Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXVIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 303]
| |
No. 26. Tom. 1. see p. 117.
Figure des deux fameux suaires. Le S. SUAIRE de TURIN. vu par derriere.
Le S. SUAIRE de TURIN. vu par devant.
Romae 1722.
Le S. SUAIRE de BEZANÇON.
| |
[pagina 303]
| |
te spreeken gelyk men tot den gekruisten Zaligmaker spreekt; de Heilige Zweetdoek heeft het zelve recht een diergelyke eerbewyzing te eisschen. Hy heeft onmiddelyk de Heilandt van 't Menschelyk geslacht aangeraakt; hy heeft Jesus Christus lichaam in 't Graf omwonden, terwyl zyne ziele ter helle was nedergedaalt om over de doodt te triomferen en den geenen te verlossen die des Messias toekomste waren verwachtende. Men zegt tot dien van VeronicaGa naar voetnoot*, waarvan wy reeds gesproken hebbe:Ga naar voetnoot(a) O gelukzalig Afbeeldzel, bestier ons, op dat wy het aanzicht van Christus mogen aanschouwen: met noch krachtiger reden kan tot den Heiligen Zweetdoek gezegt worden:Ga naar voetnoot(b) bewaar ons, o Goddelyk Afbeeldzel van Jesus Christus, het Afbeeldzel van den Vader, 't welk onveranderlyk is. Gy zyt het tot wien ik my vervoege als tot een verstandig Wezen enz. Ga naar margenoot+ Twee vermaarde Zweetdoeken worden 'er in Europe gevonden, een te Bezançon en een te TurinGa naar voetnoot†. Chifflet beschryft ze beide, enGa naar voetnoot(c) meent dat de Zweetdoek van Bezançon ten tyde van de Kruisvaarten uit Palestina is overgebragt, 't welk hy in den aanvang van de twaalfde eeuw stelt te zyn geschied. Omtrent deezen tydt is 't dat men de gewoonte heeft ingevoert, den Volke de H: Zweetdoek te vertoonen. De zelfde Schryver heeft uit een oud Kerkgewoonteboek getrokken, hoedanig men dien ouwlingsGa naar margenoot+ vertoonde; 't welk zich dus toedroeg. 's Morgens voor 't Paaschfeest gingen drie Kanoniken uit de Kapel naar 't Groot Autaar en zongen: wie is 't die ons de steen von 't graf wegneemt? Alsdan quamen eenige kinderen als Engelen verkleed by hun en vroegen: Wie zoekt gy? De Kanoniken gaven den Engelen tot antwoordt, wy zoeken Jesus den Nazarener. De Engelen antwoordden; hy is hier niet. Vervolgens drukt zich de Voorzanger met deeze woorden tot den eersten der Kanoniken dus uit: Zegt ons, Maria, wat gy op den weg hebt gezien; waarop hem den Kanonik antwoordt: Ik hebbe het Graf van Christus gezien die leeft, en de heerlykheit van dien die verrezen is. De tweede Kanonik voegt 'er by: Ik hebbe de Engelen gezien, getuigen van de Verryssenisse; Ik hebbe de H: Zweetdoek en de gewaaden gezien; teffens deezen Zweet- | |
[pagina 304]
| |
doek vertoonende, en de derde Kanonik bevestigt de geheiligde Plechtigheit met deeze woorden: Jesus Christus onze hoope is verreezen, hy zal voor u in Galilea gaan. Het Koor bevestigt mede de Waarheit deezer Opstanding van den Zaligmaker met deeze uitdrukking: men moet de getuigenis van Maria meer gelooven, dan de Verleiding der Jooden; wy weeten dat Jesus Christus van de doodt verreezen is. En dit Geestelyk bedryf eindigde door het zingen van het Te Deum enz. Ga naar margenoot+ De Bezançonsche Zweetdoek is door zyn Mirakelen vermaart. Hy heeft zelfs dooden opgewekt, en deeze wederopstanding, die in de veertiende eeuw voorviel, bekrachtigde vervolgens niet weinig de achting van den Zweetdoek. De St. Stevens Kerk, alwaar men die bewaarde, werd eerlang te klein. De meenigte der Godsdienstelingen van allerwegen derwaarts komende om deezen wonderwerkende Zweetdoek te zien, vereischte dat men een van hout gemaakt Toneel voor de Kerk oprechtte, 't welk daar na in een steengebouw veranderde, van