Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 329]
| |
een weinig uitbreiden, wanneer wy de plechtigheit beschryven, zodanig die onder het Pauschap van Clemens den XI. in gebruik was. Ga naar margenoot+ De Canonisatie kost den Vorsten een ongelooflyke somme geldts, die op de eer gezet zyn van die voor eenen Heilig te verwerven. 't Geen men Gelukzaliging is 'er eenigermaaten het vooruitgestelde van. De Gelukzaligheit geleidt eigentlyk tot de Heiligheit, en voed de gedachten, dat deeze, die men hier op Aarde als Gelukzalig aanzag, voor zodanig een in den Hemel moet erkent worden: maar nochtans hebben veele Gezaligden den trap van Heiligheit niet mogen bereiken; 't zy dat men voor hen de noodige getuigenissen en verzekeringen niet heeft konnen verzorgen, of dat men geene wonderwerken genoeg heeft konnen byeenzamelen om hun voor Heilig te verklaaren; want het is 'er eveneens mede gelegen als met Soldaaten, die zich gaerne in Krygsampten gevordert zouden zien. Dies word het vereischt, dat de een zo wel alsde andere ten minsten eenige merktekenen van uitsteekende waarde of dapperheit voortbrengen; en alzoo de Grooten deezer Waereldt niet altoos over de verdienste te oordeelen in staat zyn, worden 'er voorspraaken vereischt, die hunne Deugdt den Vorsten voordraagen en Advokaten die ten hunnen voordeele pleiten. Ga naar margenoot+ De geboorte der Martelaren, de gedachtenis van hunne doodt, de offerhanden die men hun ter eere op plechtelyke dagen deed, en de ongemeene eerwaardigheit die de Kerk voor deeze edelmoedige verdeedigers der waarheit betuigde, hebben voor veele eeuwen de Canonisatie der Heiligen voortgebragt.Ga naar voetnoot(a) Nochtans vind men blyken van hunne aanroeping, veele Jaaren voor 't eerst Niceesche Concilie. Op het einde van de derde en den aanvang van de vierde eeuw, begon men hunne Reliquiën te verzamelen, die wegens de vervolgingen zeer verspreid waren. De Protestantsche Schryver die wy hier beneden aanhaalen, is van gedachten datGa naar voetnoot(b) de aanroeping der Heiligen, de Persoon-Invoering en ingevoegde redeneering der Christenen Redenaren deezer eerste eeuwen verschuldigt zy. Hoe 't ook zyn mag, van toen af deed men Godtsdienstige beevaarten naar der Martelaren graven, en men quam zelden weder zonder eenig gedeelte van hunne Lyken mede te neemen. De verwonderlyke eigenschappen die men in deeze Reliquiën ontdekte, om de ziektens te geneezen en gebreken der ziele te reinigen, gaf den oorsprong tot deeze overvoering. Men beelde zich in, dat de lyken der Heiligen des Hemels zegen over Steden en Staten konde te weegbrengen. Koningryken zagen zich onder de bescherming deezer Heiligen gestelt. Ontallyke wonderwerken door de aloude en hedendaagsche Legenden voortgebragt, beweezen den volke dat de bescherming der Heiligen geen onverschillige zaak was. Men plaatste hunne Afbeeldzels in de Kerken en liet hunnen naam de Litaniën inlyven; tot dat de Canonisatiën door een stilzwygende bewilliging van de Geestelykheit en zonder eenige rechtspleeging geschiede: maar lang te vooren had men in de Christen Kerke het gebruik van zekere Kerkregisters onder den naam vanGa naar voetnoot* Diptyches bekent. Men schreef 'er de naam der Martelaren en Persoonen in, die in een geur van Heiligheit storven, nadat ze door hunne deugden in deeze Waereldt hadden uitgemunt, en dikmaals schreef men 'er den