarna de gewyde Poorten zich zoo wel van den een als anderen openen. De plechtigheit van de Ceremonie der Heidenen werd door lofzangen verzelt, gelyk nu die van 't Jubelfeest insgelyks verzelt gaan. Eindelyk hebben de Keizers dikmaals den bepaalden tydt om de Eeu-spelen te vieren,Ga naar voetnoot(d) verandert.’ Augustus wachtte niet, dat | |
[pagina 354]
| |
de hondert Jaaren verstreeken waren, en Claudius vierde de zyne omtrent zestig jaarenGa naar margenoot+ na deeze van Augustus. De Pausen hebben hier in de Keizers nagevolgt. Men heeft Clemens de VI. zien beveelen, dat het Jubeljaar tweemaal in een eeuw zoude geviert worden. Urbaan de VI. verminderde den tydt op drie-en-dertig Jaaren. Bonifacius de IX. vierde het Feest negen Jaaren daar na, en vervolgens bepaalde een Bul van Sixtus den IV. den tydt op vyf-en-twintig Jaaren. Zyn Voorzaat Paulus den II. had het op den zelven tydt door een Dekreet van 't jaar 1470. bepaalt. Nochtans vierde Sixtus den IV. in jaar 1475. een Jubelfeest; en Paus Alexander de VI. niet vergenoegt het in 't jaar 1498. geviert te hebben, hernieuwde het weder in 't jaar 1500. De Dekreten van Paulus den II. en Sixtus den IV. beletten den Pausen niet een algemeen Jubelfeest te verkondigen op 't jaar hunner verheffing tot het Pausschap, en zelfs by eenige ongewoone gelegenheden. Nochtans opent men nooit de Heilige Poorten dan om het Jubelfeest van vyf-en-twintig jaar, 't welk, indien men 't zeggen mag, een algemeene Aflaat mede brengt,Ga naar voetnoot(a) die het hart der Gelovigen verquikt en in de Vreugde Zaal des Heeren geleid. Het Jubeljaar geeft het vermogen aan de Bichtvaders, van hun Kloostervoogde gemachtig, om alle opgeschorte gevallen, buitensluitingen en groote Verbanningen vry te spreeken; de staakingen der Ampten en Kerkelyke Bedieningen in te trekken, en verboden af te doen. Het gedoogt hun mede de geloften te veranderen, indien ze de Godtsdienst, noch de kuisheit, noch de natuur van deeze, waar door men zich tot zeekere Bedevaarten verbind, niet betreffen, zodanig als die van Rome, Jeruzalem en St. Jacob in Galicië zyn. Ga naar margenoot+ Wanneer de Paus het Jubelfeest bestemt heeft, geeft hy 'er bericht van alle de Prelaten van 't Christendom, en zulks door Apostolische BrievenGa naar voetnoot(b) aan hun gezonden, die dan door hun in hunne Bisdommen worden afgekondigt, nevens de vereischte vermaaningen, opdat de gelovigen zich in staat vinden des waardig te maaken. Men verklaart de meening van den Heiligen Vader; men bestemt de Kerken die moeten bezocht worden; men schryft zekere regels van Godtvruchtigheit voor die altoos van behoorlyke Aflaaten verzelt gaan, en men laat een Voorschrift van Litaniën en gebeden drukken, welvoegzaam voor de plechtigheit van 't Jubelfeest en 't onderwerp die het bevordert. Geene Broederschappen, noch Geestelyke Ordens mogen zich van de geordende Processiën ontslaan en het vieren van deeze Godtsdienstigheit verzuimen. Het volk, de Overheden en andere 's volks Opperhoofden, worden verzocht om de zelven met alle nedrigheit, die eigen aan een handeling van Godtsdienst is, by te woonen. Op de bestemde Vaste- en Boetedagen, is 't aan den Bisschop en zyne Geestelykheit bevolen een innerlyke neerslachtigheit en volkoomen ootmoedigheit te laaten blyken. Zy moeten Godt met het hart en den mondt bidden, hem de vruchten van hunne oprechte boetvaardigheit opofferen, die in 't afstaan van alle aanklevingen bestaan, waar door men zich gemeenlyk aan de Waereldt overgeeft, en een vast besluit neemen van het volk door hun Voorbeeldt te onderwyzen. Nadat men dan een genoegzaame boete heeft afgelegt en in staat is om de Kerk te stichten, kan zich den gelovige met 'er daad genoeg verzeekeren, dat hy in staat is de Aflaaten te genieten. Laat ons nu de Plechtigheden van 't algemeen Jubeljaar beschouwen. ‘De Paus, zegt de Heer Aimon in zyn Tafereel van 't Roomsche Hof, verkondigt | |
[pagina t.o. 355]
| |
No 35
La proclamation du jubilé au son des trompettes dans l'eglise de st. pierre.