waar men de Zweetdoek tweemaal 's jaarsvertoonde, te weeten, op Paaschdag en des Zondags voor Hemelvaartsdag. De voornoemde ChiffletGa naar voetnoot(a) heeft in zyne Beschryving de gedachtenis der mirakelen door deeze Reliquie gedaan, den nakomelingen nagelaaten. Zy heeft by veele gelegenheden gevaarlyke krankheden geneezen, den blinden ziende gemaakt, de pest doen ophouden; en de Afbeeldzels zelfs van deezen H: Zweetdoek hebben ongemeene geneezingen uitgewerkt, gelyk men in 't werk van onzen aangehaalden Schryver zien en leezen kan. Ga naar margenoot+ Het Gebroederschap van den H: Zweetdoek werd vervolgens te Bezançon ingestelt, wegens een hevige pest waarvan men verzeekert dat deeze Reliquie de Stadt in 't jaar 1544. verloste. Dit Gebroederschap doet jaarlyks op den 3den. Mey een plechtelyken Omgang in de Kerk en 't Klooster van St: Steven, en men draagt alsdan de H: Zweetdoek in een zilver koffertje opgesloten, plechtelykom, waarby zich de voornaamste van de Stadt vinden laaten. Paus Gregorius de XIII. stond in 't jaar 1579. aan 't Autaar van den H: Zweetdoek groote voorrechten toe. De Bulle van deezen Paus verzeekert, dat alle de zielen der gelovigen voor welke men op dit Autaar de Mis doet, Aflaaten in de andere Waereldt verwerven zullen, en van de straffe des Vagevuurs door de verdiensten van Jesus Christus, van de gelukzalige Maagdt en die der Apostelen Petrus en Paulus worden verlost. De Zweetdoek van Turin behoeft niet voor die van Bezançon te wyken. Hy wierdGa naar margenoot+ insgelyks van Jeruzalem overgebragt, en men kan in de Historie van Chifflet de omstandigheden naslaan. Hy bericht ons, dat die na drie of vierwerf van verblyf verandert te zyn, eindelyk te Turin in de Kapel van den H. Zweetdoek een vaste plaats vond, 't welk een gedeelte van de Hoofdtkerk is. Deeze Reliquie is niet min berucht dan de andere door haare mirakelen. Haare tegenwoordigheit alleen verloste in 't jaar 1534. de bezetenen van zyne quaal, en indien een Vader die zyn Zoon in gevaar van te verdrinken zag, haar nietGa naar voetnoot(b) aangebeden had, was 't om het leven van den Jongeling te doen geweest. Men vertoont deezen H: Zweetdoek op den 4den. Mey, zynde de Dag van zyn Feest door Julius den II. in 't jaar 1506.Ga naar voetnoot(c) ingestelt. Deeze Paus rechtte mede het Gebroederschap van deeze Reliquie op, om de Godtvruchtigheit van Hartog Karel en de Hartoginne Claudia zyne moeder te voldoen: Hy voegde 'er Aflaaten voorGa naar voetnoot(d) den gelovigen by, die op zekere tyden de Kapel van den Zweetdoek bezochten, en 'er hunne Godsdienstigheit oeffenden. Behalven deeze twee Zweetdoeken is 'erGa naar margenoot+ een die men te Compiegne in de Kerk van St: Cornelius bewaart. Zoo men zegt, vind men 'er drie anderen te Rome, een te Milaan, een te Lisbon en een te Aken, gemeenlyk onder den naam van die van Veronica bekent. In deeze laatste Stadt zyn 'er zelfs twee; de eene die men het Heilige Doodkleedt noemt, waarin Joseph van Arimathea het lichaam van Jesus Christus wond, in 't Graf leggende; de andere Zweetdoek noemen ze byzonderlyk dusdanig, waarmede het aangezicht van den Zaligmaker was bedekt geweest, enGa naar voetnoot(e) 't geen St: Pieter, | |
[pagina t.o 305]
| |
No 27.
BENEDICTION des HABITS SACERDOTAUX.
BENEDICTION d'une nouvelle CROIX.
L'ADORATION de la ditte CROIX.
BENEDICTION du SOLEIL.
B. Picart sculp. dir. 1723.
BENEDICTION d'un HOMME de GUERRE.
BENEDICTION d'un DRAPEAU.
| |
[pagina 305]
| |
zoo zy zeggen, in een plaats vond, van de andere gewaaden afgezondert, tot een verzekert teeken dat Jesus Christus verreezen wils. |
|