naam der geenen in, die dit niet dan hunne waardigheit waren. Geen Voorbeeldt van een plechtelyke CanonisatieGa naar margenoot+ vind men voor die van St. Suibert, die Paus Leo de III. in den aanvang van de negende eeuw de Canonisatie inlyfde: maar eenige eigenen de eerste plechtelyke Canonisatie aan Paus Adriaan toe, en anderen meenen, dat St. Udalrik in 't Jaar 993. door Paus Johannes den XIV. of XV. gekanoniseert, de eerste Heilig is, die plechtelyk deeze eer genoot. Daar zyn 'er die deeze Instelling aan Paus Alexander den III. toeëigenen. Blykbaar is 't door 't geen wy gezegtGa naar margenoot+ hebben, dat de Canonisatie van de Kerk eenige overeenkomst met de Vergooding der aloude Romeinen heeft, en mogelyk heeft zy 'er haare geboorte van ontleent. Immers men vind in 't een en 't ander veele overeen- | |
[pagina 330]
| |
komende rechtspleegingen. Wat de aloude Romeinen aangaat, men merkte de toestemming van den Raadt ten voordeele der geenen die men vergoode aan, men onderzocht hun leven en deugden, de Lofzangen wierden gezongen, men stelde voorgeschreevene gebeden ter eere deezer Onderhoorige Goden in, men bouwde hen Tempelen, en ordende Priesters om die te bedienen. Onnoodig is 't hier de vergelyking by te brengen. Wy zullen ons vergenoegen aan te merken, dat de Doorluchtige Mannen die Rome in den rang der Goden stelden, niet altoos in de Provinciën aangebeden wierden: noch dat men hen minst in de Landen aanriep, die hun niet onderworpen waren. Insgelyks is 't met de hedendaagsche Heiligen gelegen, die niet overal in alle gewesten der Waereldt bekent zyn. De Kerken in 't Oosten hebben 'er veel die men te vergeefs in de Almenakken zoeken zoude; ook worden een gedeelte van de Europiaansche by hun niet aangetekent gevonden; en nochtans bewyzen 't de Schryvers klaarlyk, die het leven der Heiligen van 't Oosten en Westen beschreeven, of aan hunne Canonisatie gearbeidt hebben, door het verhaal van oneindige mirakelen, die men zoo wel aan den een als anderen met vertrouwen zouden konnen toeëigenen. Ga naar margenoot+ De Getuigschriften der CanonisatieGa naar voetnoot(a) van Paus Pius den V. van Andries Avellino, van Felix van Cantalitium en van Catharina van Bolonje, verschaffen ons het naaukeurigste verhaal van alles, 't geen aanmerkelyk in de Plechtigheden der Canonisatie is. Deeze vier genoemde Heiligen wierden in 't Jaar 1712. onder het Pausschap van Clemens den XI. gekanonizeert. In de geheime Raadtsvergadering die zyne Heiligheit over dit onderwerp hielt,Ga naar voetnoot(b) verklaarde hy dat de rampen van den Oorlog en de zorg over een nadeelige Vrede voor den Godtsdienst, hem had een besluitGa naar voetnoot(c) doen neemen, om aan de bedrukte Kerke nieuwe beschermers te verzorgen, die by Godt in groot aanzien waren; in hoope, dat zy tot de bevrediging van den toorn des Heeren arbeiden zouden, en dat hunne hulpe voldoende wezen zou, om de Vrede van de Goddelyke Majesteit te verwerven. Eindelyk deed men van hun leven en hunne mirakelen verslag. Zie hier dan twee van de zes mirakelen door de gehouden Vergadering der Kerkegewoontens goed gekeurt, wegens 't bericht, 't geen men, Pius de V. raakende, bragt. Twee Afbeeldzels van deezen Paus waren wonderdaadig van 't vuur onbeschadigt gebleeven: een enkele aanraaking van 't hemdt van dien Heilig genas iemandt van een gevaarlyke ziekte, die zich onder zyne bescherming had gestelt. Volgens dit bericht liet de Paus de stemmen opneemen om hunne Canonisatie te bevorderen. Van de Raadtsvergaderingen die op dit besluit volgen, zullen we geen gewag maaken, noch van de lofredenen die men 'er ter eere der vier Heiligen uitsprak. De houding deezer Raadtsvergaderingen wierd van een uitdeeling van Aflaaten gevolgt, die den Kardinaal algemeene Stedehouder van zyne Heiligheit den gelovigen beloofden, nadat ze op den 4. 