Les Penitenciers ayant balaijé la porte ste. apres quelle a eté démûrée, le pape prend sa croix, et y entre en chantant le tedeum.
Le pape députe trois cardinaux pour aller ouvrir les portes de st. jean de latran, de ste. marie majeure, et de st. paul.
Marche des cardinaux députez par sa sainteté pour aller faire l'ouverture de la porte sainte aux trois autres Eglises.
La garde de la porte sainte, êst commise aux milice.
Les penitenciers remettent les Pechez aux PELERINS, en les touchant de leurs Baguettes.
| |
[pagina 355]
| |
het algemeen Jubeljaar in de Hoofdtkerk van 't ChristendomGa naar voetnoot*, door een Bulle die hy op Hemelvaartsdag van 't voorgaande Jaar laat afkondigen, wanneer hy den plechtelyken Zegen geeft. Een Apostolische Onderdiaken maakt een aanvang, dit Jubeljaar voor 't gansche Roomsche Hof bekent te maaken, door 't leezen van de Bul die in 't Latyn geschreeven is, en een ander Onderdiaken leest die opentlyk voor 't Italiaanschen volk. Aanstonds hier op beginnen de twaalf gewoone Pausselyke Trompetters de trompet de blazen en een weinig daar na blazen twaalf Jagermeesters op hunne zilvere hoorens, met een t'zamenstemmend geluid der Trompetters, en alsdan laat het Kasteel St. Angelo het lossen van zyn geschut hooren. Ga naar margenoot+ Op den vierden Zondag van den AdventGa naar voetnoot(a) verkondigt de Apostolische Onderdiaken een andere Bul van 't Jubeljaar, en drie dagen voor het Kersfeest, verkondigen de Stadsklokkken van allerwegen de plechtigheit, waar van den volgenden dag een aanvang gemaakt zal worden. Op den vier-en-twintigsten van December van 't Heilig Jaar vergaderen alle de geordende en ongeordende Geestelyken in 't Apostolisch Paleis, en van daar gaan zy in Processie naar St. Pieter van 't Vatikaan; maar deeze Geestelykheit op de groote plaats, die voor St. Pieter is, gekomen, vind de deuren van deeze Kerk geslooten, en alle de toegangen door Wachten bezet die de schaare den ingang beletten. De Paus, Kardinalen en Bisschoppen met hunne witte Optooizels bekleedt en den Myter op 't hoofdt, vergaderen in de Kapel van Sixtus, alwaar de Heilige Vader het Veni-Creator opheft, houdende een brandende Waschkaers in de handt. Alle de Kardinalen ieder naar hun rang doen insgelyks, en gaan onder de overdekte Galdery der Zwitzers, alwaar de Paus onder hun drie Legaten â Latere benoemt, om de Poorten van St. Jan van Lateranen, Sta. Maria Maggiora en St. Paulus te openen.’ Deeze Kardinalen, nadat ze op de kniën de onders van den Heiligen Vader ontfangen hebben, zodanig als in de derde bygevoegde Verbeelding word vertoont, begeeven zich naar deeze Kerken, gelyk men in de vierde Afbeelding ziet: voorgegaan van Trompetters, Hobo-spelers en een bende gewapende mannen, indien men die zoo noemen mag, deels met Wapenen en deels met een toestel van den Godtsdienst verzien. De voornaamste Koomsche Krygsbenden hebben last deeze Heilige Poort te bewaaren, dit altoos door den Paus zelf geopent word, tenzy dat zyne ouderdoms zwakheit of eenige byzondere ongezondheit hem belet deeze plechtigheit te konnen voltrekken: alsdan voert dit de Kardinaal Deken voor zyne Heiligheit uit. |
|