6. en 7den May van 't Jaar 1712. gevast te hebben, in de zelve week gebiegt, vervolgens de Communie ontfangen, eenige achtereenvolgende dagen de Hoofdtkerken van St. Jan van Leteranen, St. Pieter, en St. Maria Magiora bezocht hadden. De gansche Stadt was geneegen deel in de mildaadigheden van den Heiligen Vader te neemen, dien hy het Christen Volk als een Hemelschat aanbood: De Kerspelpriesters verkondigde aan hunne Aanvertrouwdelingen de vergelding, die de Stedehouder van Jesus Christus den boetelingen belooft had. Zyne Heiligheit reikte in zyne geheime Kapel het gewyde lichaam van den Zaligmaker met eigen handen toe, den geenen die de eer hadden hem te naderen om de Communie te ontfangen. Eindelyk, om de Godtvruchtigheit der Christenen te meer op te wekken, bezocht hy ootmoediglyk de eerste Zondag in May de Kerken reeds gemeld, en 't Gewyde Genootschap werd 'er in rood plechtgewaadt te komen verzocht: maar hy verscheen 'er geduurende de dagen van boete in 't violet. Men vertoonde veele Reliquiën, men badt Godt en men verootmoedigde zich voor de zelve. Het oogmerk van alle deeze Godtsdienstigheden was om den H. Geest in de harten der geenen te doen nederdaalen, die de laatste handt aan de Canonisatie der vier Heiligen te staan hadden. Dit was 't waar mede de half openbaare Raadsvergaderingen ter deezer gelegenheit gehouden, eindigden; waarna zyne Heiligheit den 22sten May bestemde, om de openbaare intreede der nieuwe Heiligen in de Kerk te doen: een te meer plechtelyken dag, naar- | |
[pagina 331]
| |
dien men op dien tydt het Feest van de H. Drievuldigheit vierde. Terwyl dat alles tot deeze uitneemende Ceremoni-pracht vervaerdigt wierd, liet de algemeene Stedehouder nieuwe Aflaaten aanplakken en verkondigen, nevens de vergeeving der Zonden na de Biegt en Communie, voor alle die door Geestelyke bywooning deel aan de Canonisatie der vier Heiligen zouden neemen, en zich vervolgens op deezen dag in de Praalstaatie lieten vinden; maar ten opzicht der gelovigen, die door ongemeene toevallen belet wierden om 'er te verschynen, genootenze nochtans eenig deel aan de zelfde Aflaaten, mits zy 's morgen op den dag van dit Feest, wanneer men het luiden der Klokken te Rome hoorde, drie Paternosters en drie Ave Mariâs bidden zouden. Ga naar margenoot+ Men rechte een prachtig Toneel voor de uitvoering van de Canonisatie in St. Pieters Kerk op. In 't volgende Hoofdtstuk zullenwe dezelve beschryven, die voor deeze vier nieuwe Heiligen vervaardigt wierd. Op den dag wanneer de plechtigheit geschieden zal, word den ingang van 't Toneel door Zwitzers bewaart, die mede voor de deuren deezer Hoofdtkerk de wacht houden. Eenige afgevaerdigde Ruiters bezetten de plaats van St. Pieter; een ander gedeelte van geharnaste voetknechten die van 't Vatikaan; een derde plaatst zich langs den weg, alwaar de prachtstaatie passeeren moet. Deeze Krygsbenden en die geen, die in de andere Wyken van Rome geplaast zyn, als mede de bezettelingen van 't Kasteel St. Angelo, lossen al hun schietgeweer op het gegeeven teken, dat de Plechtigheit geëindigt is. Alle de Klokken van de Stadt laaten zich hooren. Het Te Deum word gezongen van Muzyk en Speeltuigen verzelt, enz. Tot dus verre hebben we een algemeen Denkbeeldt gegeeven van 't geen, wegens de plechtigheit van deezen dag word waargenomen: maar 't lust ons nu een byzondere beschryving te doen van de eer die Paus Clemens de XI. in 't Jaar 1712. aan de Heiligen deed die zyne Heiligheit opentlyk voor Middelaars der Christenen by den Zaligmaker erkende. Ga naar margenoot+ Op den 22sten May was 't dat alle de toegangen van St. Pieters Kerkebezet wierden, zodanig als reeds is gezegt. Het was niet min noodig om de ongestuimigheit van een ongemeene meenigte volks van allen ouderdom en Sexe te wederhouden, die door Godtvruchtigheit en door nieusgierigheit mogelyk teffens aangedaan was. Deeze te samen gevloeide meenigte van allerlei menschen verzamelde zich uit alle de Wyken van Rome met het aanbreeken van den dag voor St. Pieter: terwyl de geordende en ongeordende Geestelykheit zich volgens gegeeven orde naar 't Vatikaan begaven. De Kardinalen Diakenen staaken toen den Heiligen Vader in de vereischte plechtgewaaden, waarna zyne Heiligheit door den Kruisdrager met het Kruis voorgegaan en van zyne Geestelykheit gevolgt, den weg van de Kapel van Sixtus insloeg. Aldaar gekomen,Ga naar margenoot+ maakte hy een teken van 't Kruis over de Gelovigen van zyn gevolg, ligte zynen driewerf gekroonden Myter, knielde voor 't Autaar en deed zyn gebedt. Vervolgens hefte hy den Lofzang op, die met de woorden: Ave Maria Stella begint, en knielde weder terwyl het Kapelmuzyk van den Lofzang te zingen eindigde. De Heilige Vader weder opgestaan zynde, zette zynen Myter op, plaatste zichGa naar voetnoot(a) in zynen stoel en ontfing dus uit handen van den Kardinaal Albani zyn Neef, als verzoeker van de Canonisatie, twee groote geschilderde Waschkaerssen en een kleine, waar op men de Wapens van zyne Heiligheit en de Afbeeldzels der Heiligen zag, die men onder de Gelukzaligen te stellen had. In 't overgeeven van de Waschkaerssen kuste de Kardinaal de handt en knie van zynen Oom de Paus. Een deezer Waschkaerssen werd den Opper-Veldheer Colonna door last van den Paus overgegeeven, om voor hem in den Omgang te draagen, en geduurende de plechtigheit van de Canonisatie in handen te houden. De andere wierd aan niemandt gegeeven, vermits in deezen plechtelyken Omgang geen ander Persoonaadje nevens hem rang vinden kan. Men geeft de kleine Waschkaers den eersten Noodhelpenden Schenker, of St. Pieters Kapellaan: maar vooraf is reeds een algemeene uitdeeling van Waschkaerssen onder de Geestelykheit gedaan, verzorgende die aan een ieder volgens rang en waardigheit. De vier Kerkvaanen, waarop de Afbeeldzels der vier Heiligen afgemaalt waren, en in den Omdragt moesten gedraagen worden, wierden onder 't portaal naby de trappen van Konstantyn geplant: want alhier was de algemeene verzamelplaats van dit Heir der Gelovigen; men deelde het zyne Wapenen aan den ingang van de poort van 't Vatikaan uit, alwaar de meenigte die de Re- | |
[pagina 332]
| |
gimenten en Benden der Kerke uitmaakten de Waschkaerssen afleiden, welke Apostolische Troupen in de volgende aangeweezen orde den optogt deeden. |
|